w.o „DE CORINTHIAN'1
7
sing op. Er hebben in den laatsten tijd Zooveel Amerikanen prachtig gesprongen, dat men er van overtuigd was, dat Amerika ook ditmaal den titel niet zou ontgaan. Tot ieders verbazing bereikte echter de Canadeesche neger Mac Naughton een hoogte van 1,972 en geen der Amerikanen kon hooger komen. De Amerikaan O s d e 11, die dit seizoen reeds eenige malen 1,99 had gesprongen, werd tweede en de Philippijn T o r i b i o derde. Mac Naughton was de tweede neger, die te Los Angeles een gouden medaille won.
Bij het damesspeerwerpen kreeg men een nieuw wereldrecord. De allround Amerikaansche „Babe" Didrickson, veroverde de gouden medaille door de speer 43,71 m. ver te werpen. Twee Duitsche meisjes, Braumüller en Fleischer, eindigden als tweede en derde.
Een Poolsche verrassing.
Het belangrijkste nummer van den eersten dag was de 10000 m. hardloopen. Een nummer, dat tot dusver steeds door de Finnen is gewonnen. Toen het voor de eerste maal op het programma kwam —, in 1912 te Stockholm — werd het gewonnen door Hannes Kolehmainen. In 1920 te Antwerpen was het Nurmi, die er beslag op legde. In 1924 te Parijs, zou Nurmi zeker opnieuw hebben gewonnen, doch de leider van het Finsche gezelschap vond het beter, dat Nurmi niet op dit nummer uitkwam, om zich voor de andere nummers sparen. Men achtte R i t o 1 a sterk genoeg om de overwinning voor Finland te behalen, wat hij dan ook deed. Te Amsterdam veroverde Nurmi evenwel weer den titel en indien men hem thans niet had uitgesloten, zou hij nog best in staat geweest zijn voor de derde maal de 10.000 meter te winnen.
„Als ik niet win, dan is de 10.000 m. voor Kusocsinsky, den snellen Pool", zoo had Nurmi eenigen tijd geleden voorspeld. Hij bleek gelijk gehad te hebben, want al was het dan ook na een spannenden strijd, Kusocsinsky werd eerste. De Pool nam reeds kort na het begin de leiding over, doch stond die na eenigen tijd aan den Fin Iso-Hollo af. Toen er 4 km. was geloopen, leidde de Pool met Iso-Hollo en Virtanen vlak achter zich. Het scherpe tempo van dit drietal bleek voor de overigen te machtig te zijn, ze zakten geleidelijk af. Het werd een dramatische eindstrijd. De Finnen, die vergeefs getracht hadden door opvoering van het tempo den Pool te vermoeien, begonnen een verbitterden strijd om de eerste plaats. Het bleek echter, dat Kusocsinsky nog voldoende tegenstand kon bieden. Kort voor het einde zette hij zelfs nog een spurt in, waardoor hij met een tiental meters voorsprong de overwinning behaalde. De Fin Iso-Hollo was tweede en Virtanen derde. Met 30 min. 11,4 sec. had de Pool een nieuw Olympisch record gemaakt.
Wilskracht. Later bleek, dat hii onder het Inonpn
Zeer veel last had gehad van een stuk geloopen teen, die zoo pijnlijk was, dat hij een oogenblik vreesde te zullen moeten stoppen. Z'n groote wilskracht deed hem echter ook deze moeilijkheid overwinnen. Zou Kusoczinski de opvolger van Nurmi worden ? De kans is groot, doch het toeval wil, dat zijn
amateurisme van dezelfde kwaliteit is als dat van Nurmi en dat zou wel eens kunnen beteekenen, dat ook aan zijn loopbaan een ontijdig einde zou kunnen komen.
In alle geval heeft hij als athleet te
Los Angeles een merkwaardige prestatie volbracht, waarvoor hij alle hulde verdient.
Rommelige persregeling.
Mijn verhaal over de eerste dagen der athletiekwedstrijden te Los Angeles zou niet volledig zijn, indien ik U niet iets vertelde van de wijze, waarop men te Los Angeles de journalisten heeft behandeld. Men heeft daar voor de persmenschen, die ten getale van ruim 1500 naar Los Angeles zijn gekomen, alles gedaan om het hun mogelijk te maken hun berichten spoedig over te maken. Men heeft daarbij echter een paar belangrijke punten vergeten. En dat is in de eerste plaats wel, dat de journalisten zelf de wedstrijden goed willen volgen om daarvan dan een juist verslag aan de lezers te kunnen uitbrengen. De plaatsing van de pers te Los Angeles is zoodanig, dat van een goed volgen van de wedstrijden geen sprake kan zijn. In de tweede plaats heeft men uiteraard verschillende gegevens noodig om daarvan een verslag te kunnen samenstellen. Men moet tijden en uitslagen weten. Welnu, van eenige samenwerking tusschen de wedstrijdleiders en de pers was geen sprake. Slechts af en toe kreeg men^op de perstribune eens een uitslag te hooren doch heel dikwijls waren die uitslagen dan ook nog onnauwkeurig. De journalisten waren natuurlijk door de gloeiende hitte, waaronder ze moeten werken, reeds wat geprikkeld en dat gemis aan medewerking deed de rest. De stemming werd dan ook zeer gespannen, vooral bij die journalisten, die ook Amsterdam hadden meegemaakt en dus wisten hoe daar alles tot in de kleinste onderdeelen was verzorgd. Er zijn toen heel wat harde woorden gevallen. Het gevolg was, dat er wat meer medewerking is gekomen. Maar op het punt van de regeling van de pers staat alles toch nog een stuk bij Amsterdam ten achter. Trouwens de heer Kellenbach, die te Amsterdam een groot gedeelte van de leiding in handen had, verklaarde, dat de zaak op tal van punten ten achter stond met Amsterdam.
P„u.b.™!.e triomfdag voor Ierland.
De tweede dag van de Olympische Spelen bracht de beslissing van de 100 meter, de 400 meter horden en het hamerwerpen. Waren er op den eersten dag 20.000 toeschouwers, op dezen dag, hoewel er slechts twee finales plaats vonden, waarvoor het groote publiek zich interesseerde, waren er wel 40.000 kijkers, ongetwijfeld aangelokt door den eindstrijd om de 100 meter. Hoe deze eindstrijd verliep, heb ik bij het begin van dit artikel reeds verteld. Terwijl deze strijd zich afspeelde, waren op een ander gedeelte van het terrein de hamerwerpers in hun ijzeren kooi aan het werk. Zoo'n hamer ontsnapt wel eens een enkele keer te vroeg en dan zou er voor het publiek gevaar kunnen ontstaan, vandaar die gedeeltelijke afrastering' mpf iil'pro'aa'; TV omnto man
op dit gebied van sport is nog steeds de Ier D r. O' C a 11 a g h a n, die ook te Amsterdam de overwinning behaalde. Hij had thans een ernstigen concurrent
in den Fin Porhola, doch hij slaagde er ook thans in op de eerste plaats te
eindigen, tii) bracht het tot den respectabelen afstand van 53,88 m. de Fin kon het niet verder brengen dan tot 52,72 m. Zoo was Dr. O'Callaghan de man, die er voor zorgde, dat op dezen middag de Iersche vlag voor de tweede maal aan den hoogsten mast naar boven ging.
Terwijl hij in actie was, had n.1. ook de beslissing van de 400 meter horden plaats, waarbij de Ier Tisdall, student te Cambridge, de overwinning behaalde. Dit nummer volgde onmiddellijk op de sensationeele 100 meter finale. Aan den start kwam de beide Amerikanen Hardin en Taylor, de Engelsche Lord Burgley, de Ier Tisdall, de Zweed Areskou en de Italiaan Facelli. Tisdall had reeds in de voorwedstrijden bewijzen van zijn groote capaciteiten als hordelooper gegeven. Hij won dan ook onbedreigd in den nieuwen wereldrecordtijd van 51,8 sec. Bij den wedstrijd West-Duitschland—Nederland op den vorigen Zondag was Sierhuis op de 400 meter zonder horden momenteel de snelste Nederlander in 51,9 sec. De Ier Tisdall sprong bovendien nog over 10 horden van bijna 1 meter hoog en liep desondanks de 400 meter nog iets sneller dan Sierhuis. Dat geeft eenigszins een denkbeeld van de prestatie van dezen jeugdigen Ierschen Olympischen kampioen. Het was jammer voor hem, dat dit wereldrecord niet erkend kon worden, daar hij de laatste horde had omgeworpen. Had hij dat niet gedaan, dan zou zijn tijd waarschijnlijk nog sneller geweest zijn. Het omgooien van de horde gaf hem eenige vertraging, doch hij wist zich nog snel genoeg te herstellen om slechts weinig van zijn voorsprong in te boeten. De Amerikaan Hardin was No. 2 in 52 sec. welke tijd nu als Olympisch record zal worden erkend. Deze tijd staat gelijk met het wereldrecord, dat op naam staat van den Amerikaan Taylor, die als derde binnen kwam.
Het wereldrecord van Hampson.
De overwinning van Hampson op de 800 meter lijkt mij wel het belangrijkste feit van den vierden dag der athletiekwedstrijden. Eigenaardig is het, dat Engeland in de jaren na den oorlog regelmatig beslag gelegd heeft op de 800 m. Te Antwerpen was het Hill, die in 1 min. 53,4 sec. Engeland de overwinning bezorgde. Vier jaar later verbeterde Low den tijd van Hill door te Parijs in 1 min. 52,4 te winnen. Te Amsterdam behaalde Low zijn tweede overwinning, wat op zich zelf ook reeds een merkwaardig feit is. Hij verbeterde zijn vroegeren tijd weer precies met 1 seconde. En thans is Hampson de man, die Engeland de gouden medaille voor de 800 m. bezorgt door dien afstand in wereldrecordtijd te loopen. Aanvankelijk gaf men voor zijn tijd op 1 min. 49,8 sec, doch het bleek later dat de electrische tijdopnemer een tijd van 1 min. 49,7 had geregistreerd, zoodat men dezen tijd wel als wereldrecord zal aannemen. Voor Hampson is deze overwinning een prachtige bekroning van zijn athletiekloopbaan, die, naar hij zelf heeft verklaard, thans zal zijn afgeloopen.
Dit is weer eens een typische Engelsche overwinning geweest. Hampton's stijl van loopen is misschien minder goed dan die van de Amerikanen, die hij achter zich liet; het was z'n vechtlust