76g
DE NATIONALE ZWEM-
Assen heeft het met deze kampioenschappen niet getroffen. De geheele week was het weer buitengewoon fraai, zoodat men het beste van deze kampioenschappen verwachtte. Er was voor een goede organisatie gezorgd, behalve dan dat de deelnemers, zwaar bepakt met koffers, van de zweminrichting naar het hotel — ongeveer een half uur — konden loopen. Sportief gesproken voldeden de wedstrijden op Zaterdagmiddag maar matig. Er stond een venijnig koud windje, dat den deelnemers kippenvel en stijve spieren bezorgde. Daarentegen was het water op prima temperatuur, maar de reactie was toch te groot om goede prestaties te verwachten. Bovendien was het water zeer zwaar om te trekken en dat alles bij elkaar genomen maakte de animo ook niet grooter.
Het programma opende met de 1500 meter vrije slag, waarvoor geen belangstelling was, ook al omdat we weinig goede afstandzwemmers hebben, terwijl verder Hemsbergen zich niet bijzonder behoefde in te spannen om te winnen. De slag van den Haarlemmer was bijzonder goed, soepel en regelmatig, terwijl Kuyper en Kemper veel technische fouten hadden en daardoor reeds geen kans op de eerste plaats hadden.
De Rotterdamsche Dames Zwemclub kwam op de 5 x 50 meter met twee ploegen uit — een unicum op kampioenschaopen — en wist met gemak te winnen in een tijd die tegen haar eigen record stond. Hoe kon het ook anders, want Willy den Ouden zwom mee! Maar dat er zoo gevochten zou worden om de tweede plaats, door de tweede ploeg van de R.D.Z., was toch wel iets bijzonders. De A.D.Z. zwom echter op de laatste baan beter uit, zoodat de prijzen gedeeld werden. Bij de heeren was de H.Z. & P.C. wederom het snelste. Bij het IJ zagen we van Essen weer in \ water. Hij zag er gebruind uit, zóó van Hawaï overgeplant. Hij trok hard, maar niet zoo hard als vroeger, maar het gaf toch aan de IJ-ploeg een sterken moreelen invloed en dat doet in wedstrijden vaak wonderen. Daardoor kwam het dan ook, dat er zoo zwaar om de leiding gestreden werd. Als we dan echter nagaan dat Ingenluyf voor de H.Z. & P.C. de 50 meter als laatste man in 27 2/5 sec. trok, dan laat het zich verklaren, dat de Hagenaars het kampioenschap wonnen. Er werd hier reusachtig gecrawld en verblijdend genoeg met een sneller beentempo. Daar zal men het tenslotte toch van moeten hebben.
De schoolslagdames bleven thuis. Jenny Kastelein was er niet, Mevr. de Groot—van Gelder evenmin en Nel de Vries ook niet te vergeten. Dat was jammer! Trouwens, over het algemeen waren de estafettes sterker bezet dan de personeele banen. Drie dames om een kampioenschap van 200 meter schoolslagzwemmen is wel wat te weinig. Mej. Hessel hebben we niet zien winnen tegen mej. Brouwers. De Rotterdamsche was en bleef voor,
zoodat het kampioenschap bij de R.D.Z. terecht kwam. De stijl van dit schoolslagzwemmen was niet slecht, ofschoon dat herhaaldelijk optrekken der schouders wel een beetje minder kan, waardoor de snelheid vanzelf opgevoerd kan worden. Bij de heeren was de belangstelling voor deze baan beter, ofschoon de kwaliteit maar matigjes was. Korpershoek won heel gemakkelijk in een tijd, die ik maar niet noemen zal, want hij was er zelf van geschrokken, zoo slecht als die was. Maar om het even, wie het eerste aankomt, heeft het kampioenschap.
Het schoonspringen is altijd een gewild nummer op kampioenswedstrijden, maar ditmaal viel de deelneming sterk tegen. Er was nog groote moeite door de zwemmers gedaan om een Amerikaansche plank te krijgen, maar de springcommissie weigerde tot op het laatste oogenblik hiervoor toestemming te geven en toen de toestemming op het laatste oogenblik of liever gezegd te late oogenblik kwam, kon er geen plank meer geplaatst worden. Wel werd er nog een nieuwe „Hollandplank" neergelegd, maar die had men stiekum weg laten sleepen en zoo eindigde dit plankendrama met een overwinning voor de springcommissie en een kampioenschap voor mej. Klapwijk, die en passant ook deze kampioenschappen technisch organiseerde. Dat verdient alle hulde, want om dat alles voor elkaar te krijgen, moet men wel werkelijk van de bovenste plank zijn.
Ondanks alle misère hebben we dezen middag toch nog iets bijzonders beleefd, n.1. op de 200 meter vrije slag voor heeren. Hier zwom Scheffer en laat ik er dadelijk bij zeggen, dat het voor velen een openbaring was, zoo lekker als deze knaap door het water gaat. Bij een vorige gelegenheid heb ik reeds herhaaldelijk de aandacht op dezen zwemmer gevestigd en ik mag het nog wel eens herhalen, dat wanneer Scheffer dagelijks getraind wordt, hij een van de snelste zwemmers wordt, die Nederland in de laatste jaren gehad heeft. Ook op den rug. Scheffer heeft zijn lichaam bijzonder mee. Hij glijdt bij elke beweging gemakkelijk vooruit en ligt daarbij zeer goed in het water, dat het bepaald een genoegen is om er naar te kijken. Henk de Haas, de kampioen en recordhouder, kon er niet tegen optornen, want Scheffer nam direct de leiding, die hij niet meer afstond, maar zelfs nog meer uitbuitte, zoodat de kampioen verder kansloos zwom. Dat was een prachtwedstrijd, zooals we er zelden te zien krijgen.
De A.Z. 1870 was op de 4 x 200 meter geweldig op dreef, maar bleef ver boven haar gemiddelden tijd, wat niet weg nam, dat deze Amsterdammers met bijna een baanlengte wonnen. Dus een verdiend kampioenschap.
Als slotnummers werden er nog twee wisselslagnummers verzwommen op de 3 x 100 meter, zoowel voor dames als heeren. Ieder afzonderlijk natuurlijk.
w.o. „DE CORINTHIAN"
Dat zijn prachtnummers, ofschoon uitermate zwaar. Diny Ketelaar won deze race, door een disqualificatie van mej. Luyke, die een schaarschoolslag zwom en daarom uitgeschakeld werd. Dat was jammer voor haar, want de Schiedamsche had er hard genoeg voor getrokken. Van der Kamp won het heerennummer a son aise.
In den tweeden dag zat meer enthousiasme. Het was in de eerste plaats veel warmer, op het broeiende af en dat is juist een goed weertje voor de zwemmers, waaronder we maar gemakshalve ook de dames rangschikken. De Olvmpische deelnemers konden hun hart op de 100 meter vrije slag ophalen en in dat verband was een ontmoeting Selbach—Vierdag buitengewoon actueel. In insiderkringen was men verbaasd, dat mej. Vierdag gekozen werd voor de Olympische ploeg en niet mej. Selbach, omdat die toch sneller zwemt. Hoe het zij, men moet de meening van de T. C. respecteeren. Voor mej. den Ouden was deze race een peuleschilletje, maar voor de andere dames moet het een waar struikelblok geweest zijn. Om kort te gaan, mej. Selbach won van mej. Vierdag de derde plaats, terwijl mej. Laddé de tweede plaats verwierf. Het zwemmen van mej. Laddé was eerlijk gezegd niet zoo fijn als dat van mej. Vierdag, maar dat neemt toch niet weg, dat zij op weg is een zeer goede zwemster te worden en met goede training nog heel veel kan bereiken.
Ingenluyff en van Voorst gaven elkaar op de 100 meter vrije slag met veel toe. Ook Henk van Essen speelde een rol, alhoewel niet zoo'n groote. Ingenluyff won met 4/5 sec. verschil van v. Voorst. Onnoodig te zeggen dit de Rott. Dames Zwemclub wederom de estafette op de 3 x 50 meter wisselslag won en de H.Z. & P.C. na scherpen strijd met U.Z.C. en Haarlem voor de heeren.
Stotijn was goed op dreef op de stalen plank, waar hij trouwens altijd van springt. Jammer genoeg waren er maar twee springers, zoodat dit fraaie nummer veel te gauw was afgeloopen. De meeste springers springen nu eenmaal van een Amerikaansche plank en men wist vooruit dat ze niet op een stalen plank zouden springen. Een andere keer dus ook voor een houten plank gezorgd! Lotgering werd automatisch tweede.
Mevr. Philipsen Braun hield haar kampioenstitel op de 100 meter rugslag zonder strijd, wat niet te verwonderen behoeft, maar bij de heeren had de Haas het lang niet gemakkelijk tegen Scheffer, die zich dezen middag niet onbetuigd liet. Hij kwam echter > in de touwen terecht, maar men kan "er op rekenen, dat hij de komende jaren op die baan de eerste viool zal gaan spelen. Dat de Rotterdamsche dames zwemclub over zeer snelle ploegen beschikt, werd ook nu weer bewezen op de 4 x 100 meter vrije slag, die met ruim verschil werd gewonnen. Een tweede ploeg van dezelfde club — wat een weelde — sloeg ook een goed figuur. De A.D.Z. werd goede tweede en begint op estafettegebied aardig naar voren te komen. Zouden we weer op de Amsterdamsche dameshegemonie afstevenen? De A.Z. 1870 leverde fraai werk, door in een Zeer slechte serie den besten tijd te maken, terwijl in de sterkste serie het hardste om de eer gevochten werd. De laatste nummers werden bezet door de 400 meter vrije slag. De beide nummers boden niet wat men verwachtte, daarvoor hadden de deelnemers reeds te veel achter den rug.
S. P. J. Borsten.