t6
^eM^tie^de^^p0^^ zo AUGUSTUS 1931
..... ze hebben allebei wind noodig _
Een Blad vol frissche Ideeën !
Amice Strengholt, Als goed collega en vrind stel ik er prijs op je in dit jubileumnummer mijn oprechte gelukwenschen aan te bieden. Ik heb je leeren kennen als een energieken kerel die er — en dat is in de huidige journalistiek een factor van beteekenis — frissche ideeën op na houdt en die ook weet uit te werken. De „Revue der Sporten" weerspiegelt die fnschheid èn in de critiek èn in een ander opgeruimder genre. Wat dit laatste aangaat, wil ik alleen maar denken aan mijn ouden vriend Meerum Terwogt, wiens
Dit echter onder ons.
Verder doe ik je een andere meer officieele gelukwensch toekomen. Ik heb de eer secretaris te zijn van de Vereeniging „De Amsterdamsche Pers" en mijn oude, lichtelijk beduimelde ledenlijst naslaand, vind ik, dat A. J. G. Strengholt al geruimen tijd lid is. Zoodat ik nu mijn gelaat in een officieele plooi trek en zeg: collega Strengholt, de A.P. wenscht u van harte geluk! T. C. E. Sand.
EEN U INI IICU MI
Een algemeen sportblad, dat vijf en twintig jaren bestaat, inderdaad een unicum in ons zoo zeer verperiodiekt Nederland.
Maar het feit, dat zich zulk een unicum voordoet, pleit voor een goede redactie-voering, houdt op Zich zeil reeds een hulde in voor de Redactie.
Gaarne voeg ik mijn gelukwensch bij de vele, die ontvangen zullen worden en ik spreek de hoop uit, dat nog vele jaren „De Revue" zal blijven bestaan en groeien moge in grooten voorspoed. Jac. van Pareren,
(Secretaris van den Amst. Bond v. Lich. Opvoeding)
j. c. e. sand
fijne geest in je blad glanst als het zachte lamplicht op een edel gesteente.
Dat — en dit raakt het technisch gedeelte — foto's geen vlakke prentjes meer mogen zijn, je hebt het al spoedig gesnapt. En daarom laat je je athleten met hun gerimpelde aangelaten, je slanke paarden en je voetballers door jeRevuekolommen galoppeeren en rennen, aldus een weg slaand in de dorre zwarte letters en het monotone „wit" van ons, zwoegende schrijvers. En in vertrouwen fluister ik je in het oor, dat je mijn gemoedsrust belaagd hebt, door een slanke zwemgirl, die lief was gelijk een ster, door mijn — ongetwijfeld schaarsche — kopy te laten dartelen.
ONVERSAAGD j VOORWAARTS 1
Mijnheer de hoofdredacteur,
In mijn vacantie-oord aan zee j bereikte mij vanochtend uw vlei- \ ende uitnoodiging om een korte \ bijdrage te leveren voor het jubi- j leumnummer van De Revue. [ Ik steek haastig van wal, want \ eigenlijk gezegd ben ik blij, weer j wat te doen te hebben. U moet [ weten, dat het, wanneer ik aan zee \ vertoef, pleegt te stormen en te \ gieten. Wij hebben gisteren ge- \ biljart, eergisteren geschaakt en \ Woensdag gepingpongd, en het j laat zich aanzien dat ik, bij mijn \ thuiskomst, alle binnenhuis-sport \ onder de knie zal hebben. Daar j ga je voor naar zee, gewapend met ; badpakken en -mantels, zonne- i brillen, purol (voor de huid) en \ strandballen! En dan behoor je j nog dankbaar te wezen, dat de j voorspelling van dien professor, als zoude — middenin je vacantie — de wereld vergaan, door de feiten is gelogenstraft....
Maar dit is tot daaraan toe, mijnheer de hoofdredacteur, en ik ben mij er zelfs van bewust dat het een en ander u noch uw lezers bijster interesseert. Hoofdzaak is op het moment De Revue, die over eenige dagen haar zilveren feest viert. Vijf-en-twintig jaar Revue der S por ten: een mijlpaal in de historie der Nederlandsche sportjournalistiek.
Het feit, dat uw blad zich door die jaren heen, ondanks de voortdurend heviger geworden concurrentie van andere periodieken en van de dagbladen, die hun sportrubrieken immers hoe langer hoe meer hebben uitgebreid en gespecialiseerd, op een eerste plaats heeft gehandhaafd, spreekt dunkt mij voor zichzelf. Laten wij ons niet blindstaren op het inderdaad glorieuze verleden, toen de sportjournalistiek nog in haar kinderschoenen stond en de lezers, minder j verwend en blasé dan thans, elkan\ der om zoo te zeggen het blad met i die nieuwe, frissche geluiden uit | de handen trokken; toen Lauer ! met zijn velerlei talenten voor de ï geïllustreerde pers den scepter \ zwaaide en Meerum T er I w o g t nog F rit z ie heette. \ De omstandigheden hebben zich \ zoodanig gewijzigd, dat verge\ lijkingen met vroeger niet meer | opgaan; de weekbladen hebben \ het honderdmaal moeilijker ge\ kregen. En De Revue, zij 1 heeft haar downs gehad, maar \ zij is daar prachtig doorheen I gekomen en is, naar het mij voor': komt, sedert eenigen tijd een I periode ingegaan van hernieuwden *: bloei.
[ Hiermede in het bijzonder, mijn\ heer de hoofdredacteur, zou ik \ De Revue bij dit jubileum \ van harte willen gelukwenschen.
G. Zalsman Jr. | Katwijk, Juli '31.