332

DEC$

'INI SLECHTE WEDSTRIJD VAN 7 GOOI

■iiiiiiiinii i

WENTINK, VAN POLDER EN HASSINK VALLEN UIT. H.B.S. WINT MET 4—1!

Men had mij verteld, dat 't Gooi in den laatsten tijd een goede ploeg had, die verdienstelijk voetbal liet zien, zoodat ik gedacht had bij het bezoek van H.B.S. aan 't Gooi van een spannenden wedstrijd getuige te kunnen zijn. Dat is echter tegengevallen. Niet alleen dat de spanning niet bijster groot wes, doch ook van het verwachte goede spel van de thuisclub heb ik niets te zien gekregen. Dat is echter aan bijzondere omstandigheden te wijten. In de eerste plaats toch verscheen het elftal in het veld met eenige invallers. Aanvankelijk dacht men, dat ook van Dolder niet zou spelen, doch die kwam tenslotte toch wel in het veld, hoewel achteraf bleek, dat hij beter gedaan zou hebben in het geheel niet te spelen. Van den eersten trap, dien hij deed, hinkte hij. Het was duidelijk, dat hij zich niet geheel kon geven. Toen hij na een kwartier dat inzag, trok hij zich dan ook terug. De clubs dienen dergelijke proefnemingen vóór den wedstrijd te doen, wat zeker in haar eigen belang is. Zooals hij ditmaal speelde, was het uitvallen van van Dolder geen verzwakking. Maar voor hij uitviel was het elftal der gastheeren reeds ernstig verzwakt en wel door het uitvallen van Wentink, den middenvoor, die verleden week nog een Viertal doelpunten heeft weten te maken. Hij kreeg een ongeval, waarschijnlijk een spierverrekking, aan de knie, blijkbaar doordat hij bij het scherp omdraaien die

knie wat forceerde. Aan 't uitvallen van deze twee spelers was derhalve niemand schuldig. In de tweede helft moest ook Hassink uitvallen en ook in dit geval was het een zuiver ongeluk, waarvoor terecht ook niet door den scheidsrechter werd gefloten. Zooveel invallers had 't Gooi niet bij de hand, zoodat spelers van het tweede elftal, die des morgens reeds hadden gespeeld, in het veld kwamen. Dat onder deze omstandigheden over het spel van 't Gooi geen oordeel uit te spreken is, zal wel duidelijk zijn.

H. B. S. was ook met eenige invallers gekomen en ook bij H.B.S. moest ten slotte een speler uitvallen. Ophorst kwam bij een botsing in het tweede gedeelte te vallen, waarbij hij blijkbaar Z'n knie bezeerde. Hij kwam nog wel even terug, doch moest spoedig voor goed weggaan. Ook voor hem kwam een invaller, zoodat gedurende den wedstrijd niet minder dan vier spelers vervangen moesten worden.

Toch is er niet zoo ruw gespeeld als men, afgaande op die uitvallers, wel zou denken. Het werd tegen het slot van den wedstrijd wel wat onaangenaam, doch zoo erg als een gedeelte van het publiek het meende te zien, was het toch heelemaal niet. Alleen in dat laatste kwartier werd er wel wat steviger gespeeld dan strikt noodig was.

Won H.B.S. destijds in den Haag met 5—2, ditmaal bleef de Haagsche

HET GAAT NIET OM DEN MOOISTEN HOED, MAAR OM DEN BAL, TUSSCHEN DEZE BEIDE DAMES VAN HERCULES EN SWIFT. (FOTO V.F.B.).

ploeg volkomen verdiend met 4—1 in de meerderheid. Hoofdzakelijk doordat het spel der Hagenaars tactisch óp veel hooger peil stond. Men zocht het meer in een rustig, goed sluitend samenspel, waartegen de onstuimige Hilversummers telkens te vergeefs storm liepen. Eigenaardig was het, dat over het algemeen 't Gooi meer in den aanval was dan H.B.S. Mul in het Haagsche doel heeft het dan ook veel drukker en veel lastiger gehad dan Cohen, die vaak als derde back fungeerde en dan soms zoover van huis was, dat hij zijn handen niet meer mocht gebruiken. Eenmaal moest hij zelfs buiten het strafschopgebied den bal wegkoppen, wat zeker een zeldzaam voorkomend feit is. —o—

De kracht van de Haagsche achterhoede was het telkens op het juiste oogenblik ingrijpen, waarbij men heel wat aanvallen onschadelijk heeft gemaakt. Dat konden de Hagenaars echter doen, doordat de tegenstanders den bal niet dicht genoeg bij zich wisten te houden, welke technische fout H.B.S. dankbaar uitbuitte. Enkele malen was 't Gooi bij den aanval niet gelukkig, doch in de meeste gevallen was slecht schieten oorzaak van het verloren gaan van kansen.

Gelet op de onvolledigheid van de ploeg mag men 't Gooi echter dit falen niet al te zwaar aanrekenen.

Bij H.B.S. zat de kracht in den aanval. Deze linie heeft een goed sluitend samenspel laten zien, waartegen de Hilversumsche achterspelers het niet gemakkelijk gehad hebben. Maar dat H.B.S. het spel zóó goed kon ontplooien, lag toch ook wel voor een groot gedeelte aan de Gooische achterspelers, die b.v. onvoldoende aandacht aan de vleugelspelers gaven, waardoor vooral O'Foncesca in het eerste gedeelte van den

Jliil.,

Trouwens WfoJ?'

rein,

overigens

Ophorst ^.Foei,.6

maakte tw' oDr derde doelP^u door O'Fo^ant kwam van den bal zu<v; . <j er eigenW.VI h,e Er werd »}k£ en in het & helft kreeg , «is kr' gastheeren

I

Is

(

De wedsf&

heel wat

ging gebracPiK^

is gesproke,%r?Q de comrni'c1 w. steld heeft, 'fa ' vogels en « fes fen. Hoe^lNr weet ik nieyft

te weten ^'o^

van ae w ' A wordengfJf fcal

ür Zij»." trP

punten, f A fa zeker toe»

zouden wj.

wel een Zu\,k

het strafei

Daar is " jC ujt, allerlaatst* Als:

<=,v nit is

Zaterdag ?l\iShl

goed ing^J-X porters ^(fCSi

reis naai -yn sq,,

weinig g""

der