5 OCTOBER 1931

161

Wij zijn naar het Stadion getogen om Blauw-Wit nu ook eens te zien winnen. We hebben dat gezien, doch zijn heelemaal niet bevredigd weggegaan. Het spel van de Amsterdammers was veel slechter dan verleden week tegen Feyenoord. De voorhoede rammelde en ook de middenlinie was niet best. Hilversum was geen haar beter. Het geheel was een forsche, nerveuse en weinig interessante vertooning, al hebben verschillende lieden op het zijvak zich dusdanig opgewonden, dat de strijd tusschen Blauw-Wit en Hilversum daar onder de supporters dreigde te worden uitgevochten. De vermoedelijke oorzaak was een van de vele onjuiste beslissingen van dhr. Casteleijn, die met de buitenspelregels op gespannen voet schijnt te leven. Ware het anders geweest, dan had Hilversum evenals Blauw-Wit twee doelpunten gehad.

In de eerste helft was Blauw-Wit sterker, doch het doelpunt, twee minuten na het begin, was van Hilversum, welke voorsprong de gastheeren niet wisten in te loopen. Pas na de rust lukte dit, toen keeper Meinders uit zijn doel gelokt was en Bergman zijn kans schoon zag. Dorenbos liep er een leelijken opstopper bij op, die echter door de vreugde over het doelpunt wel wat verzacht zal zijn.

Blauw-Wit had door het punt blijkbaar nieuw vuur gekregen, als gevolg waarvan al spoedig het tweede doelpunt volgde. Een mooi schot van Dorenbos, waar Meinders niet op gerekend had.

Er werd forsch gespeeld, waarbij de Boer en Foes de sterkte van hun respectievelijke hoofden op de proef stelden. Piet de Boer won het, want

Foes verliet met een enorm grooten pleister op zijn voorhoofd het veld.

Toen nog het doelpunt van Hilversum, dat niet toegekend werd en de Stadion-menschen hadden hun eerste twee punten bij elkaar. Waaruit bleek, dat Hilversum wel héél zwak is.

M. I.

Sport ©mi godsdienst

(Ingezonden) In den laatsten tijd gebeuren er weer vreemde dingen in de sportwereld. De campagne om de splijtzwam in de voetbalwereld iets weliger te doen tieren, wordt met meer kracht dan voorheen gevoerd. Het krachtige middel: de radio, is te hulp geroepen en Zaterdag 36 September j.1. werd voor de K.R.O. van 7 uur 45 tot 8 uur een sportpraatje gehouden door iemand, wiens naam mij onbekend en overigens ook niet de moeite waard is, aan de vergetelheid te worden ontrukt. De man fulmineerde heftig tegen de zoogenaamde „neutrale" sport!

Het lust mij niet, op zijn gebazel in te gaan, maar ik meen toch een ernstige waarschuwing te moeten schrijven tegen acties als de onderhavige. Is Nederland niet reeds genoeg in vakjes en hokjes verdeeld, moet deze nonsens zoover worden doorgevoerd, dat we ook nog Christelij k-Historische, Anti-Revolutionaire, Communistische, Luthersche, Evangelische, Apostolische, Israëlitische, Doopsgezinde, en weet ik veel welke andere voetbalbonden krijgen ?

Veel er over te schrijven, zou deze waanzin te veel eer bewezen zijn. Maar

het kwaad mag niet verder wortel schieten. Er is al een R.K.-Voetbalbond die pressie uitoefent en actie voert. N.V.B.-clubs durven reeds te dreigen en de K.N.V.B. schijnt te wankelen. De promotie bij keuze van Alliance, die, laten wij het maar ronduit zeggen, met „smoesjes" wordt goedgepraat, is daar een bewijs van.

Daarom schrijf ik dit stukje. Het is bedoeld als een beroep op het gezond verstand van de voetballers zélf. Laten wij hopen, dat de Nederlandsche voetballers zullen inzien, dat zij in de allereerste plaats.... voetballers zijn, en dat zij Zich de hersenen niet zullen laten vergiftigen door dogmatisch microfoongeprevel van fanatieke partij-bonzen! Mogen onze sportjongens beseffen, dat alleen eenheid ons Nederlandsch voetbal — en de Nederlandsche sport in het algemeen, — groot kan maken. Dan zullen zij de splijtzwam-hanteerders in hun politiek- of godsdienstig gekleurde chemise laten staan!!

J. P. BAL JÉ.

KORFBAL

Schesdsrecht&rmiisèr©

(Ingezonden.) Mijnheer de Redacteur,

In „de Revue der Sport e n" van 28 September j.1. komt een artikel voor Van de hand van dhr. Hauser, die het reeds veel besproken en beschreven scheidsrechter-tekort in de korfbalbeweging aanroert.

Dat dit euvel bestaat, valt niet te ontkennen, doch de eenige oplossing is, Zooals de Redactie ook in haar onderschrift adviseert, dat de besturen zelf in hun eigen clubs zooveel mogelijk scheidsrechters trachten op te leiden. Misschien kan dhr. Hauser in zijn club (in casu de Sperwers) nog heel wat bereiken.

Doch om dit mede te deelen, vraagt het bestuur van Vreewijk niet eenige ruimte in uw Blad, doch wel omdat het ingezonden stuk van genoemden heer aanleiding tot een groot misverstand kan geven.

Dhr. Hauser schrijft n.1., dat wat er na het beginsignaal volgde, ondoenlijk voor hem is om te beschrijven en bij wijze van illustratie voegt hij eraan toe, dat de scheidsrechter alleen nog maar de rust aankondigde. Hier overdrijft dhr. Hauser echter schromelijk en wekt hij den indruk, alsof deze wedstrijd een blaam voor de korfbalsport beteekent. Niets is echter minder waar. Op volkomen faire en regelmatige wijze is deze wedstrijd gespeeld, terwijl er zich geen enkel indident heeft voorgedaan. Dat er door den scheidsrechter fouten zijn gemaakt, wie kan het hem kwalijk nemen ? Dhr. Hauser weet ook wel, dat iemand, hoewel reeds jaren achtereen toeschouwer, nog lang niet altijd volkomen geschikt is voor scheidsrechter.

Het eenige wat hij dan ook o.i. met zijn ingezonden stuk heeft bereikt, is dat degene, die den wedstrijd leidde, niet licht er toe zal overgaan nog eens zoo bereidwillig te zijn en heusch, mijnheer Hauser, gedurende den tijd, dat Vreewijk speelt, heeft zij zich nog wel eens met een minder bekwamen scheidsrechter moeten tevreden stellen.

In hoofdzaak komt het er op neer, dat de arbiter beslist onpartijdig is «n dat was hier toch wel het geval.

Het Bestuur van de R.K.V. „Vreewijk",