4
l'JÖe <M&& tic-., cleJ.^ffiporleTts
10 AUGUSTUS 1931
Ik zend u mijn hartelijke gelukwenschen met het jubileum van de nuttige ,,R e vue der S p 0 r t e n".
EEN PAGINA UIT HET EERSTE NUMMER VAN „DE REVUE MET MEDEWERKERS OP IEDER GEBIED
Nic Broekhuysen, J. C. Groothof f, C. A. W. Hirschman, dr. W. P. Hubert van B 1 ij e n burg h, W, J. H. Muiier en Is. Q u e r i d o.
*
Daarnaast ziet men in dat eerste nummer goede bekenden als J. H y 1 kema, C. W. van Hasselt, J. S t o k G J z n., H. S. I s b r ü c k e r, F. H i s g e n, mr. J. Lieftinck, en S. C. d e H o o p, die thans nog ten deele 'n positie in onze sportwereld innemen. Anderen zooals V. Hendriks, W. Westra, James Meyer, M. B. Zeldenrust en E d. Meyer zijn in den loop der jaren door den dood ontrukt aan de Ned. sportwereld, evenals de eerste hoofdredacteur Leo Lauer, die, niet veel meer dan twintig jaar oud, het initiatief nam tot de oprichting van Nederland's eerste geïllustreerde sportblad.
Zooals gezegd: de Revue verscheen om de veertien dagen. Pas nadat de tweede jaargang voltooid was, ging men er toe over om er 'n weekblad van te maken, dat voortaan op Woensdag verscheen, 'n belangrijke vooruitgang dus. Maar voordat men zóóver was
Wanneer we 'n greep doen uit den eersten jaargang, vinden we allereerst 'n foto van het „Corinthiancomité" uit onze voetbalwereld (v. d. Berg, Hirschman, Dijxhoorn, van Hasselt, mr. Lieftinck en J a n n i 11 k), dat niets te maken had met de tegenwoordige Ned. Corinthians, maar 'n voorlooper was van de eenigen tijd later opgerichte Alg. Ned. Voetbalver, de Zwaluwen, getuige het doel om de Ned. voetballers tot streng doorgevoerde training te brengen en de uitblinkers daarbij door diverse wedstrijden op te leiden voor het Ned. elftal.
{Vervolg op pag 5)
(Dr. D. J. van Prooye,
Voorz. K.N.V.B.).
Het eenzijdige publiek....
Vijf e/ra Iwimig jstéiiir sportleoem
Gaarne bied ik hiermede mijn beste gelukwenschen aan de Revue der Sporten aan bij gelegenheid van het feit dat her. 25ste jaar is ingegaan, dat zij zich in dienst van het Nederlandsche Sportleven gesteld heeft.
In ons land, waar een groot gedeelte van het publiek zich zeer eenzijdig georiënteerd heeft voor wat sport betreft (andere takken van maatschappelijk leven laat ik op deze plaats natuurlijk buiten beschouwing), is het inderdaad een heele prestatie om zich als algemeen sportblad te handhaven.
De taak om hen die zich voor een specialen tak van sport interesseeren, meer bekend te maken met andere sporten en met vraagstukken betreffende lichamelijke opvoeding en lichaamscultuur, is weliswaar een eervolle, doch tevens een zeer ondankbare.
Ik geloof dat de Revue over den afgelegden weg tevreden mag zijn en met voldoening daarop mag terug zien. Dit en de overweging dat het begin in den regel het moeilijkst is, moge het optimisme schenken om manmoedig den nog zoo langen weg naar boven verder te vervolgen.
C. A. W. HIRSCHMAN. (Voorz. der T. C. van den K.N.V.B., bestuurslid N. O. C., Secr. van de F. I. F. A,, enz.)
C. A. W. HIRSCHMAN HEDEN! HOE HIJ ER 25 JAAR GELEDEN UITZAG ZIET MEN OP BLZ. 11