i2 OCTOBER 1931 ^&e&&i/zie^de^Kpx>r£e?is>

BELEVENISSEN

VAN EEN NOVIETEN-

AFROIEIISTEIR OP DE VLIET

167

„Mag 'k me even voorstellen ? Sullie Haas is m'n naam."

„Zoo da's origineel zeg, ga maar mee om je te verkleeden."

In de kleedkamer heerscht ongewone wanorde van kleeren. Alle novieten zijn verplicht zich een half uur af te laten roeien en de meesten hebben geen stride-skirt, daarom komen alle gevonden voorwerpen uit de bullenkast nu goed te pas. Ik bied haar edelmoedig twee schoenen aan die met een beetje goeie wil wel op elkaar lijken, en een broekje „anno dazumal".

„Kan ik m'n so-easy ophouden?" „Zeker, anders voel je je zoo onwennig, en als je soms in 't water rolt zal ik 'm 't eerst opduiken," beloof ik goedertieren. We gaan naar het vlot.

„Je hebt zeker al meer geroeid ?" „Nee, 'k heb nog nooit in 'n boot gezeten." (zulke zielepooten bestaan dus werkelijk).

„Goed, kijk, hier is de bak." Volgt uitleg en summiere demonstratie van de roeibewegingen.

„Gunst zeg, wat ingewikkeld."

„Went wel, nu jij, je zit nog op 't land hoor, de bak zit onwrikbaar vast." Als ze inpik, doorhaal en uitdrukken snapt, gaan we naar de boot. De naam wherrie blijkt een openbaring te zijn. Oi, met twee spanen, mag ik dat al, is dat niet veel zwaarder dan met één? Dit was een idéé fixe van vele aankomelingen. We hebben er dit novitiaat 150 stuks af te werken, zoodat we scull en oars beide doen. Dit afroeien is juist als propaganda bedoeld om nieuwe leden te werven, dus ieder gaat direct de eerste keer al in een boot uit.

Voordat ik iets over 't instappen kan uitleggen, zet m'n leerling een voet tusschen de uitleggers en stapt pardoes dwars in de boot; 'k grijp net bijtijds een Zwaaienden arm. Enfin — ze zit ten¬

minste, de lippen opeengeklemd, krampachtig de riemen beet, de schrik nog in de oogen. De bootsknecht zet af. Sensatie: we varen! Bevel: „Roei maar." Gevolg: twee riemen tot de manchet in 't water en een angstkreet. „Nee we gaan heusch niet om, losjes vasthouden die riemen en je handen niet in de lucht"—'n zucht van verlichting dat we nog niet zwemmen.

„Zoo, als je nu precies doet wat ik Zeg." Een blik van volkomen overgave. „Breng je handen naar voren, blad verticaal (blad, blad, o ja dat platte stuk en verticaal.... da's loodrecht op horizontaal). Hef de handen — halt — haal ze naar je toe — halt ('t gaat!!). Handen naar beneden drukken." Natuurlijk draait Sullie de bladen vast als ze nog onder de waterspiegel zijn. „Weet je, altijd verticaal in en uit 't water je riem en als hij vastzit, eerst onder water verticaal draaien, dan druk je hem er zonder moeite uit, probeer maar." 't Experiment slaagt en Sullie krijgt een glimp zelfvertrouwen. We doen nog vijf slagen, waarvan er twee lukken en de derde bijna.... dan is 't tijd om terug te keeren. Rondmaken is 't volgend probleem. Van stuurboord en bakboord schrikt ze, rechts en links stelt haar weer gerust. „Klaarzetten, je linkerhand ver weg, je rechter dichtbij, dit handvat in je hand draaien boven 't water ho, — klaar — in 't water laten zakken de riemen, stop, rechterhand wegduwen, linker naar je toe brengen. Uit 't water, boven 't water klaarzetten precies als straks.... Zie je nu wat we gedaan hebben?" Sullie glundert verrukt of ze 't legioen van eer verdiend heeft.

„Wil je even rusten?" (We hebben nog vijf slagen voor de boeg....).

„Graag!" We praten even over wat anders, en Sullie wordt dan ingelicht o.m. over de Varsity-gebeurtenis, waarvan ze nog nooit gehoord had. „Maak

MAXALDING

MAXALDING stimuleerend als steeds, betrekt 1 October 1931 GROOTER HOME, met

ruimer accomodatie voor de mondelinge practijk.

Complete cursus .. f 25.—

MONDELING OF SCHRIFTELIJK

Maxald ng Bureau

JOOST KARRES B. A.

Medewerker Revue der Sporten Sneeuwbalstraat No. 129 - HAAG

je nu maar weer klaar, zoo fijn rechtop, neus in de wind, je kunt 't nu best hoor! 't Gaat, drie slagen.... voor de resteerende twee hebben we vaart genoeg om naar 't vlot te drijven.... „Zittenblijven tot ik eruit ben!" Terwijl ik uitstap ziet ze kans om haar eene voet vast tusschen de sliding latjes te Zetten. „D'ruit die voet, allebei voor je voetenplank, opstaan met handen aan de boorden, uitstappen en riem meenemen". Ze overleeft dit alles met inspanning van de laatste krachten.... Ik ook.

En 't volgend week-end verneemt de familie Haas dat Sully toch zoo heerlijk geroeid heeft, maar 't is wel reuze moeilijk, zie je!

En of. P. C. F.