827

w.o. „DE CORINTHIAN"

ONGESCHREVEN SPOR¬

TIEVE WETGEVING

Laten uitvallen of niet bij onvaltallig zijn of worden van een ploeg? — De heeren Zijs en Vereecken aan 't woord

Er is voor eenigen tijd, vooral in Den Haag, heel wat te doen geweest over de vraag, of een club al dan niet moet laten uitvallen, wanneer de tegenpartij onvoltallig opkomt, of een speler (speelster) tengevolge van een blessure niet meer aan het spel kan deelnemen. Natuurlijk zitten er heel wat kanten aan deze kwestie, waarom het mij niet ongewenscht voorkomt, hier de meening van enkele Belgische korfbalautoriteiten mede te deelen. In ,Korfbal" het officieel orgaan van dien bond, schreef de heer Ch. Zijs, de bondsvoorzitter, eenigen tijd geleden o.m.:

„Is het niet de plicht van een aanvoerder, een speler te laten uitvallen, indien zijn tegenpartij gekwetst het veld moet verlaten ? Aan de hand van de spelregels antwoord ik: „ja." Want, wanneer ik de toelichting, aangeteekend in de O.S. bladz. 8 naga:

„Heeft de scheidsrechter een speler wegens wangedrag verwijderd, dan kan de aanvoerder een speler laten uitvallen."

Dan trek ik daar de conclusie uit, n ongeschreven wet, dat in alle andere gevallen, waardoor een speler het veld

moet verlaten, de aanvoerder der tegenpartij een speler moét laten uitvallen. Als de officieele spelregels voorzien, dat, voor een daad, waarbij het prestige van den scheidsrechter wordt aangetast of waarbij handelingen worden verricht, die den goeden naam van korfbal schaden, wangedrag dus, toch nog op het sportief reageeren van de tegenpartij wordt gewezen door de mogelijkheid van uitvallen, is het dan niet de plicht van den scheidsrechter, in de andere gevallen den speler uit het veld te verwijzen ?

Maar hier is voor den scheidsrechter toch voorzichtigheid geboden. Want m.i. wordt het laten invallen door de vereenigingen, in geval een harer spelers het veld moet verlaten (wangedrag is hier uitgesloten) uitzonderlijk of misschien nooit toegepast. De competitie wordt in onzen Bond meestal der wijze geregeld, dat uitzonderlijk twee opvolgende twaalftallen tegelijk moeten optreden. Door deze regeling is het steeds mogelijk de noodige reserven aan de lijn te hebben, gereed, om bij eventueel gebeuren de plaats in te nemen. En dat gebeurt slechts zelden, omdat de

invallers een verkeerd begrip hebben van de rol, waarvoor zij zijn aangeschreven. Zij geven bij den aanvangstijd „acte de présence", ontkleeden zich niet, beschouwen zich verder als toeschouwer of gaan terug naar huis.

En daar ligt voor de scheidsrechters het groote punt in hun machtsgebruik, dat hun ten dienst wordt gesteld door de reglementen. Blijkt, dat een vereeniging, die over meer dan één twaalftal beschikt, geen reserven heeft aangesteld, dan mag de scheidsrechter de tegenpartij niet verplichten een speler te laten uitvallen. Alleen voor de vereenigingen, die slechts over één twaalftal beschikken of voor het laatst twaalftal van een vereeniging, moet hij zijn standpunt „verplicht uitvallen" handhaven.

De scheidsrechters moeten er over waken, dat buiten de naleving van de spelregels het karakter van het spel op sportieve gronden blijft berusten."

Een circulaire van „Scaldis."

Aanleiding tot het bespreken van deze kwestie blijkt geweest te zijn een door „Scaldis" aan alle clubs en aan het bondsbestuur gezonden circulaire, waarin er op gewezen werd, dat enkele vereenigingen niet meer laten uitvallen bij kwetsen der tegenpartij en waarin verzocht werd, of de clubs zich onderling wilden verbinden tot wel uitvallen. Een poging dus, om dezen ongeschreven regel geheel en onvoorwaardelijk in eere te herstellen. Het bondsbestuur — aldus schrijft de heer V. Vereecken in „korfbal" — heeft gemeend, op die circulaire te moeten reageeren en zond Scaldis 't volgend briefje:

„Wij kwamen in 't bezit van uw rond-

EISCHT UITSLUITEND ORIGINEELE

TERIRY ZADELS

DE BESTE VOOR RIJWIEL EN MOTOR

HERBERT TERRY & SONS Ltd.

HOLLAND DEPARTEMENT DIR A BROIMKHORST — LAAN VAN MEERDERVOORT 478-480 — DEN HAAG TEL. 392212 * TELEGR.ADRES TERRY