4o8

w.o. „DE CORINTHIAN"

De andere Hollanders.

En Braspenninx—Wals ? Zij bezetten een alleszins eervolle vijfde plaats. Uit de verschillende bezoeken welke wij aan dit ons zeer sympathieke koppel hebben gebracht, hebben wij steeds den indruk gekregen, dat zij meer streden voor een eervolle prestatie dan voor dè overwinning. Beiden hebben zich schitterend gehouden. Wals blonk het meest uit, maar hij had ook zijn momenten van inzinking. Braspenninx daarentegen was de gelijkmatige, steeds krachtig volhoudende rijder, die op de zware Dortmunder baan in zijn element bleekte zijn.1) Wals kreeg de belooning, waarop hij rekende. Tijdens den wedstrijd kwam de Parijsche directeur Desmarets met een contract voor den Zesdaagsche in de Lichtstad, waar hij met Pijnenburg een koppel zal vormen. Braspenninx kreeg geen engagement, maar de mogelijkheid blijkt niet uitgesloten, dat hij tezamen met Piet van Kempen in den Parijschen Zesdaagsche zal uitkomen.

Vroomen, de jonge Limburger, die tezamen met Rieger reed, heeft in dezen Zesdaagsche een bijzonder goeden indruk gemaakt. Wat de reden is, weten wij niet, maar hij kon noch bij de Duitsche pers, noch bij de wedstrijdleiding eenig kwaad doen en waar men maar kon, werd hij begunstigd. In de laatste dagen raakte zijn koppel wat achterop, zoodat men tenslotte nog op een der laatste plaatsen eindigde.

Nog twee Nederlanders namen aan den achtsten Dortmunder Zesdaagsche deel, n.1. de Limburgers Kisters— Muller, die Dinsdagavond door de wedstrijdleiding uit de baan werden genomen. Het is wellicht niet ongewenscht er nog eens op te wijzen, dat de Dortmunder baandirectie er vreemde principes op na houdt en dat er verschil wordt gemaakt of men met Duitschers, dan wel met buitenlanders te doen heeft. Van meet af stond het voor ons vast, dat Kisters—Muller slechts waren geëngageerd voor een of twee dagen, met de bedoeling om hierdoor gunstigen invloed uit te oefenen op het bezoek vanuit Limburg. Men had echter niet gerekend op den bijzonder goeden verzorger van dit koppel, dat bovendien meer in zijn mars had dan men had verwacht. Zoo duurde het tot Dinsdagavond voor de directie Kisters—Muller uitschakelde, zoodat ook het honorarium niet meer betaald behoefde te worden.

De Dortmundei- debutanten SengeCieszinsky liet men echter, ondanks een grooten achterstand, rustig doorrijden. Het vorig jaar boekten Vopel— Korsmeijer, twee Dortmunder jongens, die toen den Zesdagendoop ondergingen een nóg grooter achterstand dan Muller—Kisters nu. Zij kregen echter een extra premie van aoo Mark voor de prestatie, dat zij zoo schitterend hadden volgehouden....

Een volgende maal zal de directie in Dortmund de duizenden Nederlanders, die de Westfalenhalle bezoeken, ten zeerste aan zich verplichten, door zooveel mogelijk zuiver Nederlandsche koppels te vormen. Een koppel, bestaande uit een uitstekenden Nederlandschen renner en een Duitscher bevredigt ons niet, vooral wanneer deze laatste er de oorzaak van is, dat een haast gewonnen course in het laatste uur nog verloren wordt....

G. Kramer.

*) Jammer dat een val een einde maakte aan zijn rijden te Brussel!

Red. R.d.Sn

INI E D E R L A N D-ZWITS E R L AN D

IN TWEE PHASEN een sprookje,

<• =-z dat niemand gelooft!

Ik heb Nederland—Zwitserland, onze eerste internationale thuiswedstrijd van dit voetbalseizoen, in twee phasen meegemaakt. De eerste phase tijdens den laatsten trainingsavond van het Ned. Elftal, j.1. Donderdagavond op het V.U.C.-terrein, de tweede phase binnen de Stadionmuren, de match zelf dus.

Beide malen zag ik onze nationale voetbal-élite aan het werk, doch zoo vol goeden moed, zoo vol geestdrift, ja, zoo warm en behaaglijk als ik dien Donderdagavond na de oefening op V.U.C.'s terrein over den altijd tochtigen, killen Koningin Wilhelminalaan in het vriezende winterweer huiswaarts wandelde, zoo pessimistisch, zonder enthousiasme, koud en verlaten zocht ik Zondagmiddag om vier uur mijn treintje naar den Haag op.

Donderdagsavonds, beschenen door machtige lichttorens, na een serie vlot verloopen gymnastiek-oefeningen, na eenige rondjes hardloopen, dit onder leiding van onzen Bob Glendenning, die op onverklaarbare wijze, ondanks alle intensief mee-ondergane oefeningen zijn embonpoint maar niet kwijt raakt, voelde ik dat het vastberaden troepje oranje-voetballers, gesteund door zoo'n mooie serie overwinningen in het buitenland, ook ons, landgenooten, in eigen omgeving zou laten zien, dat zij voetballen kunnen. „Unheimliche" mistbanken, verdwaalde rookwolken van de sporadische „stoomtreinen" en de donkere koude konden mij daar niet vanaf brengen.

Mijn zekerheid werd nog vergroot tijdens het laatste samenzijn van ons keurcorps met K.C. en T.C., waar de persbroeders welwillend werd toegestaan aanwezig te zijn. Toen toch werd het vijftiental getrouwen (v. d. Meulen's plichten riepen hem elders) in het V.U.C.-restaurant — een wel wat weidsche naam voor het gezellige, heerlijk-verwarmde gebouwtje bezijden van het terrein — nog eens gewezen op de moeilijke taak, welke hun wachtte, op de kracht van de tegenstanders, op de troeven, welke men zelf in handen had, liet Karei Lotsy in één van zijn Wendende speeches, waarvan het heerlijke enthousiasme en groote gloed van meeleven, tot aller innerlijk sprak, nog eens goed voelen, dat de match lang niet gewonnen was, dat men van het begin tot het einde, met volle energie en concentratie zou hebben te strijden voor de Nederlandsche kleuren, het dierbaar oranje, wit, blauw, zou moeten vechten voor een moeizaam verkregen overwinning.

Vastbesloten, als een eenheid, tot in al hun vezels doordrongen van hun taak, trokken de jongens den vorstigen nacht weer in, naar Oost en Noord Oost en Noord, naar Zuid en West. Doch er was warmte in de harten, vertrouwen in de gelederen, eenstemmigheid om zich tot het uiterste te geven voor de eer van het land.

Dat was de eerste phase.

Maar nu Zondag.

De elf knapen in hun oranje shirts hebben gevoetbald, ze hebben zich gegeven en in den strijd geworpen met hun volle corpus, maar het heeft de zoozeer gewenschte zege, het succes, dat de opofferingen, welke zij zich getroost hebben, wel tot resultaat zou mogen hebben, niet kunnen brengen.

Tegen het niet eens zoo overrompelend goede Zwitsersche spel, tegen de snelle uitvallen der gasten, tegen het onverzettelijk verdedigende voetbal der Zwitsers, tegen den goeden, zij het wat eigenaardig spelenden keeper, konden onze spelers niet tot doelpunten komen.

Tegen paal en lat, tegen toevallig uitgestoken beenen of armen, tegen de zeldzame veine, waarmede de roodwitte bergbewoners ditmaal waren begiftigd, bleek het moeilijk voetballen. Ja, laten we het maar ronduit zeggen, de nederlaag was onverdiend, want van de negentig minuten voetbal is Nederland er zeker zestig in den aanval geweest, is het Zwitsersche doel in stormloopen belaagd. Zonder resultaat!

Lagendaal, het idool nog steeds van alles wat naar voetbal kijkt, slaagde er niet in om ook maar één schot tot achter den Zwitserschen doelman Séchéhaye te doen doordringen; Adam, nog kwistiger met verrassende beweginkjes en scherpe rennen, werkte vergeefs; Bonsema, Van Nellen en Nagels dito. Het lukte niet, kalmte noch overleg, geestdrift noch pootig optreden brachten de zoo verdiende goals, tot een gelijk spel op zijn minst, ter wereld.

En zoo verstreek de tijd, zoo verliep de match, zoo zakte het enthousiasme, voelde ieder rond het veld de bittere kou, kreeg het zonnetje een waterig aanzien, en vervaagde de serie overwinningen, zoo roemrucht bevochten daar over de grenzen, tot een sprookje, door niemand meer geloofd....

J. A. B.

DANSEN LEE REN Prettige snelmethode in correcte Enoelsche stijl

PRIVÉ LESSEN f 1.50 LEIDER VAN BALS EN FEESTAVONDEN

DANSSCHOOL „JOY" j

GRENSSTRAAT 25 BIJ AMSTELBRUG :

AMSTERDAM