232
In deze dagen, vóór het startschot van de Eerste Nederlandsche Zesdaagsche, terwijl het nu kille R.A.I.gebouw nog rumoert van timmerliedenlawaai, is er iederen avond training op de glanzende nieuwe baan. Dagelijks arriveeren er meer van de uitverkorenen, wier namen op de aanplakbiljetten prijken. Zij nemen bezit van de gloednieuwe rennersappartementen en gonzen even later in een stevig tempo hun trainingshalf-uurtje over de latten.
Het eerst waren er de Hollanders en de allereerste was de Benjamin van de 24 mededingers, drager van een roemruchten wielernaam, Klaas van Nek Jr.
De groote en de kleine Klaas.
Hij moet het in zijn rennersloopbaan bestaan zijn praestaties minstens tot de hoogte van zijn befaamden oom en naamgenoot op te voeren (natuurlijk langs lijnen van geleidelijkheid), om niet te allen tijde „de Kleine Klaas" te blijven.
Gelukkig is daarvoor nog tijd genoeg. Maar Klaas Jr. heeft de zaken al stevig aangepakt en 't is voor zijn achttien jaren al een mooi succes, dat hij nu zijn eerste Zesdaagsche krijgt te verhapstukken.
„Als ik „hem" maar uit rij," was zijn verzuchting.
Want onder geen voorwaarde wil hij zijn debuut bederven door den wedstrijd niet te volbrengen.
„Wat er al zoo tot opgeven kan dwingen?"
„Wel! Doorzitten, uitputting, valpartijen, maagstoornissen enz.! Maar in mijn helpers (de stayer de Graaf en de renner Visser) heb ik een paar insiders en naar ik hoop een flinke steun. Masseur J e a n komt voor mijn koppelgenoot van Hout en mij uit België en mijn, voor deze gelegenheid gebouwde, nieuwe karretje belooft ook iets goeds te worden.
De jonge Klaas, die in zijn driejarige rennersloopbaan al opmerkelijke successen heeft geboekt, krijgt tot koppelgenoot den taaien Éindhovenaar
van Hout,
die er al duidelijke bewijzen van heeft geleverd uit dat zeldzame soort hout gesneden te zijn, dat succesvolle zesdagenrenners oplevert.
Over zijn kunnen praat hij niet graag.
„Mijn prestaties moeten nog komen. Ik ben 24 jaar, kan goed boterhammen
en pap eten en ben. houder van het Ned. uurrecord met 42.282."
Nadat hij ons deze geheimen had toevertrouwd, was zijn boordeknoopje Zoek en nam het terugvinden van dit kleedingstuk zijn aandacht meer in beslag dan de heele Zesdaagsche.
„Valt wel mee," bromde hij nog. „Ben in Brussel met Bras vierde geworden. Heb ook nogal succes gehad in achtervolgingswedstrijden."
„Dat is zijn specialiteit," interrumpeert van Nek.
„Hou je mond, Klaas," geeft van Hout terug. „Hier hebt u een caricatuur van me. meneer!"
Het plaatje toont Jan, in renhouding gezeten op een afgeschoten projectiel, enkele tegenstanders voorbij vliegend.
Op zijn verlanglijstje staat ook nog altijd de verbetering van het fameuze uurrecord van Oscar Egg. En Jan van Hout is er de man naar om dat klaar te spelen.
In het rennerskwartier, waar het zonderling ruikt naar versche verf, bandenlijm, en transpiratie, is het voor en na rumoerig genoeg. (Wat niet wegneemt, dat Pa Schilling er heusch wel de wind onder heeft.)
Maar 80 % van dat lawaai wordt zeker geproduceerd door den zeer jeugdigen en talentvollen Hagenaar
Cor Wals.
Men kan zich den 20-jarigen blonden slungel, onuitputtelijk in het uithalen van kwajongensstreken, moeilijk voorstellen als een der „azen" van het plankier, gevreesd tegenstander en met Braspenninx een der zeer sterke combinaties der Eerste Amsterdamsche.
Als zestienjarige begon hij uit te blinken in zijn club „Excelsior" van den Haag.
Maar van Groningen begon voor hem de victorie.
„Daar heb ik voor het eerst goed gereden," verklaarde Wals. „Won er alle zes wedstrijden van het programma en heb daarna snel naam gemaakt. In m'n eersten internationalen wedstrijd over 100 k.m. werd ik met v. d. Heyden tweede als onafhankelijke bij de profs. M'n tweede 100 k.m.-course werd door J. v. Kempen en mij gewonnen.
Sedert een jaar ben ik nu prof en in twee Zesdaagschen, die ik in Amerika heb gereden, kreeg ik weliswaar pech, maar sloeg toch geen slecht figuur.
De grootste teleurstelling van m'n
ZES DAGEN VC
PIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
INDRUKKEN UIT'
II DE 24 DEELNEMERS Ü
renverleden heb ik bij m'n eerste Zesdaagsche te New-York beleefd.
Max B u 11 a en ik hadden het tot de 4e plaats gebracht (we hadden de meeste punten en lagen op één ronde) en de wedstrijd zou in tien minuten afgeloopen zijn, toen we uit de baan werden genomen, beschuldigd van combine. Een verschrikkelijke teleurstelling !
In Chicago ben ik achtste geworden. B u 11 a is daar gevallen en met den Italiaan Georgetti heb ik den wedstrijd uitgereden."
„Ben je verloofd, Wals ?" vroegen we vrij onverwachts.
Cor's gezicht betrok plotseling en voor 't eerst was hij echt ernstig.
„Ongelukkig wel," luidde het zonderlinge antwoord, maar het klonk absoluut eerlijk.
„Hoezoo!"
„Ja, dat wil zeggen, niet verloofd, maar...." Stilte!
En toen plotseling heel luid en energiek:
„Vaste verkeering is niks voor ons, meneer!"
En dat was de zesdagenrenner, die sprak.
César Bogaert.
Tachtig volle jaren hebben wij tegen de Spanjaarden moeten vechten en ter herinnering aan deze langdradige vertooning worden er nu in het Zuiden des lands. met name in Zeeland, nog talrijke donker-oogige en Spaanschaandoende Nederlanders gevonden, waarvan, naar het ons zoo voorkomt, de 22-jarige César Bogaert er best eentje kan zijn.
Bescheiden vertelt hij van zijn zeer vroeg begonnen wielersport-ervaringen en zijn Zeeuwsch van St. Jan Steen klinkt vriendelijk en melodieus.
„Op m'n veertiende jaar al kwam ik in wedstrijden uit," begint hij, „hoewel het door den Bond niet was toegestaan. Maar ik fungeerde als in¬
valler en 2e prw
Met 16 jaar " Jan v. Mechelen eOjm», dagen) rij $ daagsche. ine
Het is m« ?4 op de baan 1m heb ik veel «f \ uurs races
Wals enLc verklaarde ^Jt/jj hem kwam samen geredfV» ,,öp logies" 'V l
„Nog één v' tract gekreg^eer
„In Dortif Kempen *n een zwaren *jo0r we meteen te Ir .
En daarmee zesdagen-stef worpen.
Jtetl
Breed, z«*,rje' eenvoudig, da 1 Q eigenschappeIJ, wegrenners, ^'eb0
Even voorS1,; dert, 1903, g^/ha, tweede in t11 land op den ^;u$S( in de den ^v,n ter Olympisc" pt. in dit jaar a1 courses. , buitenland, roemdste cra<v L
Een lek een geschiktj,tel[ Horst eens te,f<3aa zelf en zijn e, A
,,'k Heb 4B, gereden,' velyi\i] daaraan ook