4 APRIL 1932 ^eMejru^de^JïfWTt&njz

YOETBALinWEENEN

V ||iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiNi[iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii«iiiiiiiniiiiiiiiiiiH iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiir

OP BEZOEK BIJ

"VERBANDSKAPITAN" HUGO MEISL!

Vraag wien gij wilt naar den man die u het naadje van de kous van het Oostenrijksche voetbal kan vertellen en het eensluidende antwoord zal zonder mankeeren zijn: Hugo Meisl!

Even een telefoontje of het gelegen komt, dat uw correspondent bij den dictator zijn licht kan komen opsteken en eenige oogenblikken later bevind ik mij in de werkkamer van den man die in Weenen de voetballakens uitdeelt.

Een charmant man, Meisl! Te midden van stapels folianten en onophoudelijk telefoongerinkel vindt hij ruimschoots gelegenheid de hem gestelde vragen te beantwoorden en zijn gezicht glundert wanneer hij het gesprek telkens weer brengt op zijn vele Hollandsche vrienden: Prof. Snapper, Groothoff, Meerum Terwogt, Willing e.a.; zijn bewondering voor de Hollandsche sportgeest en het organisatietalent en zijn verlangen om ons land weder spoedig te kunnen bezoeken.

In December van dit jaar hoopt hij onze landgenooten te toonen wat zijn Weensche discipelen wel kunnen presteeren en hij betreurt, dat tijdgebrek hem bij zijn laatste bezoek aan Parijs en Brussel niet in de gelegenheid stelde met z'n team een exhibitie in Holland te geven.

Tevreden is hij over het succes in Parijs en in Brussel, hoewel de uitslag 1—o in laatstgenoemde stad evengoed andersom had kunnen zijn, doch het spelen van een serieusen wedstrijd bij kunstlicht acht hij uit den booze; wat dat betreft was de Brusselsche proef een mislukking.

Niettegenstaande hun superieure kwaliteiten, zijn de verdiensten der Oostenrijksche profs slechts zeer bescheiden; in verhouding tot die hunner Engelsche collega's zelfs belachelijk laag. Van de 300 beroepsspelers die in de te klasse uitkomen, verdienen slechts 34 het maximum van 300 Oostenr. Schillingen (ca. f 90.—) per maand, terwijl de uitblinkers, de internationals, het tot 400 a 450 Schill. brengen. Met leede oogen ziet men steeds, weder de beste krachten naar andere landen vertrekken, waar de condities voordeeliger ?ijn; reeds in Zwitserland alleen bevinden zich ruim 30 der beste Weensche spelers! Geen buitenlandsche tournee gaat voorbij of den uitblinkers van het elftal worden verlokkende aanbiedingen gedaan. Nog onlangs in Parijs werd getracht den langen Vienna middenvoor Gschweidl te bewegen voor een Fransche club te teekenen tegen 50.000 francs handgeld. Het spreekt van zelf, dat bijna alle profs in de dringende noodzakelijkheid verkeeren nog een °f ander nevenberoep uit te oefenen. Zwaar werk kan dat uitteraard niet Sijn, want hun beste krachten dienen 2ij voor voetbal te reserveeren, terwijl bovendien de training nog danig beslag °P hun legt.

Deze training geschiedt geheel volgens Weensche methode, welke spe¬

ciaal in dit opzicht met de Engelsche verschilt, dat het „charging", dat het Engelsche prof-spel zoo kenmerkt, hier niet beoefend wordt. Techniek, balbehandeling en hersenwerk, dit zijn de grondbeginselen v. d. Weensche school.

Men denke vooral niet, dat het bij wedstrijden zeer zachtzinnig toegaat! Gij zoudt u zéér vergissen. De heeren veroorloven zich menigmaal dezelfde geniepige trucjes waarop de Uruguayers ons gedurende de Olympische Spelen hebben vergast en de wijze waarop b.v. de internationale doelman Hiden menigmaal aangevallen wordt en de wijze waarop deze zich hiertegen meent te moeten Verdedigen, zijn alles-

hugo meisl

behalve fraai! Doch over het algemeen is de stijl van de Weeners zeer aantrekkelijk. Snelheid, elegance en wiskunstig zuiver positiespel zijn de hoofdeigenschappen en dat is de voornaamste reden waarom de bewoners der oude Keizerstad in het buitenland zoo „en vogue" zijn, zooals Hugo Meisl het uitdrukte.

Het moet buitengewoon aangenaam voor u zijn om, gesteund door het onbeperkte vertrouwen, dat men in u stelt, zooveel eer met uw elftalkeuze in te leggen, merkte ik op, hoewel het overzicht over het beschikbare materiaal eenvoudiger is dan in ons kleine landje.

„Zeer zeker," was het prompte bescheid, „maar weet u wel, dat ik niet slechts het nationale eerste klasse team samenstel, doch dat ik tevens belast ben met de keuze van de amateur- en junioreselftallen ?"

De internationale amateurelftallen van Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Roemenië en Oostenrijk spelen een competie om den Amateur-Landercup, terwijl het junioreselftal, bestaande uit spelers tot 16-jarigen leeftijd b.v. dit jaar reeds een wedstrijd in Italië gaat spelen tegen de jeugdige volgelingen van Mussolini. Wel zijn velen van meening, dat de leeftijdsgrens te laag is, maar ik vind

595

het zeer leerzaam voor de jongens en bovendien zijn zij tevens in de gelegenheid iets van de wereld te zien, aldus Herr Meisl.

In November of December van dit jaar is het nationale team uitgenoodigd tegen het vertegenwoordigend Engelsche dito te Londen een wedstrijd te komen spelen. Hier is een mooie gelegenheid voor den K.N.V.B. om na den wedstrijd te Londen, Holland-Oostenrijk te arrangeeren!

De competitie, die uit 12 elftallen bestaat, wordt eigenlijk in 2 serie's verspeeld, doch de voorjaarskampioen is tevens kampioen over seizoen i93i/'32. Na den zeer zachten winter, dien wij achter den rug hebben, was het een groote teleurstelling èn voor de toeschouwers èn Voor de clubs, dat het juist den openingsdag vinnig koud was. Op de Hohe Warte, waar plaats is voor ca. 60.000 toeschouwers en waar heel interessante wedstrijden plaats hadden n.1. Hakoah-Wacker (1—1) en AdmiraAustria (1—o), zaten slechts 6000 liefhebbers te verkleumen van koude, terwijl in den Prater op het terrein der Wiener Athletic Club, waar eveneens twee wedstrijden op het programma stonden, n.1. Vienna-Floridsdorfer A.C. (2—0) en W.A.C.-Brigittenauer A.C. (2—4) slechts 5000 liefhebbers de zeer interessante spelen volgden. Wanneer ik dan nog vermeld, dat te Hütteldorf Rapid-Wiener S.C. (5—4) voor 6000 en op het Nicholson-terrein de club van dien naam Slovan met 3—2 voor slechts 1200 toeschouwers versloeg, dan constateer ik, dat in totaal ruim 18.000 voetballiefhebbers over 4 terreinen verdeeld, op een bevolking van ruim 2 millioen zielen, hun opwachting maakten! Onder deze omstandigheden is het verklaarbaar, dat de clubs de grootste zorgen hebben om het hoofd boven water te kunnen houden.

* * *

Indrukken van den wedstrijd OOSTENRIJK—ITALIË.

Op 20 Maart is de groote strijd gestreden! Nadat de rust nog met 0-0 was ingegaan, slaagde het Oostenrijksche team er in met 2-1 de overwinning weg te dragen.

De totaal-indruk was een teleurstelling! En wat betreft organisatie èn wat betreft het spel op het groene (? !) veld.

60.000 Toeschouwers kunnen in het Stadion, dat in den beroemden Prater gebouwd is, ondergebracht worden, doch slechts 13.000 zijn uitverkoren van hun zitvlak gebruik te mogen maken! Van deze 13.000 plaatsen waren ca. 4.000 gereserveerd voor buitenlandsche bezoekers en officiëele personen, zoodat voor den verkoop slechts 9.000 overbleven. Precies 5 minuten na het in omloop brengen dezer van 4 tot 6 Schillingen variëerende kaarten was alles reeds verkocht en speelden zich Voor het bureau van den Voetbalbond zulke schandalen af, dat de gewapende politie er aan te pas moest komen en eenige harde klappen vielen. De 47.000 staanplaatsen waren eveneens in een ommezien van de hand gedaan en de opkoopers maakten dan ook prijzen, die tot het 10-voudige beliepen. De ontevredenheid over het gevolgde systeem der kaartenverkoop was dan ook algemeen.

(vervolg op pag. 601)