22

10 AUGUSTUS 1931

Dit thans jubileerende blad leest U om op de hoogte te blijven. Neemt U nu Ovomaltine om „fit" te blijven. Ovomaltine bevat in geconcentreerden vorm en juiste verhouding datgene, dat voor een doeltreffende training noodZakelijkis. Vele „cracks" nemen het reeds. Volgt U hun voorbeeld.

in busjes vanaf 70 ct.

versterkt ook U

Sport niet 's levens Hoofdschotel

Ik geloof, dat de taak van een sportperiodiek een veel-omvattende is, althans dat ze dit kan zijn.

Buiten de berichtgeving, het fleurig verslag eener fleurige ontmoeting, of van een vervelende vergadering, ligt het m.i. op zijn weg tevens o pvoedend te werken.

Immers, nog weinigen zijn écht doordrongen van de beteekenis en de grenzen van de sportbeoefening, van het feit, dat, wat een zegen zou kunnen zijn, in een vloek kan verkeeren.

Hier moet geremd, elders aangemoedigd, m.a.w. het groei-proces, overeenkomstig het wezen van de opvoeding, gunstig beïnvloed worden.

Ook de autoriteiten moeten opgevoed („remmen" zal meestal niet noodig zijn) en er geheel van doordrongen worden, dat onze sportbeweging, al moge zij het karakter van ontspanning, van een vreugdevermaak, hebben, daarom van zoo een eminent belang is, dat ze, mits verstandig geleid, van onberekenbaar nut voor de volksgezondheid en de verbetering van het volkskarakter kan zijn.

Wanneer een periodiek niet moede wordt, misbruiken, die op een zoo vulcanisch terrein als dat van de sport gemakkelijker naar voren komen dan in een rederijkerskamer, met alle kracht te bestrijden, moet dat van goeden invloed zijn op die groepen onzer bevolking,

die nog vijandig tegenover de sport staan.

Zelfs mag een sportperiodiek er m.i. de aandacht op vestigen, en het zou voor velen zegenrijk kunnen zijn, dat sport nooit het hoogste in het leven kan of mag zijn, en dat een bescheiden optreden zelfs den held van het voetbalveld siert.

De sport, die o.a. een kwestie van „maathouden" is, kent een schat van goede mogelijkheden.

De leiders onzer beweging mogen het zich meer en meer tot plicht rekenen, die goede mogelijkheden, in het belang van individu en maatschappij, zooveel mogelijk naar voren te laten komen; moge „De R e v u e" hieraan in de komende jaren naar beste krachten bijdragen.

Dit is de wensch, die ik, in verband met haar jubileum, uit.

K. H. van Schagen. Gem, Inspecteur Lich. Opv. Amsterdam.

Simpele Herinnering ...

iiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiniiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiii

Het verzoek van dhr. Strengholt om ter gelegenheid van het zilveren jubileum van „D e Revue" iets in de feestelijke uitgave te schrijven, heeft me even gedurende m'n dagelijksche werk peinzend doen stilstaan.

En m'n gedachten vlogen terug

— 20, 25 jaren geleden — toen ik ijverig mede hielp de kolommen van de sportperiodieken te vullen.

„Waterman" schreef in de „R evue der Sporten" over zwemmen, „ATé" over meer algemeene sportonderwerpen, en in het Sportblad

— nu in de „R evue" opgenomen — schreef „Jan van Buiten" over Sparta en over Voetbal.

Wat heb ik toch altijd in die schrijverij 'n innig plezier gehad!

Zoo 's Zondagsavonds was de geest het beste vaardig....

Dan zat ik „voor een van de boogvensters van het kasteel, dat uitzag op mijn welige landouwen", en weggedoken in een gemakkelijke fauteuil, de bloc-note op de knie, schreef ik dan m'n schetsjes, die dikwijls heel anders werden dan ik bij den eersten opzet dacht, dat ze zouden worden....

Een incident in de straat, het ravotten van m'n jongens, een telefoontje, de kleinste gebeurlijkheden, zij gaven aan mijn inspiratie somtijds een heel andere wending....

En dan was ik waarlijk wel eens benieuwd, hoe of het stukje ten slotte uitvallen zou....

De mededeeling van dhr. Strengholt, dat ik nog altijd in den kop van „D e Revue" als medewerker „prijk", heeft me eenigszins ontroerd. Dat heb ik waarlijk niet geweten!

En ik denk er waarachtig ernstig over om — nu ik er dan toch nog sta — in het komende seizoen weder eens wat van mij te laten hooren.

Weet iemans soms een geschikt pseudoniem voor mij, of zou ik maar bij de"oudeJblijven ?

A. TORDOIR Bzn.

Hulde!

Is het nu al 25 jaar geleden, dat Leo Lauer De Revue stichtte ? Wat leven we toch snel en wat blijven wij oudere sport-menschen dan toch heerlijk jong!

Strengholt nam 't zaakje over, ontpopte zich als 'n waardig opvolger, 'n nog handiger exploitant, die het blad populairder en veelzijdiger maakte. Zijn propaganda voor de athletiek kan

niet voldoende gewaardeerd worden.

Natuurlijk moét de Revue nóg veel grooter en dikker worden. Ais de adverteerders maar happen.... dan zal 'n volgend maal bijv. wel wat meer geschreven worden over een boksmatch om den Europeeschen titel, waarbij 'n landgenoot betrokken is....

Het kan nog beter!

John Coucke Hoofdredacteur „De Nieuwsbron',