23 NOVEMBER 1931
273
Een thuiswedstrijd tegen Ajax is toch altijd nog een goed zaakje voor de ontvangende vereenigingen. Maar weinig wedstrijden hebben een belangstelling als die tegen de sterke Amster dammers. Daar zou op zich zelf niets tegen zijn, als de vereenigingen maar ingericht waren op een dergelijke belangstelling. Vooral wanneer een groot aantal Amsterdamsche supporters per extra-trein overkomt, is het een heele toer om de orde te handhaven. De Amsterdammers willen goed zien als ze tóch eenmaal een reis gemaakt hebben, om hun favorieten te zien spelen. Bovendien schijnt men de aanwezige ruimte in zulke gevallen verre te overschatten.
Zoo was ook het R.C.H.-veld propvol. Alle in- en doorgangen waren verstopt, de perstribune zelfs bleek onbereikbaar en slechts aan de vriendelijke medewerking van een bestuurslid dankten wij een zitplaatsje langs de lijn tusschen Haarlem's enthousiaste jeugd, waar we ook even later den Telegraafredacteur Staal ondergebracht zagen. Verder waren kranten om op te zitten geld waard, te meer daar vernieuwing om de vijf minuten nuttig was wegens het zeer natte gras.
Het geheel maakte trouwens een vochtig-kouden indruk dien middag. Een naargeestige, najaarsachtige mist hing over het veld.
De wedstrijd zelf was het aanzien waard. Ajax was in uitstekenden vorm, vooral na de rust, toen de Haarlemmers volkomen overspeeld werden. En voor wij verder iets Zeggen, moeten wij u vertellen van de goal van v. Reenen, dat deed denken aan een doelpunt in een jongensboek, weet u wel, waarmede de held zijn vereeniging in de laatste minuut de overwinning bezorgt, terwijl zijn meisje op de tribune zit! Het was een doelpunt zoo zuiver en mooi als we nog maar zelden zien. De snelle middenvoor kreeg den bal toegespeeld en ging er meteen mee van door. Het leder scheen aan zijn schoen vast te zitten. De verdediging kreeg geen kans er aan te komen. En tenslotte besloot van Reenen zijn prachtige ren met een schot in den alleruitersten hoek van het doel, waar keeper Kos met geen mogelijkheid meer bij kon.
Van Reenen zit helaas niet in onze nationale voorhoede
De beide helften van den wedstrijd waren zeer verschillend. Vóór de rust pakte R.C.H. de zaken op zoo energieke wijze aan, dat Ajax de handen vol had om niet achter te raken. De Amsterdamsche aanvallen stuitten veelal op de uitstekende verdediging van „Peer" Krom, kranig terzijde gestaan door Verkerk, terwijl ook Kos in het doel heel wat schoten op de juiste wijze verwerkte. De uitstekende indruk, dien wij verleden week van dezen keeper kregen in den wedstrijd Ajax—Haarlemsen XI werd opnieuw versterkt.
In de voorhoede bezit R.C.H. een verdienstelijke kracht in den middenvoor v.d. Werve, die op fraaie wijze voor het Haarlemsche doelpunt zorgde. De middenlinie van Ajax legde zich in de eerste helft zwaar op het verdedigen toe, waardoor ook de binnenspelers genoodzaakt waren naar achteren te komen, met het gevolg dat de druk op het doel steeds meer toenam en de Ajax-aanvallen zonder resultaat moesten blijven. Dat niettemin Ajax toch nog vóór de rust gelijk maakte, hadden de gasten te
danken aan hun technische meerderheid en een misgreep van Kos, wien de bal ontglipte. Van Kol zag het gevaar van dit te sterke verdedigen in en stuurde zijn menschen weer naar voren, waardoor het voor het Haarlemsche doel geducht begon te spannen.
In de tweede helft speelde Ajax in uitstekenden vorm, waartegen de Racing Club niet op kon. Gedurende de volle 45 minuten waren de roodwitten in den aanval. De middenlinie zat uitstekend achter de voorhoede, terwijl in de achterhoede Diepenbeek een uitstekend figuur sloeg. Aanvoerder van Kol was zeer goed, doch niet meer de back die hij eens was. Hij werd nog al eens gepasseerd. De voorspelers konden het best samen vinden en Kos zal het wel erg benauwd gehad hebben. Vooral Strijbosch had veel aan v. Reenen, die hem in de gelegenheid stelde na enkele goede, doch mislukte pogingen, het derde doelpunt te maken. Terwijl het vierde doelpunt gemaakt werd door den linksbuiten Mulders uit een voorzet van den rechtsbuiten ten Have.
R.C.H. probeerde het nog met een eenigszins gewijzigde opstelling, waarin Verkerk van de achterhoede naar de voorhoede verhuisde, waarin hij eigenlijk thuis hoorde, maar de Haarlemmers geloofden er kennelijk zelf niet meer in, zoodat zij met de matheid van een verslagen ploeg den wedstrijd uitspeelden. ,, ,,
Scheidsrechter Breedhof, wiens leiding bewondering en wiens bekende sprongen met beide beenen van den grond verbazing afdwong, zal een prettigen wedstrijd gehad hebben. Van beide zijden werd geestdriftig, doch fair en in goede verstandhouding ge-
Spedd- MAX IZAAKS.
BIT HET, PRAATJE NATUURLIJK EEN PLAATJE. DE AJAXIED MULDERS IS VAN ZIJN BUITENPLAATS VOOR HET DOEL TERECHT GEKOMEN, WAAR DE HAARLEMSCHE VERDEDIGING HEM ECHTER LEELIJK DWARS ZIT. (FOTO V.F.B.).