341

w.o. „DE CORINTHIAN"

OP- EN AANMERKINGEN

De Weeldebelastina en de Soort

Er zijn plannen in voorbereiding voor een weeldebelasting. Tegen een dergelijke belasting kan eigenlijk niemand bezwaar hebben. Wenscht men lekkernijen als oesters en kaviaar te gebruiken, of ringen met kostbare diamanten te dragen, dan weet men van te voren, dat zoo iets veel geld kost.

Het is echter maar de vraag, wat men onder „weelde-artikelen" verstaat. Dezer dagen bracht De Telegraaf een lijstje van hetgeen men waarschijnlijk als weelde-artikel zal belasten. Tot mijn niet geringe verbazing blijkt, dat men ook verschillende takken van sport als weelde beschouwt.

Vrijwel alle takken van sport blijken door den wetgever onder de rubriek „weelde" gerangschikt te worden. Voor Zoover ik bij een vluchtige beschouwing kan vinden, ontkomen alleen voetbal, korfbal, athletiek en schaatsenrijden. Alleen zullen de voetballers — tenminste als de wet wordt aangenomen — voortaan wat meer voor hun beenbeschermers moeten betalen, want die worden door den wetgever als een weeldeartikel beschouwd! Helaas heeft de wetgever daarbij duidelijk aangetoond al een zeer slechten kijk op onze voetballers te hebben. Beenbeschermers zijn geen weelde-artikel, doch helaas een noodzakelijk kwaad.

Ook zullen de doelverdedigers wat extra voor hun handschoenen moeten betalen, want ook die sporthandschoenen worden als een weelde-artikel beschouwd.

Maar verder moeten alle sporten het hunne bijdragen. Vooral de roeisport moet het ontgelden. Alle roeivaartuigen worden belast, zelfs de kleine kano's, die door de jongens in hun vacantie in elkaar geknutseld worden, zullen aan de weeldebelasting worden onderworpen.

Deskundige voorlichting op sportgebied heeft men daarbij zeker niet gehad.

Waarom b.v. tennisracketpersen en -hoezen belast worden, is een raadsel. Deze persen en hoezen worden juist aangeschaft uit zuinigheids-overwegingen, om zoo lang mogelijk gebruik van

DOOR

C. J. GROOTHOFF

de rackets te kunnen maken. Het belasten van schermmaskers als weeldeartikel is al even dwaas als het belasten van beenbeschermers bij voetbal!

En hoe wil men cricketwickets belasten, zoolang stumps en bails onbelast zijn ? Niemand zal in een winkel een paar wickets gaan koopen. Of zouden de bowlers voor de wickets, die ze , nemen, moeten betalen ? Maar dan zou men ook de runs moeten belasten.

Een prachtig denkbeeld. Er zullen batslui genoeg zijn, die met liefde een paar gulden voor een century gaan betalen. Een dubbeltje voor een zes lijkt mij een zeer schappelijk prijsje

In die richting is er nog heel wat te belasten. Ik zie reeds een belasting op doelpunten in het verre verschiet.

Een merkwaardige critiek

Over den wedstrijd Engeland—Oostenrijk is ook buiten Engeland heel wat geschreven. In de Sportkroniek vinden wij nu ook een oordeel, dat door het Wiener Sport-Tageblatt gegeven moet zijn, hoewel wij het in dat blad niet hebben aangetroffen. Het is echter mogelijk, dat wij het over het hoofd hebben gezien.

Dit Weensche oordeel wijkt echter zóó geweldig af van hetgeen de Engelsche bladen vertellen, dat het bepaald grappig is.

Over Hart wordt b.v. het volgende gezegd: „Een bijzonder goede spil bleek Hart. Wij hebben geen centerhalf van zijn klasse en ook de Engelschen hebben tot voor kort niet geweten, dat zij in Hart een speler van dit kunnen hadden."

Deze beoordeeling lijkt op een misplaatste grap. Volgens de Engelschen was Hart een volkomen mislukking; hij speelde een ouderwetsch spel, vooral faalde hij in het spoedig afgeven van den bal.

De W-formatie

Nog zonderlinger maakt het Weensche blad het met de bewering, dat men in dezen wedstrijd de W-formatie in haar hoogste volmaking heeft leeren kennen. Het was juist de grief van Buchan en andere beoordeelaars, dat de Engelschen de W-formatie en andere moderne opvattingen niet hebben toegepast.

Er is toch in den wedstrijd tegen Oostenrijk geen sprake van de W-formatie geweest. Van de W-formatie heeft men alleen in den wedstrijd Arsenal—Chelsea kunnen genieten.

Wij zijn al heel blij, indien onze spelers begrijpen en ook in de practijk brengen, de opvatting, dat ze zich, zoodra een speler van hun partij den bal heeft, zoo snel mogelijk moeten opstellen in een positie, waar ze voor den man met den bal gemakkelijk te bereiken zijn. Als ze er dan nog voor zorgen, dat die plaats tevens zoo voordeelig mogelijk is voor hun ploeg, dan achten wij hun spel reeds schitterend. Coleman, de middenvoor van de Arsenal, vertelde echter in een interview — dat later als een artikel van zijn hand gepubliceerd werd! — dat een speler moet zijn daar, waar de speler met den bal verwacht, dat hij zal zijn.

Als b.v. Jack na veel gedraai den bal plotseling naar voren plaatst, dan moet de middenvoor of de speler voor wien de bal bestemd is, ook zijn op de plaats waar de bal terecht komt! Daarvoor heeft men blijkbaar een zesde zintuig noodig! Coleman heeft er tenminste aanvankelijk heel wat moeite mee gehad, doch nu loopt dat vrij goed.

Dat is ook de reden, waarom Jack tegen Oostenrijk niet zoo prachtig speelde, als tegen Chelsea. Van zijn spel tegen Oostenrijk zeggen verschillende Engelsche critici, dat tal van zijn passes in de ruimte verloren gingen. M.a.w.: de medespeler, voor wien de pass was bestemd, was niet op de plaats, waar Jack verwacht had, dat hij zou zijn. Daaruit zou men de conclusie kunnen trekken, dat Jack eigenlijk te goed voor het Engelsche elftal was, iets wat men destijds ook van Buchan heeft beweerd.

DRIE TEGEN EEN. IN HET STADION TE AMSTERDAM SPEELDE BLAUW-WIT EN HERMES-D.V.S. DE AMSTERDAMMERS WONNEN

MET 5—O. HUN EERSTE ZEGE. EEN DER BLAUW-WIT AANVALLERS heeft de RAI. VRTr fw wnonr nnnp -, ti^otc.