34*

Een wensch voor het Nieuwe Jaar.

door H. VL7YK.

„Eigenlijk heb ik de laatste weken al te veel ruimte aan de wielersport besteed" waren de woorden, die onze hoofd-redacteur ons toevoegde, toen wij hem over dit wielerpraatje spraken. Toch waagden wij het erop, nog juist voor het einde van dit, voor de wielersport zoo succesvolle jaar, nog een artikeltje in te leveren. Ons leek n.1. het onderwerp, hetwelk wij te behandelen hebben, van belang voor de wielersport.

In het vorig nummer van „De Revue" werd een artikel opgenomen van den heer Repko, wiens plannen tot het organiseeren van een NederlandschAmateurs-Wielren-Tournooi aller aandacht verdienen. Het gaat met de amateur-wielersport niet naar wensch, hoofdzakelijk, doordat de amateurs veel te weinig gelegenheid krijgen ia wedstrijden uit te komen. Komen dus deze plannen tot verwezelijking, dan zal daarmede een goed werk in het be'ing der wielersport worden gedaan. «Ifc

Dit neemt niet weg, dat er' .ok nog andere middelen zijn om de reeds Zeer populaire wielerspo.r, tot nog grooter bloei te brenpen. En een dezer middelen willen wij hier bespreken.

— o —

Het is ons namelijk opgevallen, dat, in afwijking van andere sporten, de wielersport geen officieele landenwedstrijden kent. Waarom eigenlijk niet ? Dit kan toch zeker net zoo goed als bij andere sporten? Weliswaar zijn er in dit jaar en ook vroeger wel eens wedstrijden geweest die als landenwedstrijden werden aangekondigd, zoo b.v. in Augustus in Heerlen cn reeds eenige ■—jaren achtereen in Keulen en Crefeld, maar daarover schreven de Duitschbladen van „sogenannte Landerkampe fe." Dit zijn toen eigenlijk geen landenwedstrijden in dc ware beteekenis van het woord geweest. Daarbij ging het initiatief alleen van de exploitanten der banen uit, die zelf het programma samenstelden en er zelf dc rijders voor uitzochten. In geen geval heeft men daarbij de verzekering gehad dat werkelijk cic allerbcstcn van de naties aan den staft kwamen.

Ook wordt bij zulke wedstrijden het programma meestal zoo ingericht, dat Ce eigen landgenootcn ce beste kansen hebben. In Keulen is het zelfs reeds gebeurd, dat onze landgenooten de beste plaatsen in verschillende nummers bezetten, maar tengevclge van een heel eigenaardige puntentelling, bij het laatste numn-c', een kc.ppelwcdstrijd, waarin de Duitschers ons teen nog de baas waren, de overwinning toch nog aan de Duitschers kwam. Dit kon omdat elk officieel tintje ontbrak en de leidende lichamen in beide landen er geen zeggenschap in gehad hadden. Een na onderling overleg samengesteld reglement bestond niet.

Neen, wat wij missen, dat telkens wederkeerende, dóór den bond, de N.W.U. dus, te organiseeren officieele landenwedstrijden, waarvoor een standaard programma in onderling overleg met het betrokken vreemde land wordt vastgesteld en waarvoor de leidende lichamen de ploegen samenstellen. Precies eender dus, als het in de voetbalsport en bij hockey, athletiek enz. geschiedt.

Dat zóu aan de wielersport een nieuw propagandamiddel verschaffen. Wij zouden ons tenminste al heel erg moeten vergissen, als dergelijke wedstrijden niet even populair zouden worden, als die welke bij de andere sporten reeds lang burgerrecht hebben verkregen.

Er zou een gevarieerd programma moeten worden opgesteld, waarin nummers worden opgenomen, die aan alle categoriën, die het wielrijden telt, een plaats moet worden ingeruimd. Zulk een programma kan heel aantrekkelijk worden gemaakt. Een sprintnummer voor professionals, een dito voor amateurs, eea stayerwedstrijd, dan een koppelwedstrijd en mogelijk een nummer met tandemgangmaking of een tandemrace. Variatie is er genoeg. Dat geeft elk wat wils en wij kunnen zulk een programma zeer zeker bezetten, ook onze kansen zouden daarbij niet eens ongunstig zijn. Er is bijna geen land op de wereld, dat op alle nummers uitblinkt, zoodat er behoorlijk gelijk opwegende kansen bestaan. Is het eene lans b.v. goed voorzien van stayers, dan is het

w.o. „DE CORINTHIAN'

nog maar de vraag, of de sprinters en de koppelrijders het tegen de rivalen kunnen bolwerken en als dan eventueel de stand gelijk wordt, dan zouden ook de rijders achter tandems of tripiets hun gewicht in de schaal kunnen werpen. Nu weten wij wel, dat de N.W.U., behoudens bij de kampioenschappen, niet als organisatrice optreedt, maar er zou in deze toch zeker een weg te vinden Zijn. De regeling en de eigenlijke organisatie zouden aan een der bestaande wielerbanen kunnen worden overgedragen, maar de N.W.U. zou de onderhandelingen met den daarvoor in aanmerking komenden buitenlandschen bond moeten voeren en ook de teams moeten samenstellen.

— o —

Nog eens, wij zouden ons al heel erg moeten vergissen, als dit niet tot een succes zou voeden. De aandacht van het heele land, althans van de aanhangers van de wielersport, zou op zoo'n dag op den landenwedstrijd zijn geconcentreerd. En juist daarom hebben wij er ons al zoo dikwijls over verwonderd, dat men in de N.W.U. nooit zelf op dit denkbeeld is gekomen. Zulk een wedstrijd zou ook sportief een zuiver verloop kunnen hebben en een juist beeld geven van den graad van ontwikkeling waarop de wereldsport in de elkander bekampende landen staat.

Destijds, als ik mij niet vergis, in 1923 en 1924 hebben wij een onder leiding van den secretaris van den N.W.B., den heer F o k k i n g a, staand nationaal team gehad, dat toen mooie resultaten heeft behaald. Zou er nu, met eenig overleg, ook niet een algemeene landenwedstrijd, een officieele dan, met b.v. Duitschland, tot stand kunnen worden gebracht?

Voor op- of aanmerkingen houden wij ons gaarne aanbevolen. Aan het persoonlijk initiatief van den heer Repko, zal het te danken zijn, dat binnenkort voor de amateur-sport eens wat meer gedaan wordt, dan tot dusverre het geval was.

Mogelijk, dat door een landenwedstrijd de N.W.U. zich voor de wielersport in het algemeen verdienstelijk kan maken.

WESTERKWARTIER BLAUW-WIT, IN HET KERSTTOURNOOI VAN W.K. TE AMSTERDAM GESPEELD, WERD GERONNEN DOOR WESTERKWARTIER MET 3—2, WELKE VEREENIGING

.ioak HilitN TOURNOOI WON. EEN MOMENT BIJ DEN BLAUW-WIT XORF. (FOTO V.F.B.)