w.o. „DE CORINTHIAN"

4

CITIUS

[De[volgende spelen....

De Spelen 1932 waren nog niet begonnen, toen Duitschland al bezig was aan de voorbereidingen voor 1936, in welk jaar de Spelen te Berlijn gehouden zullen worden. Amerika heeft den Duitschers toegezegd, dat zij alle vlaggen, die in Los Angeles gebruikt zijn, ten geschenke ontvangen.

De Duitsche organisatoren stellen als eisch, dat aan de Spelen ook weer een voetbaltournooi verbonden moet zijn. Daarmede heeft men natuurlijk tevens weer de beruchte kwestie van de amateursbepalingen binnen gehaald, zooals vergoeding wegens loonderving, enz. Duitschland staat echter zoo krachtig op zijn stuk, dat het I.O.C. wel een mouw aan de zaak zal moeten passen. Zonder voetbal vreest men de organisatie financieel niet sluitend te kunnen maken.

En dan denkt men al weer aan 1940, voor welk jaar Japan gevraagd heeft de eer en het genoegen te mogen hebben!

Het Olympische dorp. De aardige huisjes van het Olympische dorp, waar de mannelijke deelnemers ondergebracht zijn, werden gebouwd door werkloozen. Het is de bedoeling, dat zij na de Spelen ook door werkloozen in gebruik zullen worden genomen.

De roeibaan.

De baan waarop de Olympische roeiwedstrijden worden gehouden, kan niet bogen op groote schoonheid. De oevers zijn vlak en zandig. Aan den eenen kant vindt men reusachtige rangeerterreinen en aan den anderen kant, boortorens en petroleum-tanks. Er is geen begroeid plekje te vinden.

Dat valt vooral onze beide roeiers tegen, want zoowel Röell als Roe-

FORTIUS

lofsen zijn de mooie omgeving van Utrecht gewend.

Waarom zij faalde.

Men is zoo teleurgesteld geweest over het falen van mej. Schuurman, dat men als een haas naar alle mogelijke motieven is gaan zoeken. Eerst heeft men er tegen geprotesteerd, dat Tollien vierde werd geplaatst, maar de film, die van de aankomst gemaakt werd, en waarover wij enkele weken geleden uitvoerig schreven, gaf „een meerderheid" der jury aanleiding om te beslissen dat weliswaar de volgorde van aankomst van de nummers 2 en 3 verkeerd was, maar dat onze landgenoote vierde was.

Bovendien is het op de baan ondragelijk warm geweest. De dames voelden zich als in een ketel, die op een vuurtje stond. Het is niet onmogelijk, dat de Friesche, die aan een dergelijke temperatuur natuurlijk heelemaal niet gewend was, van deze abnormale warmte het slachtoffer is geworden.

Het eerste succes.

Na de teleurstelling van onze beide sprinters Schuurman en Berger, was de vreugde over het succes van van Egmond dubbel groot. Een onzer medewerkers in Los Angeles zorgde er voor dat wij lang vóór de groote bladen wisten dat Holland ook weer eens een woordje meesprak: „V a n Egmond Olympisch sprintkampioen stop Gray kampioenkilometer, tijd 73 seconden. Van Egmond tweede, tijd 733/i0 stop Frankrijk kampioen tand e m." Zelden lazen wij dezer dagen een Olympisch telegram met meer genoegen in den vroegen ochtend ! Bravo, brave van Egmond! de eerste Nederlander, die de driekleur aan den middelsten

JACQUES VAN EGMOND.

Olympisch kampioen sprint 1932, een prettige, sportieve figuur, levenslustig doch door en door degelijk. Hij begon zijn sportloopbaan met voor zijn genoegen 's avonds te zwemmen. Toen beoefende hij athletiek, evenals zwemmen vooral den langen afstand. Op 19 jaar kreeg plotseling de fiets zijn liefde en in 4 jaar tijds bracht hij het tot zijn huidige succes.

EEN SNAPSHOT UIT DE CRICKETMATCH NEDËRLANDSCH XI-FREE FORESTERS, MET AAN BAT IR. NEUF.RBURG EN DE ENGELSCHMAN PATTISSON ALS WICKETKEEPER. (FOTO V.F.B.).

mast bracht. Dat maakte met een slag veel teleurstelling goed.

Vlak daarna ging onze vlag weer omhoog, nu voor den tweeden prijs van Van Egmond in de 1000 m. tijdrace. Het verschil was miniem, slechts 3/10 seconde.

De 800 meter.

De 800 meter gaf een grandiose overwinning van den Engelschman Tommy Hampson, die zoowel het wereld- als het Olympisch record brak. De ,,Achilles"-athleet volgde daarmede de voetstappen van Douglas Lowe, die in '24 en '28 deze race won, Albert Hill (1920), A. E. Tysoe (1900) en E. H. Flack, die in Athene won in 1896.

Neger-athleten*

De Olympische kampioen, de neger Eddy Tolan, is pas 24 jaar oud. Metcalfe, z'n 22-jarige rasgenoot, is wel een hoofd grcoter. De successen dezer negers doen aan die van andere rasgenooten terug denken. Zoo was Drew voor den oorlog de snelste Amerikaansche sprinter na Kelly; hij liep in 1914 de 100 yards in 9.6 sec. Groote Olympische loopers als Craig en Lippincott moesten zijn meerderheid erkennen. Na den oorlog waren het de negers Gourdin en Hubbard, die van zich deden spreken als springers en loopers; vooral in de estafette-ploegen. Ook de Canadeesche neger Edwards was een sprinter van klasse, beter nog op de 400 m. Sol Butler was eveneens springer en looper van beteekenis. Theard (Haiti), die voor Frankrijk uitkwam en London (tweede te