253
4KHEIDSBEKER
/IHET ENORME CIJFERS!
% 8°ede positie tf'Wea heeft een balfcgt hij 0p het lik \ Sf«en is goven któ'Jnde p,S.v.'er
ti *1 h rechtsbinnen-
;pe?r &nen verhin-
. f*t)|ee" paar goede nedte^as goed op
F%>de heel wat :Z° I 10, eer een paar iarfl platen, maar
ls.aarüjk schot,
vim et spel opende
of de bal aan z'n buurlui toespeelde. Hij maakte niet minder dan 4 doelpunten. Is hij te Parijs even productief, dan komt het zaakje daar prachtig in orde. Van Nellen en Wels waren in vorm. Hun spel is voldoende bekend, zoodat men weet wat dat beteekent.
Helaas kan ik van de Rotterdamsche ploeg maar heel weinig goeds vertellen. Er was in dezen wedstrijd eigenlijk maar één ploeg die speelde: de nationale ploeg! Met de andere ploeg werd gespeeld, al was 'Rotterdam toch niet bepaald een gewillig slachtoffer. Voor Rotterdam was het een zeer droevige vertooning. Alleen het feit, dat het een
' ïsb1^™ ploeg> waarover op deze pagina v « illustratie dit moment voor doel.
HET ivORFBALPRENTJE VAN DEZE WEEK IS UIT DEN WEDSTRIJD DD.V.—HERCULES TE AMSTERDAM. (FOTO V.F.B.).
Rotterdammer was, die 4 van de g Nederlandsche doelpunten maakte en dat voorts beide oudere Rotterdammers van Heel en Paauwe voor een flink stuk aansprakelijk zijn voor de hatelijke Rotterdamsche o, zal men eenigszins als een pleister op de wond kunnen beschouwen. Maar toch is Rotterdam in deze serie-wedstrijden eigenlijk nog nooit door zoo'n weinig beteekenende ploeg vertegenwoordigd. Rotterdam met z'n vier eerste klasssers — Schiedam wordt blijkbaar op voetbalgebied tot Rotterdam gerekend — en z'n sterke tweede klassers moest toch eigenlijk wel in staat zijn een sterker elftal in het veld te brengen dan de ploeg, die ditmaal Rotterdam vertegenwoordigde. Dat was eigenlijk het eenige teleurstellende van dezen wedstrijd.
De strijd begon met een overwicht van Rotterdam, doch toen na eenige minuten de aanvallers in onze nationale ploeg wat aan elkaar waren gewend, zat al heel spoedig het eerste doelpunt in het net. De debutant van K.F.C. was de maker van dit doelpunt. Het spel bleef hierna wat verdeeld, hoewel de nationale ploeg toch voortdurend iets in de meerderheid bleef, hoofdzakelijk door een veel betere balcontröle en een betere opvatting van het spel. Er werd door de in het rood gekleede nationale ploeg vaak verdienstelijk gecombineerd, waarbij echter door de gladheid van veld en bal nog al gelegenheden om te doelpunten niet gebruikt konden worden. Betrekkelijk spoedig maakte Lagendaal verdienstelijk een tweede doelpunt, waarop door van Nellen de kans, dat Rotterdam nog zuu ophalen, werd ver¬
kleind. Met een geflatteerde 3—o voor het voorloopig Nederlandsch XI werd gedraaid.
In de tweede helft speelde het leidende elftal veel beter voetbal dan in het eerste gedeelte, wat vermoedelijk voor een deel te wijten geweest zal zijn aan het feit, dat Rotterdam door het regelmatig oploopen van de score, steeds meer gedemoraliseerd werd. De toeschouwers waren na de pauze nog niet eens op hun plaatsen teruggekeerd, toen Klein uit een hoekschop den stand reeds op 4—o had gebracht. Dezelfde speler maakte daarna zeer handig een vijfde punt waarop Lagendaal met een suizend schot, dat de bal via den onderkant van de dwarslat in het net deed belanden, er 6—o van maakte. Geen minuut later duwde Lagendaal met z'n hoofd No. 7 in het net, eenige minuten later gevolgd door No. 8, na een handige schijnbeweging. Hiermede had Lagendaal dus de hattrick verricht. Klein sloot ten slotte de score door een negende doelpunt. Het werd tijd, want de driehoekjes aan het scoringbord hingen reeds op den grond, zoodat er voor No. 10 geen plaats meer geweest zou zijn.