De 6o-jarige Amsterdamsche Gymnastiek Onderwijzers Vereeniging op de receptie, Zaterdagmiddag j.l. in l'Europe, Op de voorste rij v.l.n.r, M. C. Bakker, J. M. J. Korpershoek, K. H. van Schagen, Th. M. Ketelaar, J. H. Doderer (secr.), E. C. Garretsen (Voorz.), M. de Vries (penn.), mej. Z. Claasen en P. J. Rippe. Foto V.F.B.
Amst. Gymnastiek Onderwijzers Ver. i8ji — 18 April = igji
De A.G.O.V. of, om haar bij haar volledigen naam te noemen, de Amst. Gymnastiek Onderwijzers Ver. is geen vereeniging, die aan den weg timmert. Deze organisatie van bijna 250 Amsterdamsche gymtiastiekleeraren — circa 95% van het totaal-aantal in onze hoofdstr.d werkzaam zijnde leeraren in de lich. opvoeding — werkt meer in stilte, maar daarom heeft ze evengoed haar arbeid, waarbij we o.a. denken aan de actie voor het derde lesuur, met succes bekroond gezien. Zelfs het zestigjarig bestaan der vereeniging is aan de buitenwereld vrij onopgemerkt voorbij gegaan; 'n paar regeltjes in de kranten, 'n receptie in l'Europe Zaterdagmiddag j.l., 'n feestnummer van het orgaan, dat aan eenige belangstellenden en aan de autoriteiten werd gezonden, dat was alles wat men ervan merkte. Maar toch is zoo'n zestigjarig bestaan heusch wel de moeite waard om er melding van te miken!
„Och, we zijn geen menschen om reclame te maken," oordeelde secretaris J. H. Doderer, toen we hem en eenige van zijn medebestuursleden in het vereenigingslokaaltje opzochten tijdens de voorbereidende tmatregelen voor het jubileum, namelijk het expedieeren der feestnummers, die juist van de drukkerij gekomen waren en precies op den dag van het jubileum — 18 April — hun adressen moesten bereiken.
Het zag er aardig uit, dat geïllustreerde gedenkboekje, samengesteld door de redactiecommissie Bakker-DcdererRippe, het vertelde van de wijzigingen, die het gymnastiekonderwijs heeft ondergaan sinds 'n drietal gymnastiekonderwijzers uit Amsterdam (P.C.A. Adrian, H. A. Woelders en B. J. Spiekermm) in 1871 hun collega's uitnoodigden tot „het houden eener Zamenkomst op Dingsdag 18 April e.k. des avonds ten negen ure, in het lokaal de Zwaan op den Nieuwendijk", zooals we dat letterlijk uit het schrijven overnemen. Als punten van bespreking voor die eerste bijeenkomsten stonden o.a. genoteerd: de mogelijkheid om het onderwijs in de gymnastiek homogeen te doen zijn en de al dan niet wensche-
lijkheid van de z.g.n. militaire exceritiën op de scholen.
—o—
Twintig gymnastiek-onderwijzers richtten de vereeniging op, kozen Adrian tot voorzitter, Croesen tot secretaris en Wilhelm tot penningmeester in het eerste bestuur, waarna men eenige uren discussieerde over den naam of de kernspreuk der vereeniging. Genoemd werden: Eendracht, Bloei en Welvaart, Theoretica, Jahn, Ontwikkeling zij ons doel, Concordia, Turnvater en Guthsmuths, benevens 'n Latijnschen naam, die voor het nageslacht verloren is gegaan omdat de secretaris dien niet kon uitspreken en dus niet in de notulen kon vermelden ! Tenslotte besloot men, met acht tegen zeven stemmen, den duidelijken naam Amsterd. Gymnastiek Onderwijzers Vereeniging te verkiezen boven een of andere mooie kernspreuk. Uit de notulen der thans zestigjarige A.G.O.V. komen dingen te voorschijn, die 'n gymnastiek-onderwijzer uit den tegenwoordigen tijd met verbazing zouden vervullen. Hoe zou men nu denken over 'n leeraar, die de slechtste leerlingen achteraan plaatste in de rij: het „besjeshuis" en de „schaapskooi" en hen, zoolang ze volgens hem daar thuis behoorden, aansprak als „druiloor" ? In 1877 bepleitte 'n leeraar het uitvoeren van schermen op de lagere scholen ter afwisseling van de spelen als zakdoekje leggen en aftikkertje, die toen de toestelgymnasiiek en de in dien tijd nog serieus verdedigde „kunstmatige passen" afwisselden; men kan echter ook te ver gaan, hij stelde namelijk voor om op zevenjarigen leeftijd met sabelschermen te laten beginnen!
De A.G.O.V. had verschillende problemen op te lossen: moest de vakonderwijzer of de klasse-onderwijzer gymnastiekles geven, moest het Spies— Jahnsche stelsel gehandhaafd blijven tegenover het Zweedsche stelsel, dat waren belangrijke strijdpunten uit vroeger jaren. In den na-oorlogschen tijd belandden verschillende buitenlandsche systemen in ons land: Carl Loges maakge in 1924 furore in de Amsterdamsche
gymnastiekwereld, Niels Bukh's methode vond ingang, prof. Gaulhofer kwam hier 'n cursus leiden, er kwam 'n Bode-cursus, de gymnastiekleeraren, voor wier opleiding de A.G.O.V. zich in den loop der jaren zoo heeft ingespannen, konden zelf hun keuze bepalen. —o—
„Wanneer wij het gymnastiekonderwijs van 'n halve eeuw geleden zouden zien, dan zouden we ervan schrikken," vertelde secr. Doderer, „maar evengoed zouden onze voorgangers zich erover verbazen dat de tegenwoordige gymnastiekleeraren zich zoo ijverig met spel en sport bemoeien. Tal van onze collega's zitten in de roeibeweging, in den zwembond, in den honkbalbond en in nog andere sporten. Ze doen, veel meer dan hun voorgangers, aan algemeene lichaamsoefeningen; ze zijn, om 't zoo te noemen, allround-sportsmen geworden, voor wie het toestelturnen waarlijk niet het eenige is. Amsterdam is vermoedelijk wel de stad, waar het onderwijs in de lichamelijke opvoeding het beste gediend wordt. Wanneer het derde les-uur over de heele linie zal zijn ingevoerd, is daarmee voldaan aan 'n grooten wensch der A.G.O.V., die reeds tientallen jaren geleden dit onderwerp aanroerde. Het is de voormalige wethouder Ketelaar geweest, die in 1927 den stoot gaf tot dit derde lesuur; Wegens bezuinigingsreden werd het toen voorloopig aan den kant gezet, maar later door wethouder Polak overgenomen." —o—
„Heeft de A.G.O.V. na dat derde lesuur nog meer hartewenschen ?" vroegen we.
„Allereerst: invoering van gymnastiekonderwijs aan de scholen voor zwakzinnigen, die er nu van verstoken zijn. Verder Weder invoering der z.g.n. volksklassen, d.w.z. het van 1873 tot 1924 gegeven gymnastiekonderwijs voor jongens en meisjes van veertien tot achttien jaar, die de school hadden verlaten en door hun leven op kantoren en fabrieken verstoken Waren van lichaamsoefeningen. In 1924 werd de gemeentesubsidie (ƒ2800) voor deze volksklassen geschrapt en dientengevolge moesten Ze Worden opgegeven. In de derde plaats hopen we op invoering van gymnastiekonderwijs aan de nijverheidsscholen, die er nu buiten vallen. Voor zoover we Weten, wordt aan één vakschool voor meisjes één uur per week gymnastiek gegeven; verder is er in de nieuwe ambachtsschool aan den BaarsjesWeg 'n gymnastieklokaal gebouwd, dat.... niet gebruikt wordt omdat er geen gymnastiek op het leerprogramma voor de ambachtsscholen staat! De overige ambachtsscholen hebben trouwens nog niet eens 'n gymnastieklokaal, dus die staan er nog Wat verder af."
Het huidige bestuur van de A.G.O.V., bestaande uit voorzitter Garritsen, secretaris Doderer, penningmeester de Vries, vice-voorzitter Rippe, vice-secretaris Wiegel en commissarissen Bakker en mej. Claassen, is Zaterdagmiddag j.l. juist op den oprichtingsdatum der vereeniging in de bloemetjes gezet, in welke huldiging aan de thans zestigjarige vereeniging de vroegere leiders als Adrian, Croesen, Berkhout, Heijner, Luiting, v. d. Boom, van Zuijlen, Scheffer, Gerritsen, Elias, Sieverdinck, Sindram, v. d. Berg, v. d. Veke, Boon, Schuil, Kassander, Brands en anderen — van Wie er helaas reeds verschillende overleden zijn — mede betrokken zijn voor het werk dat in den loop der zestig jaren verricht is geworden.
M. J. ADRIANI ENGELS.