*4

io AUGUSTUS 1931

dagen op zoo voortreffelijke wijze voor het illustratieve gedeelte van ons blad zorgde. Hoewel feitelijk slechts liefhebber, was hij met z'n eveneens tot de eerste Revue -staf behoorenden clubgenoot Jan Stok, stellig de eerste persfotograaf. Wat hebben we in 1908 samen een prettige reis naar Weenen gemaakt, waar ik toen een wedstrijd van Oostenrijk tegen Engeland geleid heb en hij series kieken voor

de Revue maakte!

*

Ik heb nog verder zitten bladeren in den eersten jaargang, waarbij vooral de foto's op voetbalgebied prettige herinneringen aan vroeger dagen waren. Ik zag een kiek van Dirk van P r o o y e, den tegenwoordigen bondsvoorzitter, destijds aanvoerder van

HIT WOORD AAN IDE JEUGD

Tot mijn schrik, meneer de hoofdredacteur-directeur-uitgever, bespeur ik daar — met vacantie zijnde — dat ik nog steeds geen gevolg gegeven heb aan mijn plechtig voornemen om u enkele regels te schrijven voor uw jubileum-nummer.

Ik heb het beste excuse, dat zich denken laat: Ik ben met vacantie!

h. a. meerum terwogt

Maar niettemin evengoed gemeend. Laat de Revue nog maar weer voor 25 jaar inhuren. Ze is haar plaats waard.

En nu vraagt ge iets over verleden, heden of toekomst. Ik kies het laatste. Moge deze 25 jaar, die komen, de kwart-eeuw der jongeren worden. Zij, die de leiding hebben in de sportjournalistiek, zij die „de stem des gezags" doen hooren, zijn aan den verkeerden kant van de 40 en — wat slimmer is — zij hadden die leiding en dat gezag ook al 20, 25 jaar geleden.

Dat moet veranderen!

Jongeren vóór!

(Sportredacteur Nwe Rotterd. Crt.)

V.O.C., en ik kreeg ook nog weer het bewijs, dat B o e 1 j o n, onze hoofdconsul, iemand is die in de voetbalpractijk is opgevoed. Ik vond n.1. in een der nummers van den eersten jaargang een kiek van het bestuur van A.V.V., waarop Boeljon als penningmeester en schrijver dezes als secretaris prijkt.

Ik zou zoo nog verder kunnen gaan met het ophalen van oude herinneringen uit vroegere jaargangen van dit blad, doch ook anderen zullen ter gelegenheid van dit jubileum nog wat te vertellen hebben. Daarom stop ik.

„Eeiin goede niriendm"

jhr. i. l. van den bergh van heemstede

Van een onpartijdig en deskundig geredigeerd sportblad kan veel invloed ten goede uitgaan. Door juiste en klare verslagen van sportgebeurtenissen kan het belangstelling voor de sport wekken en vermeerderen; door opbouwende kritiek kan het de verhooging van het nationale sportpeil bevorderen.

En naarmate de kring van zijn lezers groot is, zal zijn invloed zich uitstrekken.

Wanneer een sportblad zijn zilveren verjaardag viert, dan is zulks een bewijs, dat zijn lezerskring groot is en dat de lezers tevreden zijn over den inhoud.

Immers ware een en ander niet het geval, dat zou de uitgave van het blad gestaakt zijn moeten worden.

Daarom voegen wij gaarne onze gelukwenschen aan ,,D e Revue der Sporten" bij de vele, welke ongetwijfeld de Redactie en den Uitgever bereiken zullen, nu zij haar vijf en twintig-jaiig bestaan herdenkt.

Moge de Redactie steeds indachtig zijn aan haar groott verantwoordelijkheid, dan zal „D e Revue der Sporten" voor haar lezeis immer de goede vriendin blijven naar wie zij verlangend uitzien; dan wacht haar Uitgever ook in de nieuw aangevangen periode groote voldoening en veel succes.

Jhr. I. L. v. d. Berch v. Heemstede, Voorzitter Ned. Wielren Unie.

In 1931 heeft de K.N.V.B. volgens 't juist verschenen verslag schorsingen uitgedeeld tot een totaal van 104 jaren.

Wij vernemen uit goede bron, dat deze schorsingen niet één speler, doch verschillende betreffen.

Een sportsmi&n „sMli

h. s. isbrücker

Toen mij het verzoek bereikte om een paar regels te schrijven voor het Jubileumnummer van de Revue der Sporten bij gelegenheid van de herdenking van den 25sten jaargang van dat blad, herinnerde ik mij onwillekeurig een winteravond, nu meer dan 25 jaar geleden, toen Leo Lauer mij zijn eerste bezoek bracht, om zooals hij mij te voren had bericht, mijn advies te vragen in verband met zijn voornemen om een Geïllustreerd Sportblad op te richten.

Dien geheelen avond hebben wij toen de kansen van slagen besproken, waarbij hij een dankbaar gebruik maakte van mijn raadgevingen welke werden ontleend aan mijn toen reeds meer dan 25-jarige ervaring op sportgebied.

En toen eenigen tijd daarna het eerste nummer van de Revue der Sporten verscheen, was er in de Sportwereld maar één roep over de schitterende uitgave, die onder de leiding van Leo Lauer een schoone toekomst tegemoet ging.

Ik weet niet welke de redenen zijn geweest waarom deze leiding later in andere handen is overgegaan, maar ik wensch bij deze te constateeren dat de tegenwoordige leiders van dit fraaie blad getrouw zijn gebleven aan de beginselen waar onder het blad nu 25 jaar geleden werd opgericht, n.1. het in woord en beeld propaganda maken voor onze geliefde sporten.

Gedurende 25 jaar is bewezen dat de Revue der Sporten in een behoefte voorziet, moge dit in de komende 25 jaar nog in hoogere mate blijven blijken. H. S. Isbrücker,

Voorzitter van den Ned. Cricketbond.