32 FEBRUARI 1932

495

Het gevaar van clubbrillen

In het „Sportclubnieuws", het officieel orgaan der Sportclub Ensche:'., is een meneer H. J. A., klaarblijkelijk dolwoest geworden over het feit, dat Enschede op 17 Januari van P.E.C. te Zwolle heeft verloren en de scheidsrechter, de heer Casteleijn het dorst bestaan den Enschede-aanvoerder van het veld te zenden, aan het kankeren geslagen. Hij schrijft o.m. het volgende moois :

Voor dezen belangrijken wedstrijd was de Heer Casteleijn aangesteld, welke hiervoor ten eenenmale ongeschikt was.

Hij gaf soms de gekste beslissingen en strafte heel vaak, wat niet gestraft behoefde te worden.

Dat Hemmy Veldkamp in het bijzonder en wij in het algemeen, hiervan de dupe zijn geworden, is boven allen twijfel verheven.

Voetballers zijn menschen, maar scheidsrechters ook, doch wanneer de laatsten de verantwoording op zich durven nemen, om een wedstrijd te leiden, moeten ze dat zoo doen, dat zij zelf binnen de grenzen van het toelaatbare blijven, anders is het beter, dat ook voor hen een circulaire door den bondsvoorzitter wordt opgesteld, of beter, dat ze thuis blijven.

Ze beginnen dan zonder dat ze 't zelf misschien weten, een actie tegen ruw spel.

De redactie' schijnt zich met dit fraais te kunnen vereenigen, plaatst het tenmiiste zonder eenig commentaar en schrijft elders dat Veldkamp uit het veld werd gezonden ,,voor een vergrijp, dat gezien de vele overtredingen, welke er in dien wedstrijd gemaakt zijn, met een waarschuwing meer dan voldoende gestraft zou zijn."

Ziehier dus, hoe door sommige eerste klas clubs wordt medegewerkt, om ruw spel tegen te gaan.' Als door den scheidsrechter Maatregelen tegen de eigen partij worden genomen, is plots niet de eigen partij, maar de scheidsrechter oorzaak van het ruwe spel en wordt de leider op alle manieren verdacht gemaakt.

En hoe totaal ongemotiveetd deze onbehoorlijke aanval op den heer Casteleijn ls, moge blijken uit hetgeen onze ter zake kundige voetbalredacteur, de heer C. J. yroothoff, dien toch niemand gezag ln deze zal betwisten, uit eigen aanschouwing in ons blad van 18 dezer over den Wedstrijd P.E.C—Enschede en speciaal over het geval-Veldkamp schreef:

,,De heer Casteleijn, die den sneltel, forschen wedstrijd zeer goed heeft geleid, stond er vlak bij, zoodat hij Wel zeker van zijn zaak geweest zal zijn," terwijl de heer Groothoff aan het slot Van zijn beschouwing nogmaals constateert ,tdat de heer Castelijn zich verdienstelijk van zijn lastige taak heeft gekweten.'1

Met valt niet altijd gemakkelijk om een tegenslag sportief te dragen maar waar Moet het naar toe, als na afloop in de cttibbladen de spelers als de gedupeerden borden voorgesteld en de scheidsrechter — y1 dat totaal met de feiten en waarheid n strijd! — als de boeman wordt af gemilderd ! G. A. W.

door Dr. I. H. J. VOS (Lid van de Tweede Kamer der St.-G.)

Ik ben op Zondag 7 Februari gefrappeerd door een voorval, dat mij groote voldoening heeft gegeven. Die voldoening was niet het gevolg van een extra fijnen Zondagsmaaltijd, maar van een eenvoudig sportief optreden in ons mooie stadion in den wedstrijd Blauw Wit-V.U.C. Het was op een oogenblik, dat V.U.C. nog niet heelemaal in veiligheid was, want eerst den morgen er na las ik in het neutrale Maandagochtendblad, dat in de betreffende afdeeling H.F.C. de glorierijke good old, de club van van der Meulen, gedoemd is om degradatiewestrijden te spelen. Daarmede is het pleit beslecht en bevindt zich ook de Haagsche club in veiligheid. Ik memoreer dus het voorval, dat alle andere indrukken van dezen vrij slappen wedstrijd bij mij heeft weggevaagd met bijzondere voorliefde. Wat was het geval1/ In de hopeloos machtelooze voorhoede van V.U.C. bevond zich een enkellooper. Ik noem zijn naam niet, weet zelfs niet precies meer, of hij midvoor speelde. Het was ook geen wondermensch ! Er zijn danseressen, die met evenveel gemak op hun teentjes loopen als ik op m'n zolen. Waarom zouden er geen jonge mannen-slangenmenschen zijn, die op hun enkels loopen/ Maar dat deed hij niet.

Het voorzichtige jongemensch liep niet op zijn eigen, maar op een andermans enkels en vooral dit onderdeel in de gestalte van den Blauw Wit-spil de Boer scheen een bijzondere aantrekkingskracht op hem uit te oefenen. Men zou haast zeggen, — als men ondeugend wilde zijn — dat hij er verliefd op was. En dat — ofschoon de Boer een uitnemend speler is, daar niet van! — ondanks het feit, dat de sympathieke halfback geen Adonis is, althans niet van mijn plaats gezien.

Alle onderdeden van den eigen voet schenen een aandeel te hebben in het aantrekkingsproces, tot des voorwaarts teenen toe, die — op minder elegante wijze dan dat bij Spitzentanzerinnen het geval is — van tijd tot tijd een geniepig natrapje bewerkten. Geniepig was het wel, want eenmaal zelfs scheen de scheidsrechter — specialist overigens, zijn naam in aanmerking genomen, van kousen — aanvankelijk niet zeker te zijn, of de voorwaarts tegen den enkel van den vijandelijken spil trapte, dan wel of de laatste den V.U.C.-voorwaarts op de teentjes had getrapt; gelukkig evenwel werkte een algemeen fluitconcert —'■ waarvan ik overigens geen bewonderaar ben — verhelderend op het brein en het inzicht van den arbiter.

En toen gebeurde het voorval, dat ik per se aan de vergetelheid wil ontrukken. Voor alles wil ik nog even de omstandigheden schilderen, waaronder het feit plaats vond.

V.U.C. bevond zich in degradatiegevaar. Het stond een kwartier voor het einde van de match met 3—1 achter tegen Blauw, Wit.

En de captain van V.U.C. stuurde zijn eigen clubgenoot en clubvriend de.laan uit, zoodat hij zich aan het lijntje kon schamen. Wanneer ik mij niet vergis, had de scheidsrechter den overtredenden speler nog geen waat schuwing gegeven. Daarom vooral ook moet deze sportieve geste in dubbele mate geapprecieerd worden. De Haagsche aanvoerder heeft daarmede een voortreffelijk voorbeeld gegeven en zichzelf en zijn vereeniging geëerd. Het was mij al tijdens den geheelen wedstrijd opgevallen, dat V.U.C. een fair spel demonstreerde en daarin detoneerde het optreden van dien eenen boy, die blijkbaar te veel naar professional-trucjes had gekeken, zonder daarmede evenwel de bijzondere geschiktheid te hebben verkregen, door het trappen tegen een eenvoudigen bruinen bal zilvergeld te kunnen produceeren. En de Haagsche captain heeft zeer terecht beseft, dat in een elftal, waarin zich een knap spelende internationaal en ook een uitnemend spelende ex-internationaal bevinden en waarin ook hijzelf een zeer goede partij voetbal vertolkte, geen plaats is voor een geniepeling, die zich niet kan beheerschen en een vlek werpt op een sympathieken verliezer.

Ik heb mij nu eenige malen beklaagd over te ruw spel en daarom ben ik dubbel blij, deze gelegenheid te kunnen aangrijpen, om hulde te brengen aan den eenvoudigen Haagschen boy, die het Nederlandsche voetbal een grooten dienst heeft bewezen l

Bravo, captain!

EMS ER-PASTIL* LES

alle

Het afdoende middel tegen HOEST, VERKOUDHEID en

aandoeningen der slijmvliezen. Prijs per aluminium koke tje 'c cent.