82J
Zal Nurmi te Los Angeles
starten?
Zijn opvattingen omtrent het amateurisme.
De strijd om Nurmi is nog lang niet gestreden. De Finnen zijn overtuigd van hun goed recht. Ze beweren, dat Nurmi, volgens een normale opvatting van het amateurisme, als amateur beschouwd moet worden. De Finsche Athletiek Bond is die meening toegedaan en ook het Finsch Olympisch Comité heeft zich daarmede vereenigd. Het gevolg daarvan was, dat men Nurmi heeft aangewezen om Finland te Los Angeles op de 10.000 m. en den Marathon te vertegenwoordigen.
Nurmi heeft zelf bovendien de voor de inschrijving te Los Angeles vereischte verklaring, dat hij een zuiver amateur is, onderteekend en zoo is hij op het oogenblik met de andere Finsche vertegenwoordigers op reis naar Los Angeles.
Zal men hem daar in den ban doen ? Dhrn. Edström en Stankowitz, de groote mannen van de Internationale Athletiek Federatie, beweren van ja, doch de Finnen zijn overtuigd, dat hij wel zal uitkomen.
Eerlijk gezegd zou het dwaasheid Zijn Nurmi uit te sluiten. Er zullen tientallen athleten aan de Spelen deelnemen, wier amateurisme niets beter is dan dat van Nurmi. Hield men zich aan de strikte letter van de wet, dan zou het aantal deelnemers te Los Angeles al heel beperkt zijn. Amateurisme is een verouderd begrip, dat eigenlijk uit den tijd is. Het bestaat nog maar alleen in de verbeelding van sommige sportleiders, die zelf niet meer aan sport doen, doch op kosten van hun sportfederatie groote reizen maken, waarbij ze vaak hun zaken handig aan de sport weten te koppelen. Denk maar eens aan de leiders van den Engelschen Voetbal Bond, die als presentiegelden voor het bijwonen van commissievergaderingen
enz. een burgermans inkomen ontvangen. Diezelfde heeren verklaren echter tot beroepsspeler iemand, die in plaats van de werkelijk uitgegeven kosten voor een lunch, daarvoor een vast bedrag van 2 sh. 6 d. in rekening brengt. Inderdaad, daar behoort toch eenigen moed toe.
Wat Nurmi betreft, rekenen de Finnen er bovendien een beetje op, dat de Amerikanen practische zakenmenschen zijn. Nurmi is op het oogenblik in grooten vorm; Zijn loopen alleen zou te Los Angeles een uitverkocht Stadion geven.
Waarom zou men hem dan uitsluiten ? Zaken zijn zaken, nietwaar ?
Voor zoover in den doolhof van voorschriften en bepalingen den weg te vinden is, blijkt het, dat alleen het Amerikaansch Olympisch Comité het recht zou hebben om zonder opgaaf van redenen Nurmi niet tot de Spelen toe te laten. . ,
Het is nu de vraag of dat Comité Zich daartoe verplicht gevoelen zal, nu het hier een kwestie geldt, waarover de meeningen uiteen loopen. Het zou aan den eenen kant een onvriendelijke daad tegen den Finschen Athletiek Bond zijn, waartegen die bond wel eens represailles zou kunnen nemen. Maar men kan aan den anderen kant het bestuur van de Federatie toch met in een zeker kleedingstuk laten staan.
Het beste zou wel Zijn, dat de Internationale Federatie maar wat water in den wijn deed en de beslissing aanhield, totdat de algemeene vergadering zich over den toekomstigen vorm van het amateurisme uitgesproken zal hebben. Op het congres te Berlijn was er reeds een hevige oppositie tegen de scherpe eischen van het bestuur. Het is zeer wel mogelijk, dat die oppositie
martijn sajet, bestuurslid van den k.n.v.b. en secretaris van de sympathieke vierde klasser wilhelmina vooruit, is deze week in t huwelijk getreden met mej. a. frankhuysen. (foto v.f.b.)
w.o, „DE CORINTHIAN"
Paavo Nurmi,
nog is toegenomen en dat men daardoor geen wijziging in de bestaande bepalingen zal krijgen.
Toevallig kreeg ik juist dezer dagen in handen een blad van eenige jaren terug, waarin een verklaring van Nurmi zelf over het amateurisme. Ze is belangwekkend genoeg om ze hier eens af te drukken.
Naar mijn meening — aldus Nurmi — behoort het vraagstuk van het amateurisme van twee zijden bekeken te worden, de idealistische en de practische.
Als men wil vasthouden aan den verouderden kijk op de athletiek en haar idealen — dat sport dient tot bevordering van de gezondheid en het levensgeluk van het individu — kunnen de strengste maatregelen toegepast worden. Maar als de athletische takken van sport gebruikt worden ter verki ij ging van politieke publiciteit om een land internationaal bekend te maken en te doen respecteeren, moet een practische maatstaf worden aangelegd. Ik vrees, dat de ideëele athletiek niet in staat is mannen van extra klasse voort te brengen, zooals elke natie thans wenscht te bezitten.
De Amerikaansche A.A.U. werkt in de goede richting door de vorming van dergelijke sterren mogelijk te maken. Het individu heeft in dat land veel vrijheid om de zaken naar zijn zin te regelen. Men beseft, dat het onmogelijk is om goede athletiek te geven onder strikt amateuristische bepalingen. En toch blijft er een groot verschil bestaan tusschen amateurs en beroepsathleten.
Tot zoover de meening van Nurmi, door hem weergegeven, toen hij juist van een rondreis door Amerika was teruggekeerd. Hij kon dus met kennis van zaken over de Amerikaansche toestanden spreken.
Niet alleen in Finland, doch over de geheele wereld zal men zeker met belangstelling het verdere verloop van de zaak Nurmi volgen.
C. j. Groothoff.