545

Er zijn harde woorden gevallen op de jaarvergadering van den A.B.L.O., harde woorden aan het adres van het Gemeentebestuur en den Gemeentelijken Inspecteur voor de Lichamelijke Opvoeding, wien men verweet — en dikwijls in niet zeer milde bewoordingen — den A.B.L.O. te dwarsboomen en Zijn jeugdwerk onmogelijk te maken.

Eigenlijk is er op die jaarvergadering niets belangrijks besproken. Er werd

erg afgegeven op den Voorzitter van de R. K. Sportcentrale, die niet alleen bestuurslid is van den A.B.L.O., maar ook gemeenteraadslid in de hoofdstad en die in den raad mededeelingen heeft gedaan over de wijze waarop het geld, dat de Gemeente aan dezen bond uitkeert, besteed wordt. Mededeelingen, die volgens den A.B.L.O. secretaris van Pareren onjuist waren, doch die in ieder geval de organisatie schade berokkend nebben.

Zooals men fel te keer ging tegen den niet aanwezigen heer S 1 i c h t i n g, evenzeer geharnast waren de woorden die over den eveneens niet aanwezigen*) inspecteur voor de lichamelijke opvoeding (niet „oefening") den heer van S c h a g e n gesproken werden.

Op de vergadering in het AmericanHotel, waar D r. M e u r e r en de heer van Pareren, respectievelijk Voorzitter en Secretaris, aan hun teleurstelling uiting gaven, onder de mededeeling dat naar hun meening de eenige adviseur voor subsidie aan de sportbonden de A.B.L.O. is, en niet de inspecteur voor de L.O., die zich volgens hen bij het onderwijs alléén diende te houden.

— o —

Nu de andere zijde van de zaak. Wij vroegen een onderhoud met den heer van Schagen.

«Wat waren Uw voornaamste motieven om minder subsidie te adviseeren," was onze eerste vraag.

De heer van Schagen antwoordde hierop: „Slechts één argument geldt voor mij bij de beoordeeling der subsidie-aanvrage. Dit argument is: de door de Gemeente toe te wijzen gelden dienen op de juiste wijze, ten bate van een zoo groot mogelijk aantal jeugdige sportbeoefenaren, te worden besteed. Geen geld geeft de Gemeente, mag zij °ok niet geven, voor het kweeken van «sterren", noch voor een kostbaar bestuursapparaat. Overigens is de opvatting van den A.B.L.O., dat deze alleen

adviseur moet zijn van de Gemeente

°ver zijn eigen subsidie, absurd en volkomen onjuist. De A.B.L.O. is de centrale der Sportbonden die met voor¬

stellen bij het Gemeentebestuur kan komen. En dat de Gemeentelijk advi¬

seur in dezen te adviseeren heeft, is

reeds in 1921 bij de instelling der Ge*) Waarom was dhr. Van Schagen

eigenlijk niet ter vergadering? Indien Wj niet uitsenoodied is. dunkt ons dit

meentelijke Inspectie voor de Lichamelijke Opvoeding zoo goed ingezien door Burgemeester en Wethouders en den Gemeenteraad.

Natuurlijk is over deze heele kwestie wel meer te zeggen, doch laten wij voorloopig volstaan met dit hoor en wederhoor. Wellicht is er binnenkort aanleiding om nog eens dieper op deze materie, die meer facetten heeft dan men op het eerste gezicht zou denken, in te gaan.

Nog slechts dit: o.i. zal de A.B.L.O. goed doen het optreden van een officieel persoon in diens aanwezigheid te critiseeren. Vandaar dat wij in overweging geven voortaan te zorgen voor een officieele uitnoodiging aan gemeentelijke functionarissen, die daarvoor, volgens dhr. Van Schagen, in aanmerking komen. MAX IZAAKS

Wij teekenen hierbij aan, ter vermijding van misverstand, dit artikel voor persoonlijke rekening van onzen red.-secretaris te laten. (Noot van de Red.)

Van Doesburg uit de Athletiek Unie 7

Het gaat goed in den A.A.B.

Wij vernamen dat de Amsterdamsche official P. H. van Doesburg bedankt zou hebben voor al zijn functies in de Kon. Ned. Athletiek Unie, waarin hij als jurylid en lid van enkele commissies een bekende figuur is. Wij hebben hem gevraagd of het waar was, waarop de heer Van Doesburg ons antwoordde, dat hij nog in correspondentie is met den Unie-voorzitter De Jager, doch dat hij van plan was geweest te bedanken. In hoeverre hij aan dit voornemen definitief gevolg zal geven, hangt af van den verderen gang van zaken. De oorzaak van deze verwijdering is de behandeling die de heer Van Doesburg ondergaan heeft van een van de aangebleven bestuursleden in verband met een eventueele candidaatstelling van den secretaris van den Amsterd. Athletiekbond als bestuurslid van de K.N.A.U.

Van Doesburg spreken zonder het over den A.A.B. te hebben, gaat niet. Zoodat wij ons hebben laten vertellen dat de hoofdstedelijke organisatie het goed maakt en hard op weg is om de in 1932 geleden verliezen weer in te loopen. Vooral voor de Vondelparkestafette is een enorme belangstelling. Talloozen willen aan dezen loop deelnemen, hetgeen nieuwe leden oplevert en zelfs

w.o. „DE CORINTHIAN"

nieuwe vereenigingen doet toetreden. De heer Van Doesburg betreurde het dat alle deelnemers lid van de KNAU moeten zijn en niet kunnen volstaan met lid te zijn van den A.A.B. Ofschoon wij in deze materie met den heer Van Doesburg geheel van meaning verschillen, nemen wij wel aan dat onder de huidige omstandigheden in de athletiekwereld dat verplichte lidmaatschap enkelen er van kan weerhouden deel te nemen. Zelfs zouden verleden jaar daarom enkele vereenigingen zijn weggeloopen. Ook deze oorzaak betwijfelen wij, doch mocht het zoo zijn, dan ligt dit niet aan de gewraakte verplichting, doch aan de athleten zelf. Zoo lang de vereenigingen nog niet eens al hun leden opgeven....

Dit jaar is wederom een propagandacommissie ingesteld, die onder de bezielende leiding van H a i t s m a met kracht aan het werk is gegaan. Ook met de uitgetreden vereenigingen is weer contact gezocht. Stellig zal de commissie succes hebben. En dan heeft de A.A.B. niet alleen zijn laagstepunt achter den rug, maar dan zal bij den minsten opbloei der tijden deze bond weer groeien als kool.

En tenslotte Van Doesburg als eenige man in een damesclub: de A.A.B.secretaris heeft zich er toe laten overhalen om voorloopig praeses te worden van A.D.A., welke vereeniging hem steeds ter harte is gegaan. Toen er onlangs oneenigheid kwam, heeft men Van Doesburg gevraagd de algemeene vergadering te leiden. Hij heeft dit gedaan en is toen voorloopig bestuurslid geworden. Dit bestuur is tevens een polscommissie voor een nieuw, dat weer uit dames zal moeten bestaan, tenzij men van meening blijkt — hetgeen niet zoo gek zou zijn — dat het voor een damesclub niet kwaad is dat de leiding in de sterke handen van een man is. In dat geval zou men de statuten moeten wijzigen. Olga Dujour, die tot dusverre de prominente vrouw in deze vereeniging was, heeft er haar functie geheel aan gegeven. Zooals velen weten, was haar enthousiasme den laatsten tijd aanmerkelijk bekoeld. In ieder geval heeft mej. Dujour zich in de athletiek geruimen tijd zeer verdienstelijk gemaakt. M. I.

De Staat en de Athletiek Ofschoon wij geen bijzondere voorstanders zijn van staatsbemoeienis met sport, heeft een bericht dat wij dezer dagen in de Nwe. Rott. Crt. lazen ons veel genoegen gedaan. E>e Italiaansche regeering ziet namelijk in de athletiekbeoefening zoo veel nut voor het welzijn van het geheele volk, dat zij bepaald heeft dat voortaan elke sportvereeniging een afdeeling athletiek moet hebben. Alleen zijn daarvan vrijgesteld die sportvereenigingen die met een groot bedrag een in haar stad gevestigde athletiekvereeniging steunen. Deze erkenning van de diepgaande beteekenis van athletiek voor het volkswelzijn mag wel eens als voorbeeld gesteld worden voor enkele Nederlandsche kringen. M. I.

Nerveus en Overspannen Onrustig en Slapeloos

Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende

Mijnhardt's Zenuwtabletten