revue
De hoofdingenieur van Amsterdam's gemeentewaterleidingen, ir. A. S. Docen, behoort tot de weinige menschen, die de roei- en zeilver. de Amstel vrijwel van haar oprichting af gekend hebben en er thans nog lid van zijn. Mogelijk is hi) zelfs de eenige uit het tegenwoordige ledental, die zich de club uit haar beginjaren herinnert, want de Amstel dateert reeds uit 1874, in welk jaar de toen zevenjarige Docen in de zeilschuitjes van zijn ouderen broer en van andere familieleden geregeld meevoer. Weliswaar was hij toen nog geen lid — daarvoor zou hij volgens de toenmalige reglementen minstens tien jaar ouder moeten zijn, want beneden de achttien jaar mocht men geen lid worden — maar de liefde tot de Amstel was hem als het ware zoo jong ingegoten, dat hij later, bij zijn terugkomst in Amsterdam uit het buitenland, onmiddellijk lid werd van de Amstel zonder er aan te denken zich bij een der andere hoofdstedelijke roeiclubs aan te sluiten.
'n Jaar of vijf is ir. Docen thans voorzitter van de Amstel, nadat hij in vroegere jaren, telkens met eenige hiaten in zijn bestuursloopbaan, reeds secretaris en penningmeester was geweest. „Och, eigenlijk heb ik nooit zoo veel voor 'n bestuursfunctie gevoeld," vertelde Amstel's president, „maar ik was iemand die nog al eens praatjes maakte en met het bestuur kibbelde en de beste manier om zoo'n lastig element het zwijgen op te leggen is om hem in het bestuur te kiezen. De watersport is mijn heele leven lang mijn troetelkind geweest, maar na mijn studententijd woonde ik juist in verschillende plaatsen, waar van watersport weinig kwam: in Tilburg en in Leuven was nauwelijks water te vinden en in Den Haag gingen we op Zijn best eens roeien in pieremegoggels met vaste riemen, die wel heel erg afstaken bij de gieken van Laga, welke we wel eens ontmoetten. Toen ik in Amsterdam kwam te wonen, werd ik lid van de Amstel, waar ik uit mijn jongensjaren altijd 'n zwak voor was blijven voelen. Zelf ben ik geen raceroeier geweest, meer zeiler: we bouwden in den winter zeilscheepjes, waarmee we wel eens prijzen gewonnen hebben en de motorboot die ik het laatst had, was ook gebouwd naar teekeningen van mij met n motor, die ik uit Amerika had laten komen en hier eerst uit elkaar genomen had om te zien wat ik er aan had." —o—
„Verwacht u voor het komende roeiseizoen wat meer van Amstel dan in de laatste jaren het geval was?"
„We hebben nu geen Gunther meer, die verschillende jaren den naam van onze vereeniging met eere verdedigde zonder dat er Amstelploegen waren, die naast hem meetelden, maar we drijven thans niet meer op onzen eenen skifleur. Er komen ook ploegen uit, die wat kunnen presteeren. Vermoedelijk zullen we dit jaar 'n oude twee, 'n stuurmanlooze vier en 'n B-vier op de been brengen, terwijl we in de juniornummers
behoorlijk hopen uit te komen. Onze roeileeraar Garritse, geassiteerd door menschen als Gunther, Wennekendonk, Schutte en Brandsma, doet zijn best om het beschikbare materiaal op te leiden tot goede roeiers. Sommige menschen vinden voor 'n roeileeraar persé noodig dat hij zelf raceroeier geweest is, maar 'n absolute noodzaak lijkt mij dat met. Garritse bijvoorbeeld heeft, door het feit dat hij leeraar in de lich. opvoeding is, 'n anderen kijk op de menschen en 'n paedagogische ontwikkeling, zijn amateur-assistenten hebben meest routine als raceroeier. Al ben je zelf ook geen raceroeier geweest, toch kun je daarom wel anderen op hun fouten wijzen en met het beschikbare menschenmatenaal bereiken wat mogelijk
Ir. A. S. DOCEN (links) met Amstel's skiffmatador GÜNTHER en diens coach Dr. Marres. Foto V.F.B.
is, 'n generaal hoeft toch zelf ook geen vechtjas te zijn, als hij maar weet wat hij met zijn manschappen kan beginnen."
„Dus den paedagogischen aanleg in 'n roeileeraar stelt U bijzonder op prijs?"
„Ja, het leiderschap is niet voor iedereen Weggelegd, zelfs niet voor 'n technisch bekwaam roeier. Onze vroegere coach Hach bezat, mogelijk omdat hij aan mathematica gedaan had, 'n scherpen kijk op de , menschelijke machine en wist precies hoe hij daaraan haar 100 % kon geven. Als Gerritse bij de binnenkort te houden wedstrijden voor nieuwelingen Zondagsmorgens op den Amstel, 'n bescheiden succesje boekt met zijn leerlingen, krijgt men vertrouwen in hem en dat is toch vóór alles noodig, als hij de roeileeraar in den vollen omvang wil worden."
Hotel Café Restaurant
„De Roode Leeuw"
Damrak 93-94 - Amsterdam TEL. PORTIER 49693 TEL. BUFFET 48444
-- HFT-- mmm le Etage
Centrale Verwarming unstekende Keuken
Koud- en Warmwater-
leiding in alle kamers | Plats du Jour - Diners
Badkamers - 80 Kamers op het Damrak en Nieuwendijk
Zalen voor Partijen en Vergaderingen
„Nu Amstel dit jaar 'n proef heeft genomen met 'n jeugdafdeeling, krijgt n coach de roeiers heel Wat jonger onder zijn leiding dan vroeger, toen ze 20 of 21 waren," merkten we op.
„Gelukkig ook maar, Want men moet jong vertrouwd raken met het Water. Van Wedstrijdroeien door jongeren ben ik geen voorstander, over het algemeen moet men hun krachten in toom houden, maar ze moeten wel riem- en vaartuigbehandeling voor 100 % leeren, om later, als ze dat kunnen, tot raceroeier te kunnen Worden opgeleid. Amstel's edental blijft ongeveer constant; damesleden hebben we niet en ik hoop, dat we die nooit krijgen ook, want al zie ik de dames graag in den stuurstoel van 'n wherry of op 'n dansavond, ze behooren volgens mij niet thuis in 'n vereeniging als de Amstel, die opgericht is als mannen-vereeniging en dat dient te blijven ook. Laten de dames, die zelf willen roeien, 'n eigen vereeniging stichten zooals de Vliet; 'n gemengde roeivereemging acht ik ongewenscht. 'n Vereeniging als de Amstel zit op hooge lasten; de gemeente schijnt te vergeten dat wij toch 'n groot deel der lichamelijke opvoeding voor onze rekening nemen en ze maakt ons bestaan door hooge belastingen zeer moeilijk. Dat 'n eerste klasse voetbalclub vermakelijki?n Mlasting moet betalen, vind ik niet onbillijk, want daar wordt toch feitelijk n „voorstelling gegeven", maar met 'n roeivereemging is 't Wat anders. De bootenhuizen van de Amsterdamsche roeiclubs aan den Amstel kosten ontzaglijke bedragen aan belasting en onze eenige inkomsten bestaan in de contributies der leden, die, bij de tegenwoordige malaise, er Weinig voor voelen om 'n som gelds beschikbaar te stellen — gelijk vroeger Wel eens geschiedde — als de vereeniging geld noodig heeft. Nu de Amstelroeibaan is ingekrompen door de nieuwe brug en de beloofde roeibaan in het boschplan nog wel 'n paar jaar op zich zal laten Wachten, zou de gemeente Amsterdam de nuttige roeisport wel eens wat meer mogen steunen!"
M. J. Adriani Engels.
DANS-LES
v. HINTE
PROF. DE DANSE
Heiligeweg 26/28 - Tel. 31984 PRIVÉ-LESSEN