768
w.o „DE CORINTHIAN"
Achteraf gezien was het eigenlijk wel jammer, dat men niet aan het oorspronkelijk plan om Amsterdamsche tegen Rotterdamsche veteranen te laten spelen heeft vast gehouden. Vermoedelijk zou men dan een spannender wedstrijd gekregen hebben, waardoor het publiek nog meer voor zijn geld zou hebben gehad. Toch is het een aardige strijd geworden, waarin het meerendeel deiveteranen nog zeer verdienstelijk voetbal liet zien. Krom, de Bruin, Bieshaar en nog enkele andere spelers, die nog regelmatig in competitiewedstrijden uitkomen, staken eigenlijk heelemaal niet uit boven de echte veteranen als b.v. Cas Ruffelse, Hörburger -welke van de twee het was, Anton of Arnold heb ik niet kunnen ontdekken — van der Kluft of de Kruijf. Eigenaardig was het, dat de veteranen in hun manier van spelen zoo weinig veranderd zijn. Ze zijn ists minder snel, mogelijk ook een beetje minder doortastend geworden, doch hun spel is overigens zóó weinig veranderd, dat vele toeschouwers ze onmiddellijk zouden hebben herkend, zelfs als ze gemaskerd in het veid waren gekomen. Van Dort trok noj precies op d»zelfde manier telkens z'n broek op als hij dat in vroeger jaren bij Ajax deed. En even onverwacht als vroeger gaf hij met z'n hak nu en dan den bal naar een partijgenoot door. Hij was natuurlijk nog even fel op het maken van doelpunten. Het was jammer, dat hij niet met de Natris kon samenspelen. Nu had hij tot partner Heintje Delsen, die niets minder handig is als vroeger, al speelde hij thans op den vleugel. Vooral deze speler was al keel weinig veranderd. Hij had in ds kleedkamer zorgvuldig enkele grijze haren weggewerkt, wat hem beter gelukte dan het meerendeel der andere spelers, zoodst hij er nog even jeugdig uitzag als vroeger. Het publiek had er schik in, m?n moedigde hem dan ook krachtig aan. Van Dort en hij konden het best met elkaar vinden. Een prachtig moment was het toen, even voor de pauze, van Dort keurig den bal naar den vleugel passeerde om daarra tot z'n verontwaardiging tot de ontdekking te komen,
dat daar niet Delsen, doch een in het rood gekleeden ballenjongen stond! Van der Kluft was nog een verdienstelijk achterspeler, die nog precies zoo als hij dat vroeger altijd deed, den bal met z'n buik stopte. Fons Pelser was wat stijf geworden, wat verklaarbaar is.
Schindeler was de eenige speler, die er op achteruit gegaan was. Hij wist niet steeds het goede oogenblik voor het uitloopen te kiezen, waardoor zijn ploeg ten slotte met grooter verschil verloor, dan noodig geweest was. Het toeval wilde, dat juist in het andere elftal de Boer onder de lat bijzonder
Groothof/, eens een van onze \
| voornaamste scheidsrechters, die \
| echter thans reeds vele jaren zijn \
\ fluit niet meer hanteert, heeft dien j
: Donderdagavond zijn kunnen nog \
j eens getoond. Wij zouden hem met {
| gelijken munt kunnen betalen en \
! critiek op zijn beied in De Revue s
j plaatsen, zooals hij dat steeds on- j
[ gezouten op zijn collega-referees [
[ doet, doch zullen dat uit eerbied voor \
| zijn vele witte haren maar nalaten. \
§ Ziethier echter wat hij zelf te \
| vertellen heeft over zijn onder- j
j danen van één avond.
goed op dreef was. Van Dort vond zelfs, dat hij al te goed speelde en dat hij, zonder aan zijn reputatie afbreuk te doen, gerust een paar ballen had mogen laten gaan. Met de Bruijn en Ruffelse vormde de Boer wel een heel sterke achterhoede. Merkwaardig zoo als Cas Ruffelse nog speelde. M.i. zou hij op het oogenblik nog met succes een plaats in het elftal van Sparta kunnen innemen.
Evenals vroeger, kon hij zich ook thans maar niet met de beslissingen van den leider vereenigen en appeleerde hij keer op keer voor buitenspel. Het meest heb ik me echter verbaasd over het spel van Grijseels. Laat ik maar eerlijk zeggen, dat, naar mijn meening, Grijseels vroeger, noch voor A.F.C. noch voor U.D. als voorwaarts iets van beteekenis heeft gepresteerd. Hij was een
snelle looper, doch geen voetballer. Thans, nu hij z'n haren verloren heeft en vermoedelijk wel de vier kruisjes achter den rug zal hebben, ontpopt hij zich als een verdienstelijke spil. Er zijn heel wat eerste klas elftallen, die zich moeten behelpen met een minder goeden spil dan Grijseels. Vooral in het eerste gedeelte van den strijd speelde hij werkelijk uitstekend, daarna verslapte hij wat, doch toen was de strijd reeds beslist en deed hij het maar kalm aan. Zijn eigen verklaring van dit raadsel was, dat men hem vroeger in den aanval liet spelen, waarvoor hij blijkbaar niet was geschikt. Eerst kort geleden probeerde hij het eens in de middenlinie, waarbij hij tot de ontdekking kwam, dat de spilplaats hem veel beter „lag" dan eanige andere plaats in het veld. Had hij dat vijftien jaar vroeger ontdekt, dan zou hij mogelijk een internationale spil geworden zijn, waartoe hij door zijn lengte, z'n snelheid en z'n stevigen bouw als geknipt is. Clubbesturen stellen dikwijls een elftal op zonder daarbij rekening te houden met den aanleg der spelers, waardoor vaak goede krachten verborgen blijven.
Hörburger en Thomée zijn ook spelers, op wie de jaren geen vat schijnen te hebben. Hörburger goochelt nog even handig met het leder als vroeger en Jan Thomée heeft nog steeds een voorliefde voor harde schoten. Gedraai en gedrijf met den bal is hem nog altijd een gruwel, een nutteloos verknoeien van tijd.
De strijd was, vooral in het eerste gedeelte, bijzonder geanimeerd en af en toe ook wel van goede kwaliteit. Het spel was nu en dan zelfs sneller dan ik persoonlijk wel wenschelijk vond. Gelukkig klopte een vooraf met de grensrechters getroffen regeling vrij gced. In het tweede gedeelte toonde echter een der grensrechters blijkbaar meer belangstelling voor het spel dan voor de spelregels. Het kwam mij tenminste voor, dat hij toen eenige malen vergat zijn vlag voor buitenspel op te steken.
Het verkleeden na afloop van den wedstrijd kostte heel wat meer tijd dan dat vóór het spel. Er werd druk gewreven en gemasseerd, bovendien moesten heel wat geschaafde knieën in behandeling genomen worden. Desondanks was de stemming opgewekt en maakte men al plannen voor een volgenden wedstrijd. Het bleek, dat een recette gemaakt was van ongeveer ƒ 6000.—, waarvan echter een groot gedeelte aan belastingen moet worden afgestaan, zoodat ruim ƒ4000.— aan de K.N.A.U. kon worden afgedragen. Een aardig resultaat. C. T. GROOTKOFF.
Kanowerf J. W. Graftdijk - Leyweg 2- Loosduinen - Telefoon 335637