BELGIË—NEDERLAND 4-2. BLAUW WIT—E.D.O. 1-1.
v, d. Meulen en Voorhoof vliegen elkaar in de haren, Dorenbos tusschen zijn roodzwarte tegenstanders. Foto V.F.B.
JBelgië-N ederland.
(Vervolg van de middenpagina) Paauwe's handigheid met den bal deed hem over heel wat moeilijkheden zegevieren.
Uit het vorenstaande blijkt wel duidelijk, dat het niet aan onze middellinie heeft gelegen, dat de overwinning niet werd behaald.
Een ander lichtpunt was het goede spel van van Run. Ook die heeft een zeer goeden wedstrijd gespeeld. Hij trapte ditmaal veel zuiverder dan tegen Duitschland en demonstreerde overigens nog verschillende andere goede eigenschappen. Voor zijn goede spel had hij een beter resultaat verdiend.
Van Kol was veel minder dan in den wedstrijd tegen Duitschland. Af en toe viel hij goed aan, doch hij wisselde dat weer af met momenten van terugtrekkend spel, waarvan de Belgen verschillende malen een dankbaar gebruik wisten te maken. Het was een geluk voor hem, dat van Heel vóór hem dikwijls het grootste gevaar reeds wist af te wenden. In het laatste gedeelte kreeg men den indruk, dat hij wat moedeloos werd waardoor zijn spel sterk verminderde.
Van der Meulen heeft er enkele lastige schoten op keurige wijze weten uit te houden. Ik zou niet durven beweren, dat hij een van de vier doelpunten zou hebben kunnen houden. Mogelijk was het doelpunt van v. d, Eynde wel te houden geweest, de bal ging tenminste al heel dicht langs hem heen. Bij het laatste doelpunt was zijn eenige kans om uit te loopen. Hij deed dat toch Verzijp was hem te vlug af, en trapte den bal langs hem heen. —o—
De voorhoede heeft wel het meest teleurgesteld, Adam was weer razend snel, doch hij kwam ook thans niet voldoende naar binnen, waardoor hij van zijn snelheid en handigheid geen voldoende profijt kon trekken. Van der Heyden was wel actief genoeg, doch hij miste het beslissende schot. Zijn schieten was inderdaad zwak.
Lagendaal was voor velen een groote teleurstelling maar toch heeft hij niet slecht gespeeld. Hij heeft het spel goed verdeeld en dat was op zich zelf reeds verdienstelijk daar men vooraf wel kon nagaan, dat de Belgen hem geducht zouden bewaken, wat ze ook
gedaan hebben. Hij heeft daardoor slechts zelden gelegenheid gehad een van z'n bekende schoten in te zenden. Eigenlijk deed hij dat slechts eenmaal en dat was kort voor het eind. Het was een fraai stuk werk van Badjou, dat hij dat suizende schot onschadelijk heeft weten te maken. Men dient bij de beoordeeling van zijn spel niet te vergeten, dat hij zeer werd gehandicapt door het optreden van den scheidsrechter, die hem keer op keer strafte voor dingen, die volkomen zuiver en overeenkomstig het spelreglement waren.
Vooral indien iemands spel hoofdzakelijk op zijn doorzetten en zijn stevigheid gebasseerd is, zal men begrijpen, dat hij door die onjuiste beslissingen van streek geraakt.
Tap was weer Tap, d.w.z. af en toe uiterst handig met den bal en onmiddellijk daarna weer tergend langzaam, zoodat van der Meulen hem meermalen tot meerdere activiteit moest aansporen. Natuurlijk bleef hij af en toe weer te Ver achter. Dat is nu eenmaal een fout, die hij blijkbaar niet kan overwinnen.
Tap is voor de K. C. het groote raadsel. Tap op z'n best is niet te vervangen; zóó ziet men Tap echter slechts in enkele wedstrijden en dan gewoonlijk nog slechts voor korten tijd. Het is dan ook de vraag of men tenslotte niet meer zal hebben aan een speler, die van het begin tot het einde actief is en die daarbij de hem gegeven aanwijzingen volgt. Men zal echter moeten toegeven, dat zulke spelers hier al heel dun gezaaid zijn. Er zijn wel verschillende spelers, die in hun club verdienstelijk werk doen, doch zoodra ze in een internationale voorhoede komen, is hun spel heel wat minder. Men heeft op dit punt al heel wat onaangename ervaringen opgedaan.
Van Nellen heeft goed gespeeld. Hij bleef misschien iets beneden het door hem tegen de Duitschers vertoonde spel, doch desondanks was zijn spel zeer voldoende.
Voor de K. C. is deze nederlaag al heel teleurstellend, alhoewel ze niet onverwacht kwam. Ze was eigenlijk op de Woensdagavond bijeenkomst door Lotsy reeds voorspeld, daar deze wist hoe men in België er alles zou opzetten om dezen wedstrijd te winnen. Toen legde hij er den nadruk op, dat men
slechts met inspanning van alle krachten een kans zou hebben om den wedstrijd te winnen. Helaas maakte de leiding van den vroegeren doelverdediger van het Deensche elftal, Sophus Hansen, die voor een groot deel onmogelijk.
Onze doortastende spelers werden volkomen vleugellam geslagen, wat een deel de oorzaak van het falen is. Goed en wel beschouwd heeft Sophus Hansen, na 't vroeger met handen en voeten onze Ned. voetballers moeilijk te hebben gemaakt, ons thans met zijn fluit evenveel moeilijkheden bezorgd.
—o—
Opmerkelijk is het hoe slecht het Belgische publiek de regels kent. Bij elk aanvallen van den doelverdediger ging een afkeurend gebrul op, ook al ging alles volkomen eerlijk. Een Belgisch collega wees er ons op, dat in België de scheidsrechters den doelverdediger steeds bijzonder in bescherming nemen en dat ze daarom veel meer fluiten voor aanvallen van den doelverdediger dan volgens het reglement toelaat is. Daardoor is het publiek eigenlijk op dit punt verkeerd opgevoed. Over het algemeen fluiten de Belgische scheidsrechters ook wat spoediger voor het misbruik maken van lichaamskracht dan in de bedoeling van het spelreglement heeft gelegen. Dat heeft men ook Zaterdag bij de wedstrijden van de Antwerpsche elftallen kunnen zien. Dat de Belgische scheidsrechters dat in de Belgische wedstrijden doen, moeten ze zelf weten, doch het gevolg is, dat het publiek gaat denken, dat het zoo hoort, waarvan onvriendelijkheden tegen bezoekende ploegen het gevolg kunnen zijn.
Overigens zal toch de K.N.V.B. er voor dienen te zorgen, dat men steeds werkelijk bekwame leiders voor onze internationale wedstrijden aanwijst. Men is daarbij in den laatsten tijd niet gelukkig geweest. De Zweed die den wedstrijd tegen de Duitschers floot, was niet zoo slecht maar toch geen scheidsrechter van groot formaat. De Deen Hansen was echter een volkomen mislukking. —o—
Een profeet wordt in eigen vaderland nooit geëerd. Dat is geloof ik toch wel heel sterk van toepassing op inspecteur Bakker, die het verkeer in de hoofdstad op zoo voortreffelijke wijze regelt. Men vindt dat te Amsterdam iets heel gewoons. Als men per auto van het Stadion vertrekt en men is 10 minuten