29 FEBRUARI 1932
51?
Ongewone gemiddelden en ongewone series van grootmeesters op het groene laken — Van Belle's 268 en 100 gemiddelde — Hoogstaand spel in een zeldzaam belangrijk Europeesch toernooi — Ontijdig gevallen beslissing.
De plaats, die mij toegemeten is om een en ander te vertellen van het Europeesch kampioenschap, dat van Woensdag tot en met gisteren in Plaats Lommerrijk te Hillegersberg is gehouden, is eigenlijk nog niet groot genoeg om eens haarfijn te vertellen hoe mooi, hoe belangrijk dit toernooi is geweest, welke schitterende prestaties er zijn geleverd en op welk hoog peil het spel heeft gestaan, dat wij in het bijzonder Vrijdag en Zaterdag van het „leidend pekton" van het Europeesch kampioenschap, te zien hebben gekregen.
Wanneer ik alles in mijn herinnering terugroep, duizelt het mij. Series van boven de 100, de 200, gemiddelden van 50, 60 en 100, partijen in zes en acht beurten uitgemaakt — partijtjes van 400, wel te verstaan: — ze dwarrelen in bonte mengeling voorbij. D i t is wel duidelijk geweest, dat we nimmer nog Zulk een uitermate belangrijk toernooi binnen onze landsgrenzen hebben gehad.
Dommering zei het mij nog eens onomwonden op een dier gedenkwaardige dagen in Lommerijk: „Het spel is te gemakkelijk geworden. Er bestaan geen moeilijken meer en daarom is het beter, dat we cadre a un coup spelen of 71/2. Inderdaad. Onweerlegbaar heeft dit Europeesch toernooi den biljartliefhebber uiteengezet, dat het cadre a un coup voor de grootmeesters op het Continent een spelletje is geworden, waarin de mogelijkheden te groot zijn en series en gemiddelden kunnen worden gemaakt, naarmate de routine en daarmede de vastheid in de productie toeneemt, die vooralsnog niet berekend kan worden. We zullen het het cadre a deux coups vaarwel moeten Zeggen. Tenminste voor de heeren van het „leidend pekton" van de sterksten uit Europa.
De sterksten uit Europa.
Dien titel verdienen Soussa, Van Belle, Dommering, Corty en Foerster ongetwijfeld. En wanneer ik hierboven de opmerking maakte dat het spel te gemakkelijk wordt, dan dient daarbij niet uit het oog te worden verloren: te gemakkelijk voor de heeren, die in Hillegersberg aan het werk waren! Voor de anderen, de mindere goden, blijft het nog moeilijk genoeg. Het bewijs daarvoor hebben halfgoden als Roth, Pap Ferraz en Butron ondubbelzinnig geleverd.
Soussa, is kampioen van Europa geworden. Zaterdagavond te één uur, toen de partij van den Egyptenaar tegen boerster in zijn voordeel werd beslist, was alles „erkdigt" en de Zondag, die gemeenlijk het belangrijkst deel van een toernooi is, hing er nog bij als een betrekkelijk onbelangrijk Aanhangsel.
Betrekkei ij k onbelangrijk, omdat de toeschouwers toch nog den strijd te genieten kregen van den Europee-
schen kampioen tegen de man, die er in slaagde het wereld- en Europeesche record op dienzelfden gedenkwaardigen Zaterdagavond te breken en bovendien de zaal deed daveren toen hij zijn (eigen) hoogste gemiddelde in één partij, ooit gemaakt, verbeterde door de 400 in vier beurten uit te maken. En dat „gijntje" leverde hij tegen onzen sympathieken Jan Dommering, die er met een glinlach, als een boer, die kiespijn heeft, naar zat te kijken.
„Dat lapt hij mij nu altijd," ontboezemde de Arnhemmer zich na de partij. Nu hier en eens in Genève, toen hij het hoogste gemiddelde in één partij (80.—) tegen mij scoerde."
Ik moet erkennen, dat ik het óók hoogst onfatsoenlijk van den Belg vond, maar „Guus" deed het zonder aanzien des persoons tenslotte. Hij liet ons van emotie trillen op onze zetels!
Als we voetbal spelen, zeggen we: Het beste team heeft gewonnen! En voor mij geldt het hier: de sterkste speler van het toernooi heeft de zegepraal behaald. Van Belle mag de wereld-record-serie en het hoogste gemiddelde in een partij hebben verbeterd : Soussa verdient nochtans den naam van den besten speler van het toernooi. Of hij nu wel of niet dagen lang op het biljart „zit", zooals men mij influisterde: de Egyptenaar is oer-sterk in zijn spel. Hij is
een phenomeen op het biljart.
De Europeesche kampioen — het is wel merkwaardig, dat een Afrikaan het geworden is — beheerscht het spel in de finesses. Hij speelt de kleine serie snel en technisch-fijn als geen ander. Van Belle incluis. Zijn dóór-spelen van den speelbal om de positie te behouden is af, zijn maatgevoel is grenzeloos fijn, terwijl hij bij breede stooten geen moeilijkheden kent; Soussa is ook een driebandenkoning. Met een merkwaardige souplesse masseert en piqueert hij, zijn detaché's groot en klein dwingen bewondering af, klein als ze worden gehouden om de positie niet te verliezen. Met z'n starende angstoogen dwingt hij de ballen in de positie en slingert nonchalant met zijn queue als iets hem tegenloopt. Ondanks z'n groote prestaties, partijen met 40, 50 en 66.66 gemiddelde en een serie van o.a. 216, niet gerekend de talrijke honderdjes, die hij er uit geslingerd heeft — bleek Soussa, te oordeelen naar de particuliere gesprekjes, die hij voerde, niet tevreden. Hij klaagde over zijn gehandicapt physiek. Maar dat is niets nieuws onder deze zon. Soussa is, ondanks die kleine menschelijke foutjes, een groot kampioen.
Guus van Belle, een uitermate sympathieke Belg, is het tegengeloopen. Hij is, evenals Soussa, een b.ljarter bij de gratie Gods, maar toch niet zoo één als Soussa, die meer all-round is, zeker na de voor Van Belle ingetreden
periode, dat hij moeilijk masseert en piqueert. Een rheumatische aandoening in de armen — aldus vertelde men mij — noopt hem bij het leggen van massé of piqué ontelbare malen aan te leggen, tot vervelens toe om tenslotte af te stooten. Maar dan „zit" de carambole er ook op. „Guus" is uitermate secuur, secuurder dan Soussa, en aldus heeft hij het ook weten te brengen tot een serie van 268. De serie van hem, die dat totaal het meest naderde, was 189. Hij kreeg den genadeslag door zijn nederlaag tegen den Franschen kampioen Corty, waardoor hij twee partijen had verloren. Op zijn beurt gaf hij evenwel Dommering den genadestoot, zoodat Soussa op den reeds meergenoemden Zaterdagavond slechts overbleef den Duitscher Foerster te kloppen.
Naar Amerika.
Dommering, die mij vertelde, dat hij zeker naar Amerika zal gaan, indien hij geplaceerd werd, is sedert het vorig jaar belangrijk sterker geworden. Van de kracht van een Soussa of Van Belle is hij nog niet, maar het stemt voor onze bestuurderen van den Nederlandschen Biljartbond — er zaten er velen gedurende het toernooi — vreugdevol, dat we weer een mannetje hebben, die den naam van biljart-Nederland in den vreemde hoog kan houden. Bijna had hij zijn partij tegen den Spanjaard Butron met een serie van 201 uitgemaakt, maar de laatste loodjes wogen ook ditmaal het zwaarst en er kwamen „slechts" 183. Dat de Nederlander dus ook in staat is de 400 in acht beurten te voltooien, is zeker en dergelijke prestaties steken in het geheel niet af bij de andere grootmeesters op het laken.
Nu ik met angst en vreeze ontwaar, hoe ik het einde nader van de beperkte plaatsruimte, wil ik nog het een en ander zeggen van de andere spelers. De Franschman Corty is er eerst goed tegen het einde van het toernooi in gekomen. Hij kan ongetwijfeld den sterkste kloppen, wijl hij sterk in de kleine serie is en staag produceert. Foerster, een van de ouderen, die het bestaan heeft zich dusdanig aan de veranderde tijdsomstandigheden aan te passen, dat hij nog mee kan doen, blijft een gevaar voor een elk, hetgeen Van Belle ervoer, die een verliespartij tegen hem boekte. Foerster scoorde tegen den Belg 155 en dat gaf den doorslag. Met ijzeren energie — gelijk Poensgen — geeft deze Duitscher zich niet gewonnen alvorens de laatste carambole is gemaakt en zelfs tegen Soussa probeerde hij, ondanks het feit, dat pas een serie van 153 tegen hem gescoord was, een verrassing te brengen.
De zwakke broeders.
Dat waren Ferraz, Butron en Pap. Beste, brave kerels overigens, maar ze hooren niet thuis in het gezelschap van de hierboven besproken corypheeën. Ferraz en Butron spelen somwijlen niet slecht, maar Pap is bepaald een klasse minder en de Hongaar heeft, gelijk Butron, ook niet één paitij gewonnen.
Rest nog te vermelden de gezelligheid en de geschiktheid van de zaal, die de B.V. Hillegersberg ter beschikking had gesteld en last not least het puike materiaal, waarvoor de Wilhelminabiljartfabriek had zorg gedragen.
Lex Izaks.