23 NOVEMBER 1931

267

E STRIJD TEGEN FRANKRIJK

Fransche geestdrift — Hetgroote verschil tusschen uit- en thuiswedstrijden. Na den oorlog won Frankrijk slechts 5 uitwedstrijden. De vroegere wedstrijden tegen Frankrijk.

Het Nederlandsche voetbal heeft tegen de Franschen een reputatie op te houden, want de drie tot dusver door ons tegen de Franschen gespeelde wedstrijden werden gemakkelijk door ons elftal gewonnen. Tegen de 2 door Frankrijk tegen ons gemaakte doelpunten kunnen wij 17 doelpunten stellen, die in het Fransche net zijn terecht gekomen ! Ditmaal zal het echter waarschijnlijk minder gemakkelijk gaan, het Fransche spel is n.1. sterk vooruit gegaan. De Franschen hebben nog steeds hun snelheid en hun geestdrift als voornaamste wapens, doch daarnaast hebben ze ook een betere techniek gekregen. Snelheid, geestdrift en goede taktiek zijn drie uiterst belangrijke factoren, die elk op zich zelf reeds tot een overwinning kunnen voeren en die, als ze samengaan, de tegenpartij dikwijls voor onoplosbare problemen stellen. Die factoren waren b.v. voor een groot deel de oorzaak, dat de Franschen van de Duitschers konden winnen en dat ze zelfs een sprekende overwinning op een sterk vertegenwoordigend Engelsen elftal van beroepsspelers konden behalen. Daaruit blijkt dus reeds, dat de Franschen niet te onderschatten tegenstanders zijn. Eigenaardig is het evenwel, dat de Franschen maar uiterst zelden op vreemd terrein hun beste spel geven. Ze hebben tot dusvei in internationale wedstrijden 34 overwinningen behaald, waarvan echter slechts een twaalftal buiten Frankrijk! Onder die twaalf zijn er bovendien nog 4 tegen Luxemburg, waartegen de Franschen slechts een Bploeg in het veld brengen. Schakelt men de wedstrijden tegen Luxemburg uit, dan heeft Frankrijk na den oorlog nog slechts 5 overwinningen op vreemden grond behaald. In totaal speelde Frankrijk na den oorlog niet minder dan 64 internationale wedstrijden — die tegen Luxemburg niet meegerekend — waaruit de conclusie valt te trekken, dat tusschen de geestdrift van de Fransche spelers en het Fransche publiek een nauw verband bestaat.

Waar men er van verzekerd zal kunnen zijn, dat a.s. Zondag het Stadion te Colombes dicht met toeschouwers zal zijn bezet, kan men er dus op rekenen, dat die toeschouwers er wel voor zullen zorgen, dat het den Franschen spelers niet aan aanmoedigingen Zal ontbreken.

De eerste wedstrijd tegen de Franschen werd in 1908 te Rotterdam gespeeld. Dat was dus nog in de beginperiode van het internationaal voetbal. Er spelen Zondag te Parijs spelers mee, die nog niet geboren waren, toen op het Rotterdamsche Schuttersveld Nederland en Frankrijk elkaar voor de eerste

maal gingen bestrijden. Het is daarom wel eens aardig, nog eens enkele bijzonderheden omtrent dien eersten wedstrijd te vertellen.

Iets wat men tegenwoordig wel heel bijzonder zal vinden is, dat de wedstrijd een recette opleverde van ƒ 1500.—. We herhalen: vijftien honderd gulden. Men mócht eens denken aan een drukfout. Wat ook nog wel eenige verwondering zal baren, dat waren de toegangsprijzen. Men kon n.1. zitplaatsen op de overdekte tribune koopen voor ƒ 1.50, zitplaatsen op een niet overdekte tribune voor f 1.—, zitplaatsen rondom het veld voor ƒ0.75, staanplaatsen op een verhooging voor ƒ0.50 en staanplaatsen op het veld voor ƒ0.25. Ue duurste plaatsen kostten dus een daalder.

Het Fransche elftal bestond uit spelers, wier namen op een tweetal uitzonderingen na, thans geheel zijn vergeten. Die twee uitzonderingen zijn Gabriel Hanot en Victor Denis. Dat waren toen jongens van een jaar of zeventien. Ze hebben natuurlijk de actieve beoefening van het spel er reeds lang aan gegeven, doch ze hebben lang een rol Van beteekenis gespeeld in het Fransche voetbal; ze zijn op het oogenblik nog als de meest gezaghebbende Fransche voetbaljournalisten te beschouwen.

Het Nederlandsch elftal bestond voor dien wedstrijd uit: Beeuwkes; Heijting en Colenbrander, Bekker, de Korver en Stempels; Welcker, Snethlage, Akkersdijk, Thomee en M. Francken. In dezen wedstrijd debuteerden Colenbrander, een der steunpilaren van Velocitas uit Breda en M. Francken. Voor Colenbrander was het de eenige internationale wedstrijd, doch voor Mannus Francken was deze wedstrijd, «waarin hij met Thomee den linkervleugel vormde, de eerste van een lange reeks, Niet minder dan 22 maal speelde hij voor onze nationale ploeg, waarin hij zich vooral als middenvoor bijzonder heeft weten te onderscheiden.

Het tegenwoordige voetbalgeslacht Zal waarschijnlijk van de elf hierboven genoemde spelers alleen nog kennen Bok de Korver en Jan Thomee, twee historische figuren uit onze voetbalgeschiedenis. Dr. Jan Thomée speelt op het oogenblik nog, zij het dan ook niet meer regelmatig, voor zijn oude club Concordia.

Tot groote vreugde van de ruim 3000 — Zegge drie duizend — toeschouwers, maakte Snethlage het eerste doelpunt, waarop Thomée voor het tweede zorgde. Uit een hoekschop kwam door Akkersdijk No. 3, waarna werd gedraaid. In het tweede gedeelte Zorgde Stempels door een mistrap voor het eenige doelpunt der Franschen,

waarop Snethlage door de geheele Fransche achterhoede wandelde en den eindstand op 4—1 bracht. De Fransche doelverdediger had door zijn verdienstelijk spel Frankrijk Voor een zware nederlaag behoedt.

Hoewel het aanvankelijk in de bedoeling lag, dat Nederland reeds in 1909 te Parijs zou komen spelen, gebeurde dat niet, daar Frankrijk in verband met de thans reeds lang ve.geten kwestie F-A.—A.F.A., die toen echter alle gemoederen bezig hield, eenigen tijd uit het F.I.F.A. verband trad.

Eerst op 13 November 1921, derhalve ongeveer 10 jaar geleden, trok het Nederlandsch elftal Voor de eerste maal naar Parijs, waar het met 5—o een gemakkelijke overwinning behaalde. Het was in dien wedstrijd, dat het spel van de Natris in hooge mate de belangstelling der Franschen trok; het was dan ook een zijner beste wedstrijden. Onze ploeg bestond uit: van Tilburg, Pelser en Stevens, Hordijk, Denis en Legger; Tetzner, Rodermond, van Gendt, Delsen en de Natris. Dat was de eerste maal, dat men Denis opstelde als spil. Men heeft hem een jaar later tegen België nogmaals op die plaats opgesteld, doch daarna heeft hij uitsluitend back gespeeld.

De laatste wedstrijd tegen de Franschen was op 2 April 1923 te Amsterdam, Die wedstrijd was eigenlijk een teleurstelling, ondanks de 8—1 overwinning. Men was het er over eens, dat die nederlaag meer het gevolg was van het zwakke spel der Franschen, dan van het goede spel van ons elftal, dat er als volgt uitzag: v.d. Poel; Denis en van der Kluft, Lefèvre, van Linge en Kuipers, Groosjohan, Roetert, Bulder, Addicks en Sigmond.

Zondag krijgen we dus den vierden wedstrijd tegen de Franschen. Zal het ook de vierde overwinning worden ? We durven het niet te voorspellen; alleen weten we, dat de Franschen inderdaad goed zullen moeten spelen, willen ze Van onze ploeg winnen.

C. J. GROOTHOFF.

TRAINER

Hongaarsche voetbal- en athletiektrainer, lid van de Ver. van Hongaarsche Voetbaltrainers, met 15-jarige succesvolle practijk, eerste klasse getuigschriften van Zuid-Amerika, Spanje, Portugal, Hongarije, Frankrijk, Roemenië, enz. tevens uitstekend masseur, zoekt plaats als

TRAINER

bij Hollandsche vereenigingen. Brieven met condities onder 18 9 4- aan het bureau van „DE REVUE DER SPORTEN" te Amsterdam.

Punch van HESP

Per Heele Flesch f 2.10 CORNs. HESP Weesperzijde No. 130 Telefoon 52616 AMSTERDAM