i78
w.o. „DE CORINTHIAN"
HET BEROEPSVOETBAL
Duitschland aan®aairdti het beroepsspel I
IN EUROPA
Eindelijk zal het er dan toch van komen: de Duitsche V.B. heeft besloten zoo spoedig mogelijk tot regeling van het beroepsvoetbal in Duitschland over te gaan! Duitschland heeft reeds eerder „in beginsel" daartoe besloten, doch dat beginsel bleek toen van dien aard te zijn, dat beroepsspel in Duitschland practisch onmogelijk werd. Iets dergelijks dus als de K.N.V.B. heeft gedaan.
Ditmaal wordt het echter ernst. Vermoedelijk gaat het wel niet van harte en is het eigenlijk noodgedwongen, doch dat is slechts een bijkomende omstandigheid. Hoofdzaak is, dat het beroepsvoetbal er komt. De verklaring van het bestuur van den Duitschen V.B. op dit punt, komt overigens wel wat onverwacht, daar het nog slechts kort geleden zich tegen elke verdere toenadering tot het beroepsspel had verzet. Het feit, dat men op het oogenblik bezig is buiten den D.V.B. om beroepsvoetbal in het leven te roepen, heeft stellig tot het nemen van het bovenbedoeld besluit meegewerkt.
Te Juister tijd.
Terecht heeft men daarin een gevaar gezien; juist in den tegenwoordigen tijd zou zoo'n poging succes kunnen hebben. Er zijn zooveel werkloozen, die goede voetballers zijn, dat het niet lastig moet Zijn, om althans eenige elftallen beroepsvoetballers bij elkaar te brengen. Er is nog een andere omstandigheid, die voor zoo'n wilde voetbalonderneming gunstig is en wel deze, dat de stedelijke autoriteiten, door geldnood gedwongen, gaarne stedelijke stadions aan beroepsclub in huur afstaan. BeZaten vroeger alleen voetbalverenigingen terreinen, die geschikt waren voor groote voetbalwedstrijden en maakte een verbod van den bond om deze terreinen voor beroepsvoetbalclubs beschikbaar te stellen, het houden van wedstrijden voor beroepsvoetballers reeds vrijwel onmogelijk, thans hebben tal van steden door werkloozen stadions laten bouwen, die ter beschikking van den meestbiedende zijn.
Het besluit om thans tot regeling van het beroepsspel over te gaan, werd genomen op de verleden week gehouden vergadering van den bond. Er is in dat besluit duidelijk tot uitdrukking gekomen, dat men bij het vaststellen der bepalingen rekening zal houden met de levensvatbaarheid van beroepsvoetbal en dat ook in de toekomst aan het amateurisme alle mogelijke steun zal worden verleend.
Het uitvoerend bestuur van den bond heeft opdracht gekregen, zoo spoedig mogelijk een ontwerp regeling te maken; het bestuur heeft voorts van de algemeene vergadering volmacht gekregen, de voor invoering van beroepsvoetbal noodzakelijke maatregelen uit te voeren.
Men kan er wel on rpbnpn A?t
., enkele maanden de geheele zaak in !! kannen en kruiken is en dat we derhalve in het voWnH wimvn r.r>v n,,;*_
sche beroepsvoetballers zullen hebben.
..™.a.™.™... beroepsvoetbal.
Met het Fransche beroepsvoetbal gaat het nog niet zoo vlot als men zich dat wel voorgesteld had. Het verkeert echter op het oogenblik nog in het kindertijdperk, in dat van de pokken en mazelen. Heeft men daarvoor het goede geneesmiddel gevonden, dan zal de zaak wel in orde komen. Wat men wel heeft ontdekt, dat is, dat de Fransche spelers niet zoo bijster zijn ingenomen met het feit, dat er zooveel vreemdelingen in de elftallen uitkomen. Hierin ligt vermoedelijk ook de verklaring van het raadsel, waarom de buitenlandsche spelers op het oogenblik zoo weinig voldoening geven. Ze worden n.1. door de Fransche spelers van het efltal niet op die wijze gesteund, als voor het succes van de ploeg wel wenschelijk zou zijn. Iets dergelijks dus als vroeger in Engeland wel het geval was met amateurs, die in beroepselftallen uitkwamen. Voor de clubs is het noodzakelijk, dat ze het recht hebben ook buitenlandsche spelers in het elftal op te nemen, daar dat „prijsregelend" werkt.
Zou men alleen Fransche spelers mogen nemen, dan zou men weer dezelfde toestanden krijgen als voor de invoering van het beroepsspel. Toen stelden de spelers hun eischen aan de clubbesturen, die wel gedwongen waren toe te geven, daar het aantal goede spelers beperkt was.
Spelersaankoop in Engeland.
Vrijwel algemeen wordt aangenomen, dat de Arsenal de club is, die voor het aankoopen van spelers het grootste bedrag heeft uitgegeven. Inderdaad heeft de Arsenal voor enkele spelers buitengewoon hooge bedragen betaald. Zoo kostte b.v. Jack njet minder dan £ io.ooo. Het succes van de Arsenal heeft die groote uitgaven overigens volkomen gerechtvaardigd.
'De nauwkeurige cijfers, door de clubs voor spelers betaald, worden niet gepubliceerd; in de jaarverslagen vindt men alleen het saldo van de rekening, m.a.w. het bedrag, uitgegeven voor aankoop, verminderd met de som, voor verkoop van spelers ontvangen. In de aan het vorig seizoen voorafgaande 7 jaar, heeft de Arsenal voor spelers meer uitgegeven dan ontvangen een som £ 45.047.
In het laatste jaar heeft de Arsenal echter op den handel in spelers verdiend. De rekening toonde toen een voordeelig saldo van £ 6.155.
Het blijkt nu, dat Sheffield United over diezelfde periode aan spelers heeft ten koste gelegd £40.978, derhalve slechts een paar duizend pond minder dan de Arsenal. Sedert den oorlog heeft deze club voor versterking van de ploeg uitgegeven £63.325, dat is derhalve
de som, die ze meer heeft uitgegeven dan ontvangen.
Sheffield Wednesday heeft sedert den oorlog £41.165 meer uitbetaald voor aankoop van spelers, dan ze voor verkoop, of laat ik liever zeggen overdracht, van spelers heeft ontvangen.
De drie hierboven genoemde vereenigingen hebben sedert den oorlog in totaal een som van rond £ 150.000 uitgegeven voor versterking van het elftal met het doel aan Londen en Sheffield zoo goed motelijk voetbal te laten zien.
Men kan wel verklaren, dat de drie clubs daarin zijn geslaagd. De Arsenal heeft in den laatsten tijd in het Engelsche voetbal een leidende positie ingenomen. Het heeft kampioenschap en beker gewonnen, meer kan men zeker niet wenschen.
Sheffield Wednesday heeft als belooning voor haar ondernemingsgeest, eerst het kampioenschap van de tweede divisie en daardoor dus promotie naar de eerste klas gewonnen. In de laatste vier seizoenen was de club tweemaal kampioen van de eerste divisie, tweemaal eindigde de ploeg als No, 3. Bovendien werd ook de demi-finale van de cup bereikt.
Het succes van Sheffield United op het speelterrein is niet zoo groot geweest als dat van de beide andere clubs, maar toch heeft de club een leaguekampioenschap gewonnen, bovendien werd in 1925 de beker veroverd en was de ploeg in 1923 en 1928 in den halven eindstrijd.
Hieruit blijkt wel duidelijk, dat in beroepsvoetbai geld een groote rol speelt. Er zijn slechts enkele Engelsche eersteklas clubs, die met weinig kosten voor aankoop van spelers een leidende positie kunnen innemen. West Ham United is in dit opzicht de goedkoopste ploeg, doch ze staat op het oogenblik ook onder aan de Leaguelijst.
Zelf voetballers kweeken.
Geen der groote Engelsche clubs blijkt het middel gevonden te hebben, hoe zelf spelers op te leiden, wat natuurlijk alleen slechts mogelijk zou zijn indien ze speelden met 20 of meer elftallen, zooals groote clubs in ons land. De Engelsche beroepsclubs spelen gewoonlijk slechts met twee elftallen; Ze laten het opkweeken van voetballers liever over aan de kleine vereenigingen. Of het niet verstandiger zou zijn zelf van onder af op te bouwen, is een vraag, die men van hier uit natuurlijk niet kan beantwoorden. Het ligt echter voor de hand, dat groote clubs veel meer voor een goede opleiding van spelers kunnen doen dan kleine vereenigingen en dat er dus in Engeland veel meer goede voetballers zouden zijn, indien de groote clubs voor de opleiding van 1 spelers zorgden. Hoeveel jonge spelers blijven niet steeds middelmatige krachten, omdat ze bij hun eerste stappen op het voetbalveld geen goede voorlichting ontvangen nebben ?
C. J. Groothoff.
VOOR I
SPORTHORLOGES!
bij Fa-BERKEMEIJER j
Rokin 32 - Amsterdam
Onbreekbare Polshorloges |
Non-stop Zak- en Taschhorloges j
Stopwatches, Chronographes, l Enz. !