io AUGUSTUS 1931

7

PIM MULIER, ALIAS PIM PERNEL, MET ZIJN HOND

Zalige Oertijd . . . . .

HET FEEST VAN DE

REVUE DER SPORTEN

Waarde heer Streng holt!

Volgaarne wensch ik d e Revue en U persoonlijk geluk met het kwart-eeuw feest van uw blad, ons aller blad, het blad van de Nederlandsche sportwereld. Het is in 1907 opgericht en wijlen Leo Lauer heeft er zijn beste jaren mee beleefd, u hebt thans de leiding en uw blad bezit, behalve een lezenswaardigen inhoud en goede verluchtingen een goede richting, er zit lijn in, men weet Mat ge wilt en nastreeft en dat streven wordt voortdurend in het vizier gehouden. Ziedaar wat ik in d e Revue der Sporten aantrekkelijk vind! Ziedaar wat het blad een blijvende waarde schenkt.

Zal ik iets over den oertijd meedeelen, toen sommige voortrekkers er geschreven cahiers (schoolschriften) met clubnieuws op nahielden, aie beduimeld en wel circuleerden en weg raakten ? Zij werden gevolgd door gehectografeerde, vaak mislukte, machinaal vervaardigde flodderblaadjes,

waarmede ook onze thans groot geworden bonden destijds van wal staken! Totdat omstreeks 1880, als ik het wel heb de „Nederlandsche Sport" ontstond metHaz e nb er g als omnipotent satraap aan het hoofd, troonend in het hoekhuisje op het Rokin. Er stond ontzettend veel over paarden en jacht in, totdat, na 1880 (toen we met voetbal en athletiek begonnen en 'n paar jaren daarna met lawn-tennis) 'n schamel hoekje voor al die nieuwigheden open kwam, waarop wijlen C 0 0 p s er 'n beknopte goede voetbal- en cricketrubriek in creëerde! Maar tevreden waren wij niet. Kick Schröder richtte toen „de Athleet" op en schreef er zijn meer dan kostelijke Lakkierubriek in vol. Er kwam toen ook 'n soort sportalmanak uit, bij Ipenbuur en van Seldam en ik moet even lachen om het feit, dat die naam mij zoowaar nog te binnen schiet. In 1888 richtte ik met mijn vrienden, Willem C r e me r uitgever, de S a l i s, C 0 uv é e,

J 0 M 0 ck, H enr i van By landt en Mr. A.L.ButtinghaW icher s „het Sportblad" op. Mijn hartewensch was een Nederlandsch „Chasse et Pêche", „Country life", „The Field" of „Sporting and dramatic News". We lieten zelfs plaatjes maken. Bij Angler en Göscher te Weenen werden mooie cliché's gedrukt voor ons Kerstnummer, wat men toen prachtig vond. Maar twee jaren daarna waren we, hoewel we geen cent in rekening brachten, op de flacon. „De Kampioen" werd het groote orgaan voor de mannen van Edo Bergsma (die ik me nog herinner met helmhoed, 'n witte pantalon en hooge kaplaarzen bovenop 'n reuze hooge fiets) de jagers, de honden^menschen, de renners en dravers keerden weer tot de Ned. Sport terug, de roeiers wilden 'n eigen orgaan, kortom het ging niet, ondanks de enorme medewerking van velen.

Het was, zelfs toen al, 'n zware corvee en dat geeft mij 'n beetje het recht om te kunnen zeggen: Strengholt, gij rijdt dit peerdje keurig van een hooge bok, ge geeft elck wat wils, ge weert schunnig geschimp, onnoodig jeugdig twistgeschrijf, querulantig gekanker, verkeerde stroomingen, persoonlijke Streberei, het gevecht om elbowroom en houdt het ideëele in de beoefening van sport en spel als levenwekkende, blijheid en gezondheid gevende bron van geluk voor eiken leeftijd, zoo hoog mogelijk.

Dat is te meer een moeilijke taak, wijl wij ouderen de noodzakelijkheid zoo duidelijk voor ons zien om mee te gaan met onzen tijd en het compas nu en dan wat te verzetten. Man wird geschoben. De verschillen tusschen de rasechte professionals en de zuivere amateurs zijn kleiner, geworden. Daar is veel goeds en toch ook wel iets gevaarlijks in, hetwelk de mentale eischen, aan goede, karakter-vormende lichaamsontspanning en levens-ontwikkeling te stellen, nu en dan bedreigt. Onze prestaties op sportgebied zijn door de jongeren overtroffen, onze opvattingen waren wellicht strenger, zuiverder.

En aldoor stormt de nieuwe tijd aan ! En gij, jonge vrind, zult over 25 jaren ook weer uw compas verzetten moeten. Daarom wensch ik onze hedendaagsche sportwereld geluk met het feit, dat „de R e v u e" een bloeiend en wélgeredigeerd orgaan is met zeer kundige medewerkers en die bloei geeft mij de hoop en het vertrouwen, dat u die taak nog jaren lang even ernstig en met even veel goeden wil en succes zult willen blijven vervullen.

W. J. H. MULIER

Eere-lid van den K.N.V.B.