755
w.o. „DE CORINTHIAN"
HOE DAMES-TENNISKAMPIOENEN TE KWEEKEN!
Men vroeg indertijd eens de meening van den vader, tevens trainer van de tennisster Susanne Lenglen, den heer Charles Lenglen, over het feit dat er zoo weinig uitblinkende dames-tennisspeelsters op de wereld waren. Hij antwoordde toen ongeveer als volgt:
„Naar mijn meening is er op het oogenblik in de geheele wereld slechts één speelster van buitengewone klasse en dat is Miss Helen Wills (Mrs. Moody) uit Californië, het land dat reeds zoo vele kampioenen voortbracht. Miss May Sutton (Mrs. Bundy) en Miss Elizabeth Ryan zijn eveneens uit Californië afkomstig en ook haar namen Zullen beroemd blijven in de annalen van het internationale damestennis.
„Onze vrouwelijke kampioenen van tegenwoordig schijnen niet van die buitengewone klasse te zijn, zooals vroeger een Mrs. Lambert Chambers, daarna mijn dochter, en nu de Californische Helen. Het komt me voor, dat haar spel dat ondefinieerbare mist, dat bewondering afdwingt en dat de kenners in vervoering brengt. Het ontbreekt de huidige speelsters aan de juiste leiding om superieur te worden; maar waar deze leiding te vinden ? Waar den toegewijden mensch vandaan te halen, die eiken dag eenige uren wil opofferen voor het werk van zijn leerlinge ?
„Om een kampioene te kweeken, heeft men een jeugdig persoon noodig, die physiek en moreel goed begiftigd is en die voorts een groote mate van zelfvertrouwen en energie bezit. Geef dit zeldzame exemplaar, indien gij er in geslaag 1 zijt het te vinden, een strengen trainer, die in staat is zijn wil aan zijn leerlinge op te leggen. Naast een goeden leeraar zijn ook mannelijke partners met een behoorlijke spelkwaliteit onmisbaar.
„Teneinde vermoeienis door verplaatsing over groote afstanden te vermijden, is het gewenscht dat men in de nabijheid van de club woont, zoodat vlak bij huis geoefend kan worden. Niet te verwaarloozen factoren zijn ook de clubkosten, de kosten voor rackets, ballen en leeraar, welke hoog genoeg zijn om de ouders van de kampioene-in-den-dop af te schrikken. Voorts is er een paar ouders noodig, die niet opzien tegen het vooruitzicht een gejaagd en onrustig leven
Times" deed opmerken: „And so Scotland, with all respect to Holland, the home of Golf, appears in the final stage af ter a lapse of 21 years."
Onder schier ideale weersomstandigheden had deze eindstrijd plaats, met als resultaat een overwinning met niet minder dan 7 en 6 voor Miss Wilson, die vooral 's middags in grootschen vorm speelde en wier vaste e;i Wekere diives, lange tweede slagen, nauwkeurige iron-schoten en feillooze putts de bewondering van het talrijke publiek wekten. Miss Wilson, die aldus voor de tweede maal in successie beslag op den titel wist te leggen, werd het eerst door haar tegenstandster gelukgewenscht, waarna zoowel winnares als runner-up door het publiek luide werden toegejuicht.
te moeten leiden! Ik denk, dat de opsomming van al deze factoren sommige sceptici zal doen glimlachen, maar ik kan hun verzekeren, dat ik absoluut niet overdrijf en nog niet eens erg volledig ben geweest.
„Welk een hoopvolle verwachtingen in het begin, doch welk een desillusies wanneer eenmaal de groote matches komen! Dan is het oogenblik daar, dat de toekomstige ster en de trainer al hun moed en energie moeten aanwenden, om te trachten de moeilijkheden het hoofd te bieden. Maar wanneer dan eindelijk het succes hun toelacht, wordt hun moeite ook ruimschoots beloond!"
We herinneren in dit verband aan een gezegde van Helen Wills ten tijde dat zij nog door Mlle Lenglen werd
Uit de Geschiedenis
III. der Paardensport
In het jaar 1874 werd te Aylesbury de National Hunt Steeple Chase gehouden, welke werd gewonnen door Mr. Vyner op „Lucullum". Op deze meeting verscheen ook de beroemde merrie „Miss Hungerford" van Mr. F. Bennett, die in datzelfde jaar de eerste Grand Steeple Chase de Paris won. Haar gewicht bedroeg 701/2 kg. Zij volbracht het parcours te Auteuil op zulk een schitterende wijze, dat haar roem nog thans voortleeft. Te Aylesbury won zij voorts de Master of Hounds Steeple Chase.
Vóór de stichting van Aintree en Croydon hadden de Engelsche steeplechase-meetings een wisselend succes. Cheltenham en Leamington hebben langen tijd de leiding gehad. De eerste steeple-chase te Cheltenham had in 1833 plaats, doch eerst tegen 1835 kregen deze meetings meer beteekenis. Het parcours was zeer zwaar; de eerste hindernis was een muur van ca. 1.60 M. hoog, terwijl er verder twee flinke slooten in voorkwamen en tenslotte nog een muur van ca. 1.70 M. De paarden werden hier bijna uitsluitend door heerrijders gereden.
De naam van den in een onzer vorige
verslagen, n.1.: „Suzanne ne „durera" pas toujours, tót ou tard mon tour viendra". Inderdaad is de beurt aan Miss Wills gekomen en haar heerschappij over de internationale damestenniswereld duurt nog steeds voort. Haast met zekerheid kunnen we zeggen dat spoedig het oogenblik zal komen, dat een andere tennisspeelster het betreffende gezegde zal herhalen, maar dan met betrekking tot Mevr. MoodyWills!
Zou het mej. Rollin Couquerque worden ? Of zou het een speelster van „la belle France", die eens een Lenglen voortbracht, zijn die Miss „Poker face" van haar troon zal stooten. Wait and see, zou de Engelschman terecht zeggen.
artikelen reeds genoemden Capt. Beecher, die tal van paarden met succes heeft bereden, is onafscheidelijk verbonden aan het paard „Vivian", waarmede hij te Aylesbury o.a. „Lancet" van Lord Waterford versloeg. De nederlaag van „Lancet" was een groote teleurstelling voor Lord Waterford en hij ging dan ook onmiddellijk een match om 1000 Guineas aan met „Cock Robin" tegen „Vivian", welke echter wederom, dank zij 't meesterschap van Beecher, door „Vivian"werd gewonnen. Capt. Beecher is een der grootste figuren uit de hindernissport geweest; in 1835 verscheen er een portret van hem op „Vivian", dat gretig door zijn bewonderaars werd gekocht.
De stuwkracht van Cheltenham was Lord Seagrave, die groote sommen in de kas van de baan stortte; hij verhoogde het prij zenbedrag van de Grand Steeple Chase en vervulde de functie van rechter.
In 1839 werd de Grand Steeple Chase gewonnen door Jimmy Mason op „Lottery", dank zij het feit dat ruiter en paard elkaar volkomen begrepen; deze twee vormden een volmaakte combinatie. Het paard, dat in 1830 was geboren, was niet geheel en al een volbloed, en nadat het in 1834 aan eenige vlakke-baan-rennen had deelgenomen, waarvan het er een won, werd het door zijn fokker naar de markt gebracht en verkocht aan den koopman Elmore, die het magere, onoogelijke beest verscheidene malen onderzocht voor hij er een bod op deed. Elmore trainde het paard voor de hindernisrennen, verkocht het, kocht het weer terug en gaf zich daarna pas rekenschap van de buitengewone eigenschappen van „Lottery". Hij liet het paard in verschillende groote steeples uitkomen, die het alle won, en langzamerhand werd het beest zoo zwaar belast, dat het bijna onmogelijk was om het nog ergens met succes te laten uitkomen.