75i
w.o. „DE CORINTHIAN'
LESSEN UIT I NEDERLAND—TSJECHO SLOWAKYE I
Waarschijnlijk zal onze stem die eens roependen in een woestijn blijven, maar we willen nog eens de leiders van ons voetbal adviseeren om niet in het oneindige te blijven voetballen, maar op een zeker moment van uitscheiden te weten. De laatste match van ons nationale elftal tegen de Tsjechen heeft o.i. toch afdoende bewezen, dat onze spelers te veel hadden gevoetbald en niet meer die ware animo bezaten om een belangrijken wedstrijd als deze te spelen. Het spel was dientengevolge lauw en mat. Afgezien daarvan waren de weersomstandigheden ook van dien aard, dat ze het spelen van voetbal niet in de hand werkten. Hier had een zwemwedstrijd of een athletiek-kamp tegen de Tsjechen moeten worden gehouden!
Een andere les die men naar aanleiding van den jongsten internationalen wedstrijd heeft kunnen trekken, is dat de prijzen van de plaatsen te hoog zijn. Vele leege gaten, speciaal op de duurdere rangen, wezen in de richting dat het publiek in deze tijden niet bereid is de fabelachtige prijzen te betalen. Zeker, we weten dat de Bond op hooge lasten zit, maar die zijn toch niet zoo hoog, of de toegangsprijzen voor de interland-kampen (waaruit de Bond zijn grootste inkomsten trekt) kunnen wel wat verlaagd worden. Niet alleen dat dan het Stadion bij andere dan Holland-België kampen ook uitverkocht is, maar tevens kunnen dan ook eens diegenen, die tot dusverre door de prijzen werden afgeschrikt, van de wedstrijden van onze Oranjehemden genieten. De propaganda is er dus zeker mee gebaat!
! 170 K.M. WANDELEN"enTnOGWAT |
Een paar aanteekeningen : toerisme, wandelsport en recordprestaties. Men schrijft ons:
Met Pinksteren heeft een wandelaar een poging gedaan een marsch van Brussel naar Haarlem, zijnde ruim 170K.M., te maken. Hij slaagde, maar wij zouden hierbij het volgende willen aanteekenen.
Er zijn drie klassen van wandelaars te onderscheiden en wel:
a. De toeristen, wien het in de eerste plaats te doen is om de natuur en hun gezondheid en voor wie de afstand, dien zij op een dag afleggen en de tijd, dien zij daarvoor noodig hebben, vrij onverschillig zijn. Het zijn in de eerste plaats toeristen, ongeacht of zij al of niet met een pakje proviand in hun zak op een geheelen dag 25 kilometer kuieren en heel wat uurtjes op een mooi plekje in het gras liggen en 's avonds weer thuis zijn, dus het toerisme in het klein beoefenen, of dat 2ij met dagmarschen van 30 a 40 K.M. met een vol geladen grooten rugzak, met dekens er onder vastgebonden, door het land trekken en het toerisme in het groot beoefenen. Al worden deze wandelaars hier het eerst genoemd, toch wil dit niet zeggen, dat wij hen het
minst achten, want vooral het beoefenen van het toerisme in het groot vereischt heel wat voorbereiding.
In dit schema komen er dan:
b. De Sportwandelaars, die wèl letten op den afstand, dien zij per dag afleggen en op den daarvoor noodigen tijd, maar daarbij toch voor hun gezondheid waken. Men zou kunnen zeggen, dat hun doel is op één dag 50 of 60 kilometer te leeren loopen met een gang van 6 of hoogstens 7 kilometer, dus een tikje sneller dan de militaire pas, Zoodat zij, met behoorlijke rusten inbegrepen, den genoemden afstand in ongeveer tien uur kunnen afleggen. Maar 's avonds zijn ze nog frisch genoeg voor een uitgangetje en den anderen dag kunnen ze een even langen marsch als den vorigen maken.
Dat is ook het beginsel van de Vierdaagsche Afstandsmarschen. De sportwandelaars probeeren door regelmatige oefening hun prestaties op te voeren en door deze lichaamsbeweging hun gezondheid te bevorderen, maar blijven toch binnen de zooeven genoemde grenzen van afstand en tijd.
Van den gemiddelden mensch wordt zoodoende niet te veel verlangd.
Tenslotte is er nog een klasse.
c. Van de athleet-wandelaars, kampioenen op dit gebied, de mannen, die een wandelwedstrijd of 50 kilometer aangaan om dan met een tempo van 8 kilometer of hooger dezen afstand af te leggen; ook de mannen, die 100 of 177 kilometer gaan loopen met spaarzame rust. Hieronder valt nu de prestatie van den Haarlemmer, die met Pinksteren van Brussel naar zijn woonstad ging tippelen. Deze krachtproef kan slechts door een enkeling worden geleverd en mag ook slechts door een enkeling worden beproefd. De toeristen in het klein of in het groot, of de sportwandelaars, mogen hiervoor eerbied en bewondering hebben, maar in geen geval jaloezie en afgunst. Hier kan immers het bevorderen van gezondheid geen rol meer spelen, hoogstens de vraag hoe deze het minst geschaad kan worden.
Dergelijke geforceerde prestaties mogen niet als voorbeeld van wandelsportbeoefening worden genoemd; daar staat ze buiten. Die athleet-wandelingen of kampioenwandelingen, hoe men ze ook wil noemen, moeten uit de wandelspórt geabstraheerd worden, apart gezet en geheel afzonderlijk beoordeeld, zulks tot heil van de wandelsport, zooals wij die onder b hebben geschetst en die als zoodanig in ons land nu aan het groeien is.
*
Tot zoover de geachte inzender, met wien wij op het belangrijkste deel van zijn betoog diametraal van meening verschillen. In ons volgend nummer meer daarover.
onwetendheid
Men wijst ons op een bijdrage van C. d. D. in het socialistische dagblad ,,Vooruit", waarin de caddie, de trouwe helper der golfers, in bescherming
IZWEEDSCHE GYMNASTIEK- EN SCHERMSCHOOL „SURAE"
| Wilhelmïnapark 112, BREDA Dir. A. C. KUIT
wordt genomen. Wanneer men dit noodig acht, men ga zijn gang. Daarin zullen wij ons niet mengen. Wij willen echter even stelling nemen tegen de uitlatingen van C. d. D. als zou golf een „dom", „redeloos" en „geesteloos" tijdverdrijf zijn, en de beoefenaren „nietsnutten". Wij zullen niet argumenteeren waarom deze uitlatingen — die kennelijk als tendenzieus moeten worden beschouwd — geheel onjuist zijn, doch zouden de schrijver, die blijk geeft van golf tittel noch jota af te weten, slechts willen verwijzen naar den vroegeren grooten leider der Labour party in Engeland en thans in wezen nog even goed Labour-man, naar Ramsay Mc Donald, die voor zijn laatste oogoperaties veelvuldig en met veel enthousiasme het golfspel beoefende en ettelijke malen in de binnen- en buitenlandsche foto-pers als golfspeler werd afgebeeld. Zeker ook een „nietsnut", met zoo weinig oordeel des onderscheids dat hij golf als lichaamsoefening koos ? !„,«»™,n,—™™
VAN ONS KOLFS£E£^ERTELT 1
Het bovenstaande is geen „grappige" onwetendheid, wat echter het New Yorksche „Golf Illustrated" over het Nederlandsche kolfspel vertelt, heeft een humoristisch tintje en bewijst weer eens hoe smakelijk men in het buitenland — en speciaal in Amerika — over ons land kan schrijven.
„Golf Illustrated" vertelt zijn lezers namelijk dat velen den oorsprong van het golfspel in het oud-Hollandsche „kolf" zoeken, doch meent dat daarvoor geen enkel steekhoudend argument pleit. Integendeel, „Golf Illustrated" wijst er zijn lezers op dat „kolf" weliswaar reeds in de vijftiende eeuw in Holland werd gespeeld (tegelijkertijd bestond „golf" reeds in Schotland), maar dat het geenszins populair kon worden omdat de overheid de beoefening er van op de kerkhoven verbood.... Een spel dat zoo belemmerd werd door overheidsbepalingen zou dan ook zeer zeker niet door Schotsche landlieden zijn gezien en naar Schotland zijn overgebracht. Het Amerikaansche blad vertelt dan zijn abonné's nog dat kolf een kwijnend bestaan heeft geleden door de eeuwen heen en veertig jaar geleden nog slechts in één plaats in Nederland, een klein dorpje bij Alkmaar (er ontbrak nog aan dat daarvan werd vermeld dat het zoo'n beroemde kaasmarkt bezit) werd gespeeld, en sindsdien geheel en al is verdwenen....
Een merkwaardige bezichtiging, wanneer men weet dat het kolfspel eeuwen lang het nationale spel bij uitnemendheid is geweest, en slechts door het biljart en de andere meer moderne spelen op den achtergrond is geraakt. Niettemin bloeit het spel nog ten volle in Noord-Holland, speciaal in WestFriesland en langs de Zaan, waar men nog een honderdtal kolfbanen vindt met zeker evenveel vereenigingen, waarvan het meerendeel vereenigd is in den Nederlandschen kolf bond. Verder vindt men nog enkele kolfbanen op kleine dorpen, verspreid over ons land.
Maar die Amerikanen weten het blijkbaar beter!