2STOG EENS DE PENALTY KWESTIE

Wat scheidsrechter Merkelbach gezegd heeft.

Scheidsrechter Merkelbach, over wiens opvattingen omtrent het toekennen van een strafschop wij verleden week schreven, meldt ons thans, dat hij aan den verslaggever van de Nieuwe Apeldoornsche Courant heelemaal niet gezegd heeft, wat deze hem in den mond heeft gelegd. Hij schrijft ons verder wat hij dan wel heeft gezegd, doch dat is ons zoo onduidelijk, dat we best kunnen begrijpen, dat de verslaggever van het bewuste blad het niet heeft begrepen. Dhr. Merkelbach zou gezegd hebben, dat iemand, die moedwillig den bal met de hand speelt in het beruchte gebied, wel degelijk met een strafschop moet worden gestraft, ook wanneer daar geen doelpunt uit voorkomt. Zoo schrijft dhr. Merkelbach ons woordelijk. Aannemende dat dhr. Merkelbach zich inderdaad overeenkomstig zijn meening heeft uitgedrukt, dan is uit hetgeen hij zegt, de conclusie te trekken, dat men voor moedwillig hands een strafschop moet geven, ook indien dat moedwillig hands maken niet kan beletten, dat de bal in het doel terecht komt.

Het komt ons echter voor, dat dhr. Merkelbach het verschil niet weet tusschen „voorkomen" in de beteekenis van beletten" en „voortkomen" in de beteekenis van ontspruiten, ergens uit voort komen derhalve. Als hij zich kalm achter zijn schrijftafel hiermede reeds vergist, dan lijkt het ons zeer goed mogelijk, dat hij, na de inspanning van het leiden van een wedstrijd, aan zijn interviewer geheel iets anders heeft verteld dan hij eigenlijk heeft bedoeld.

.Wij hopen van harte, dat dhr. Merkelbach de spelregels beter kent, dan wij uit zijn schrijven kunnen opmaken.

Juist nadat ik bovenstaand artikelt> naar de zetterij had gezonden, ontving ik de Nieuwe Apeldoornsche Courant, waarop een commentaar op hetgeen ik

in het vorig nummer van „De Revue" schreef.

Dat blad doet al heel zonderling. Het zegt, dat ik schijnbaar geheel verkeerd heb gelezen. Inderdaad, geachte Redactie, dat is schijnbaar, in werkelijkheid heb ik heel goed gelezen, doch blijkbaar heeft men te Apeldoorn verkeerd geschreven en bovendien mijn eerste artikel slecht gelezen.

Het blad herhaalt nog eens, dat de scheidsrechter heeft gezegd: „Wanneer in het strafschopgebied hands gemaakt wordt, dan moet dit, wil men een strafschop toekennen, geschieden met het doel een goal te voorkomen". :,s We hebben omtrent deze meening van den scheidsrechter, die niet op een speciaal geval slaat, doch een algemeene opvatting is, gezegd, dat die opvatting verkeerd is. De scheidsrechter heeft zich niet af te vragen of door een geval van hands een doelpunt wordt voorkomen. Ik kan uit hetgeen de scheidsrechter gezegd heeft, niets anders opmaken, dan dat hij alleen een strafschop voor hands geeft, indien er hands gemaakt is om een doelpunt te voorkomen.

Nu gaat het blad echter vertellen, dat mijn meeening niet juist is, omdat er geen opzettelijk hands is gemaakt. Maar waarde redactie, ik heb heelemaal niet over de gevallen van den wedstrijd Robur—Rigtersbleek gesproken ! Ik heb het alleen gehad over de opvatting van den scheidsrechter en de feiten geheel buiten beschouwing gelaten.

Maar zelfs al zou ik het over feiten gehad hebben, dan nog is de redactie van het Apeldoornsch blad hopeloos er naast. Immers de scheidsrechter heeft volgens het eerste artikel ook gezegd, naar aanleiding van de opmerking, dat de verslaggever den bal tegen de hand van een Robur-speler had hooren kletsen: „Inderdaad, ik heb dat ook wel

terdege gehoord en gezien, maar dit handsgeval had evenmin invloed op het al dan niet scoren van een doelpunt. En dus mocht ik geen strafschop toekennen."

Hier erkent dhr. Merkelbach derhalve, dat het bij hem alleen gaat om de vraag of door het maken van hands een doelpunt wordt voorkomen. In dit geval was dat niet het geval, derhalve — aldus de scheidsrechter — mocht hij geen doelpunt toekennen. Het was tegen deze geheel verkeerde opvatting van den scheidsrechter, dat we ons artikel schreven. „

C. J. Groothoff.

VAN EN OVER ONZE :: ADVERTEERDERS

Een nieuw adres voor onze motor-rijdende lezers

Een kijkje bij en in de zaak van dhr. MEHAGNOUL

Een nieuwe wijk en een nieuwe zaak onder vakkundige leiding

MMiMM VOOR AÜÏOMOBOLPN

De „Autolevator".

De techniek is ver gevorderd in het vervolmaken van de automobiel. Maar het euvel van de lekke banden blijft nog steeds bestaan. Doet het zich voor, dan moet de bestuurder uitstappen en manoeuvreeren met de cric, hetgeen niet meevalt, vooral niet bij slecht weer en voor menschen met spit in den rug.

De firma S. A. Maarsen & Co. te Amsterdam heeft thans een instrument vertoond, dat het opvijzelen van den wagen sterk vergemakkelijkt. Wat anders de man doet, die den hefboom van de cric hanteert, wordt hier verricht door de kracht van samengeperste lucht.

In een metalen cylinder, van een druk-meter voorzien, bevindt zich een buis, gevuld met lucht onder een spanning van 60 atmosferen. Door een, eveneens metalen slangetje verbindt men dit toestel met den korteren en breederen cylinder, waarin een stang, voorzien van een platten, ruwen kop, verticaal op en neer kan bewegen. Laat men de lucht uit het reservoir toetreden, dan gaat de stang, en dus de auto, onder wier chassis men deze automatische cric met een soort lange vork heeft opgesteld, omhoog.

Men kan dan het luchtreservoir afschroeven en de cric behoudt haar hoogen stand, tot men, door te drukken op een ventiel, de samengeperste lucht laat uitstroomen.

Daar slechts eenige atmosferen druk noodig zijn om wagens tot drie ton gewicht op te vijzelen, kan men met de 6o atmosferen, die in de flesch zijn „opgehoopt", een heelen tijd !toe. Daarna behoeft slechts een nieuwe flesch aangebracht te worden en het instrument is opnieuw voor gebruik gereed.

Bezoekt het SIGARENMAGAZIJN

'T STADION

Stadionweg 253

Specialiteit in KWALITEITSIGAREN en SIGARETTEN Aanbevelend, F. N. DE GROOT