Nu de Amst. sportweek achter den rug is ...

Onze enquête over dit experiment.

Men heeft in ons vorig nummer verschillende opinies kunnen lezen over de Amsterdamsche sportweek, die op initiatief van den A.B.L.O. van 9 tot 17 Mei in onze hoofdstad gehouden is. Deze sportweek was in zekeren zin 'n experiment, immers in ons land had men nog niet 'n plan van dezen omvang tot uitvoering gebracht, al

waren er meermalen kleiner opgezette sportdagen gehouden.

We hebben daarom aan verschillende vooraanstaande persoonlijkheden uit de sportkringen en daarbuiten gevraagd, wat hun meening voor dit experiment was. In ons vorig nummer heeft men kunnen lezen hoe wethouder Ed. Polak, dr. W. L. Hendriks en J. A. W. Bergveld er over dachten, thans volgen eenige andere opinies, terwijl we in ons volgend nummer de reeks zullen sluiten met de m.eeningen van Th. M. Ketelaar, M. C. Bakker, Mr. G. J. C. H. Claessens, H.lSchutte en Jac. van Pareren,

G. L. Walpot.

De leeraar in de lich. opvoeding aan het St. Ignatius College, G. L. Walpot, schreef ons:

Als sportleeraar maakte ik de geheele Sportweek mee. Met de jongelui van de school, waar ik aan werk, niet alleen, doch ook in mijn functie als jurylid bij de athletiekwedstrijden. Tevens als voorzitter van de Schoolathletiek Commissie en ook nog als schermleeraar demonstreerende met een flinke groep jongelingen van zestien tot twintig jaar. Het was dus een intensief meeleven met dit voor Amsterdam nieuwe en naar mijn meening belangrijk gebeuren.

Over de kleine tekortkomingen van de commissie die dit geheel leiding heeft gegeven, wil ik het niet hebben. Ze waren er; doch het goede in deze opzet en de vele vaak moeilijke arbeid, welke door de leden van het dag. bestuur der Amsterdamsche Sportweek-Commissie is ver-s richt, geeft hun recht op een welverdiende' hulde, welke ik hun dan ook gaarne breng. Hier werd de grondslag gelegd voor een groot en goed werk in het sportleven van de schooljeugd. Een enkele wedstrijd met veel demonstratie's.

Dit laatste vooral, het demonstreeren door en voor de jeugd, is naar mijn inzicht het belangrijkste. Hierbij treffen wij de jongelui aan in hun beste hoedanigheid. Zij geven zich geheel uit liefde voor de sport, daar er voor hen geen persoonlijke eer met als belooning een prijs voor wat zij presteerden te verwachten is.

Alleen de prikkel om aan belangstellenden hun kunnen te toonen. Hun bewegingsdrang eens te uiten en zich geheel te geven, met misschien de wetenschap dat, als zij hun sport op z'n mooist laten zien, anderen er ook toe over zullen gaan die te beoefenen.

Wij zagen den voetbalwedstrijd op Zaterdagmiddag, geen ie klasse werk van een K.N. V.B.-elftal, maar flink en fair spel. De finales voor de schoolathletiek; eerlijk, ferm en vriendschappelijk streden de deelnemers. Zonder wedstrijdroutine (trucs) weliswaar, maar daarom juist zoo aantrekkelijk (voor de toeschouwer. De korfbal en honkbaldemonstratie, schitterend van actie en hoewel technisch nog lang niet „af", toch zeer de moeite van het aanschouwen waard.

Zoo zou ik door kunnen gaan, doch dit is niet de bedoeling, daar u ook andere

belangstellenden het woord zult geven. De bedoeling om aan te toonen dat hetgeen waarover ik schreef „geslaagd" mag heeten, is hier voldoende mee naar voren gebracht. Als ik dan ook besluit met de Sportweek Commissie en haar streven in de warme belangstelling aan te bevelen bij allen, die hun medewerking zouden kunnen verkenen en dat nu nog niet deden, allen in welke hoedanigheid ook, dan ben ik er van overtuigd hiermede een zaak te dienen die dit volkomen waard is. Hulde aan de werkers in de Commissie en niet minder hulde aan de jongelui, die medewerkten om deze eerste Amsterdamsche Sportweek te doen slagen.

J. F. Cramer.

De penningmeester van den A.B.L.O. en van den Amst. Cricket Bond, /. F. Cramer, antwoordde ons op onze

JAC. VAN PAREREN voorzitter van de commissie voor de Amst. sportweek.

vraag of de Amsterdamsche Sportweek 'n onverdeeld succes is geweest:

Mij wordt een oordeel gevraagd over de „Amsterdamsche Sportweek" en dat zou ik gaarne willen formuleeren in twee antwoorden op bovengenoemde vraag.

1°. Van het standpunt der uitvoerende Commissie bezien geloof ik, dat niet anders dan van een welslagen van dit sportgebeuren gesproken kan worden. Immers de belangstelling was over het algemeen genomen zeer bevredigend, het weer werkte mee, wanklanken werden niet vernomen, terwijl last not least de organisatie, op enkele onderdeden na, uitstekend was.

2°. Stelt men zich echter in de plaats van enkele deelnemende Sportbonden, dan moet het toch frappeeren, dat de publieke belangstelling zich hoofdzakelijk bepaalde tot die takken van sport, die ■ reeds een zekere populariteit bij de massa genieten. Duidelijk demonstreerde deze eenzijdige interesse zich bij den tenniswedstrijd en de schermoefeningen en nog pijnlijker bij de cricket-demonstratie, die na den schoolvoetbalwedstrijd werd gehouden. Het aanwezige publiek (grootendeels jongelui) achtte het blijkbaar de

Bij Pijnen 4"

en vele ongesteldheden, zullen U de hier genoemde genezende en pijnstillende

Mijnhardt's Poeders

spoedig helpen: Mijnhardt's Hoofdpijnpoeders. — Verkoudheidspoeders — Hoestpoeders — Rheumatiekpoeders — Maagpoeders —Pijnstillende poeders Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt. Let bij het koopen hierop ! Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist.

moeite niet waard (geld kostte het niet) nog even kennis te maken met Cricket en verdween van het veld, zoodra scheidsrechter Grootmeyer den laatsten toon aan zijn fluit ontlokt had. Hier ligt dus nog een groot terrein braak.

De Commissie en de geestelijke vader Bergveld van de Amsterdamsche Sportweek verdienen ons aller waardeering voor de gelegenheid, die zij gecreëerd hebben om de Amsterdamsche bevolking te doordringen van de noodzakelijkheid om naast ontwikkeling van den geest, die van het lichaam niet te verwaarloozen en indachtig aan het „frappez frappez toujours" hoop ik, dat er nog vele sportweken zullen volgen met als uiteindelijk resultaat: geen kijkers, alleen deelnemers.

P. M. Smies.

De afgevaardigde van den NoordHoll. Hockey Bond, P. M. Smies, is niet geheel en al tevreden over het verloop; hij formuleert zijn meening als volgt:

Als afgevaardigde van een niet aangesloten bond moet ik tot mijn spijt verklappen, dat de Amsterdamsche Sportweek maar ten deele is geslaagd, hoewel bij de organisatoren en deelnemers(sters) een goede geest heerschte en de wil om mede te werken aan de Amsterdamsche Sportweek bij een ieder perfect was. En dat wil heel veel zeggen. Maar....

Bij een volgenden keer dient men met het volgende terdege rekening mede te houden :

i°. Wil men een grootere deelname ? Dan dient een krachtige propaganda op de Amsterdamsche Scholen, met de volle medewerking van het Schoolhoofd en den Sportleeraar noodzakelijk, zulks door middel van een affiche in de scholen te plaatsen.

Maar dan ook eenige weken te voren, waardoor tevens de(n) leerling(en) de gelegenheid krijgen om zich voor de deelname aan de een of andere sport op te geven, b.v. bij den Sportleeraar.

2°. Voor de publieke belangstelling behoort een behoorlijke publicatie in de dagbladen, b.v. het geheele programma van de Amsterd. Sportweek dient bekend te worden gemaakt *).

Tevens in alle stadsgedeelten moeten affiches bij verschillende winkeliers geplaatst worden. Ook een goed verslag over hetgeen iederen dag is geschied, heb ik telkens in de bladen gemist.

Een speciale Propagandacommissie is eveneens gewenscht om alles (niet te overhaast) voor te bereiden. En vooral moet de organisatiecommissie niet tot de laatste week wachten om dan nog vele dingen te regelen.

Alles is de laatste week te overhaast gegaan en de verdere commissieleden moeten weten, wat hun te doen staat.

*) De dagbladen kregen wel geregeld perscommuniqués, maar die werden niet altijd gepubliceerd. Red. R. d. S.