5iS

w.o. „DE CORINTHIAN"

De Hongaren in ons land!

Wat het Hongaarsche spel ons

IIUIHIHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIUIIIIIIUIIIINIUIIIIIIIII Uil HUI Illllllllllllllllllllllllllllllll Illllllllllllllllllllllllllll Illlllllllll | || EliJUJIIJ

^ geleerd heeft.

Het goede spel van de Hongaren te Amsterdam heeft de Rotterdammers er toe gebracht Woensdag in dichte drommen naar het Sparta-stadion te trekken voor den wedstrijd Boedapest—Rotterdam. Die geweldige belangstelling heeft blijkbaar de Rotterdamsche politie overvallen; de regeling buiten het terrein was tenminste niet zóó, als men dat bij dergelijke belangrijke wedstrijden wel zou hebben mogen verwachten. Het werd zelfs voor velen een gevecht om binnen te komen. Een mijner kennissen kwam, toen hij zich eenmaal met groote moeite een weg gebaand had door de massa, tot de ontdekking, dat al de knoopen van zijn overjas in den strijd waren gebleven!

Zóó groot was de drang, dat men er toe over ging den toegang te sluiten, voordat alle beschikbare plaatsen bezet waren. Toen de wedstrijd reeds aan den gang was, heeft men ten slotte nog toeschouwers binnen gelaten. Op het terrein zelf was alles natuurlijk goed geregeld, zooals men dat bij Sparta wel gewend is, doch daarbuiten liet de zaak nog al wat te wenschen over, waarmede overigens weer werd bewezen, dat we toch op het oogenblik in ons land slechts één terrein hebben, waar belangrijke internationale wedstrijden volkomen regelmatig kunnen verloopen, speciaal wat betreft de toe- en afvoer van het publiek. Het Amsterdamsche Stadion en het Amsterdamsche verkeerswezen zijn op dit gebied zonder concurrentie.

De duizenden belangstellenden zijn ook ditmaal van een belangwekkenden strijd getuige geweest, waarin opnieuw de goede en slechte zijden van het prachtige voetbal der Hongaren werden gedemonstreerd. De strijd is stellig een nuttige les voor de Nederlandsche voetballers geweest. Dat er uit het spelen tegen dergelijke tegenstanders veel te leeren valt — dit in tegenstelling met de bewering van de Sportkroniek, — bleek wel duidelijk uit het spel van van Heel. Die begon op den jongsten Zondag tegen de Hongaren zwak, doordat de Hongaren hem aanvankelijk te handig waren. Na een half uur kwam hij er beter in, het slot was uitstekend. Woensdag speelde hij, gebruik makende van de ervaring, die hij reeds te Amsterdam had opgedaan, voortdurend voortreffelijk.

Te ver doorgevoerde techniek.

De Nederlandsche voetballer heeft nog wel het een en ander te leeren, doch het is in deze wedstrijden wel duidelijk geworden, dat hij niet zijn kracht zal moeten gaan zoeken in een spel, zooals dat door de Hongaren wordt gegeven. Daarvoor heeft men noodig balkunstenaars. Sommige Hongaren hebben die kunst tot een zóó groote hoogte opgevoerd, dat het niet meer sport doch

zuivere acrobatie of, om nog verder te gaan, goochelwerk is. Een der Hongaarsche spelers en de Hongaar Molnar, die op het oogenblik trainer bij Xerxes is, hebben in de pauze van den Rotterdamschen wedstrijd daarvan een staaltje gegeven. Wat dit tweetal te zien gaf — o.a. het koppen van den bal, totdat deze op het hoofd volkomen stil lag — is het product van een langdurige oefening. Zóóveel tijd kan de Nederlandsche voetballer aan zijn oefenen niet besteden en m.i. kan hij ook een veel nuttiger gebruik maken van de

De voortreffelijke doch strenge scheidsrechter John Langenus, die met Holland-Hongarije zijn 25e verschillende nationaliteit leidde. Een uitstekende caricatuur van dezen zonderling uitgedoschten Belgischen arbiter.

enkele uren per week, die hij voor oefenen beschikbaar heeft, dan door ze te gebruiken voor het aanleeren van een dergelijke handigheid met den bal. Men krijgt bij de Hongaren af en toe den indruk, dat de handigheid, waarmede ze een tegenstander, hetzij door hun voetenwerk, hetzij door hun schijnbewegingen, passeeren, doel en niet meer middel is. Dat is voor onze ploegen gelukkig geweest; hadden de Hongaren hun aanvallen met dezelfde nauwkeurigheid en zekerheid afgewerkt als zij Ze hadden opgezet, dan zouden het nederlagen voor onze elftallen met dubbele cijfers geweest zijn.

Het zwakke punt.

Het zwakke punt van het Hongaarsche spel is m.i., dat het den achterspelers der tegenpartij te veel kans geeft tot ingrijpen. Zoowel Weber en van Run als de twee Rotterdamsche achterspelers Bul en Pettinga, hebben prachtig werk geleverd. Tegen robuste, snelle backs, die niet retireeren, doch aanvallen, is de kleinste onzuiverheid

m het samenspel noodlottig, daar er

voor de aanvallers geen gelegenheid meer is de fout te herstellen.

De Hongaarsche leiders gaven onmiddellijk toe, dat hun voorhoedespelers tegenover achterspelers als die hier tegen hun in het veld werden gebracht, te weinig doortastend is en te veel op handigheid gebaseerd. Het Hongaarsche binnentrio van den aanval bestond, zoowel te Amsterdam als te Rotterdam, uit schier volleerde voetballers en toch zou ik aan een speler als van den Broek, die durft te schieten en de achterspelers stevig op zij kan zetten, de voorkeur geven.

Indien onze achterspelers wat meer tegen ploegen als die van de Hongaren spelen en ze daardoor meer vertrouwen krijgen, zullen ze ook wel spoedig inzien, dat ze zonder buitengewoon risico ook tegen deze ploegen wel verder naar voren kunnen komen en vlak achter hun middenlinie kunnen spelen. De Hongaren zelf deden dat Woensdag in de perfectie, doch de Rotterdamsche backs waagden zich slechts af en toe naar voren. Dat achterblijven was m.i. ook te Amsterdam een fout van de backs, waardoor ze ook de middenlinie dwongen tot achterblijven.

Dat was zeker de hoofdoorzaak van de groote ruimte tusschen voorhoede en middenlinie, die men op rekening van de middenspelers schreef.

Men vergeet maar al te veel, dat als een back vlak voor doel wordt gepasseerd, dat onherstelbaar is, doch dat de achterspeler, indien een tegenstander hem op 50 m. voor het doel voorbij loopt, heel dikwijls gelegenheid heeft om zich nog te herstellen, althans den aanvaller zóó te hinderen, dat hij de kans niet kan gebruiken.

Het is een fout te denken, dat de backs tegenover sterke tegenstanders in de buurt van hun doel moeten blijven. Door dat te doen, speelt men juist in de kaart van de aanvallers.

Handig of snel.

Beschikten onze spelers over evenveel tijd en lust om te oefenen als de Hongaren, dan zie ik niet in, waarom ze niet even handig zouden kunnen worden. Nu dit echter niet het geval is, zal men zijn kracht meer moeten zoeken in snel, overrompelend spel en goed schieten. Men mag dit kick and rush of zelfs veredeld kick and rush, ja Zelfs, zooals men in Duitschland deed, primitief noemen, het blijft toch een feit, dat men door snel, open spel zelfs de volmaaktste balkunstenaars in de verdediging in moeilijkheden kan brengen. Veel en veel meer dan tot nu toe eigenlijk het geval is, zal men onze vleugelspelers in den aanval moeten betrekken, waardoor men de achterspelers noodzaakt hun aandacht over de geheele breedte van het terrein te verdeelen.

Het feit, dat twee achterspelers, die tot dusver niet voor onze nationale ploeg in aanmerking zijn gekomen, in staat bleken te zijn het korte samenspel der Hongaren herhaaldelijk te onderbreken, en dat de Hongaren tegen Weber en van Run het slechts tot twee betrekkelijk gelukkige doelpunten hebben kunnen brengen, bewijst wel, dat kort samenspel tot vlak voor doel niet productief genoeg is.

Het spel door onze nationale ploeg en door het Rotterdamsch elftal in den strijd tegen de Hongaren vertoond, moet tot blijdschap stemmen. Ik schreef eigenlijk „tevredenheid", doch ik veranderde dat in „blijdschap", omdat een tevreden mensch geneigd is op zijn

lauweren te gaan rusten en te denken,