HOE DE EERSTE PAGINA VAN DE EERSTE „REVUE" ER UITZAG!
Ie Jaargang. No\ 1. 1 Juni
ÊEÏLL. VEERTIEIÏD.TIJD5CHRIFT. Hoofdredacteur LEO LAGER,
Medewerkers: C. A. W. Hirschman, 2e Voorz. N. V. B.; j. Hylkema, Secr.-Penn. N. V. B.; C. W. van Hasselt; F. M. laChapelle; J. Stok; H. S. Isbrücker, Voorz. Ned. Cricket-Bond; C. J. Qroothoff; F. Hisgen; J. H. J. C. Caderius van Veen; M. E. v. d. Wall; Q. H. P. Denninghoff Stelling; Jhr. Q. M. v. d. Wijck; Mr. J. Lieftinck; H. Minkman; Ed. Meijer Ezn.; W. Westra, Voorz. Ned. Kaatsbond; Nic. Broekhuysen, Voorz. Ned. Korfbalbond; J. Godefroy; Is. Quérido; S. C. de Hoop, Leeraar a/d. 4e H. B. S. te A'dam; M.B.Zeldenrust; J. Bruin wold Riedel Jr.; Ernst Hagen; James Meijer; A. C. Struijvenberg; V. Hendriks; Bern. F.Eilers en nog vele anderen.
Prijs f 5.50 per jaar (extra nummers inbegrepen). Franco per post f 5.75. Losse nummers f 0.25. Bovendien zullen eenige extra nummers tegen hoogeren prijs verkrijgbaar worden gesteld. Advertentiën 20 et. per regel.
Aan onze lezers!
Lorsque 1'enfant parait, Ie cercle de familie applaudit a grands
cris
Geachte lezers, U weet 't allen: 't was Victor Hugo, welke bovenstaande regelen in zijn onvergetelijke „Les Enfants" neerschreef. Geachte lezers, U weet 't even¬
openbaar al het edele en goeds van zijn telg gaat opsommen. En daarom willen wij ook niet in ons voorwoord .mededeelen, dat onze jong geboórne een welgeschapen kindje is, kleuter, die eens een pootige jongen belooft te worden, bolleboos, van alle markten thuis, welke verstand heeft van iedere sport, en in woord en beeld daarvan het huisgezin zal verhalen. Wij willen er evenmin den nadruk op leggen, dat wij
Ons kindje, dat binnenkomt.
eens, dat heel dikwijls, bij geboorten, een redenaar deze woorden ter eere van den jong geboórne doet weerklinken. Zoo ook wij, bij het levenslicht aanschouwen van dit nieuwe tijdschrift.
Wij roepen 't echter niet in jubel-toon uit, wij zeggen 't niet met klemtoon, alsof 't een vaststaand feit ware. Wij fluisteren 't eenigszins schroomvallig, in blijde hoop, in zoete verwachting, dat ook om ons kindje, onze „Revue der Sporten", in het huisgezin, onze Nederlandsche sportwereld, gejuich zal weerklinken.
Zie, het past in 't geheel niet, dat een vader in het
het jonge wicht in een aanvallig kleed zullen steken, keurig verzorgd, vol smaak.
Dat past den ouders niet! En dan: 't zijn slechts woorden, terwijl 't op daden toch ten slotte aankomt.
Vandaar, ons voorwoord zal kort zijn!
Wij zenden vol hoop en vertrouwen onzen telg de wereld in. En onze innigste wensch is, dat hij in zoodanige mate de tevredenheid van het publiek zal opwekken, dat later nog eens een sportdichter Victor Hugo navolgt, en in zelfde bewoordingen den lof over ons tijdschrift zingt.. de hoofdredactie.