in het Ka N. G. V.

-o O O O O O O O O O O O O Waar de dief „Houdt den dief' roept......

Dhr. David Wijnkoop, communistisch Kamer-, Staten- en Gemeenteraadslid, heeft in een openhartig oogenblik eens uitgeroepen: „Te dol? Te dol? Ons is niets te dol!"

Zietdaar een motto, dat wij van heden af minzaam aanbevelen als bondsleuze van het „Koninklijk" Nederlandsch Gymnastiek Verbond, eens een trotsche nationale organisatie, thans gedegradeerd tot een verzameling vazallen van mr. Groenewegen, zijn nobelen voorzitter.

Inderdaad schijnt den leidslieden en leden van het K.N.G.V. niets te dol. De „Revue"-lezer kent de miserabele historie van het Verbond gedurende de laatste jaren:

— de intriges tegen den oud-bondsvoorzitter Van der Meulen door zijn „boezem"-vriend Groenewegen;

— de verovering van het begeerde baantje door den tegenwoordigen functionaris;

— de felle protesten van den Amsterdamschen Turnbond tegen alles wat moreel corrupt geacht werd in dezen „struggle for high life";

— het massale royement der Amsterdamsche turners door Groenewegen c.s., toen deze laatsten zich met ontmaskering bedreigd voelden;

— het operetteproces, dat Groenewegen c.s. de 1000 geroyeerden aandeden, een proces, dat, zooals begrijpelijk was, door het „Koninklijk" Gymnastiek Verbond smadelijk verloren werd: er bleken nog rechters in Amsterdam!

— het vernietigende requisitor ter bondsvergadering van de commissieLevie, waarin scherp en hard als een mes gesignaleerd werd hoe weerzinwekkend er geknoeid en geïntrigeerd is om een eerlijk onderzoek naar de grieven van het Verbond onmogelijk te maken;

-r- de emotioheele jaarvergadering van het Verbond, waarbij het commissielid Van Tongeren dermate onder den indruk kwam van Groenewegen's houding, dat hij te keer ging als een ziedend-verontwaardigde, alles met als eenig resultaat, dat hij — Et tu Brute! — zich een bondsbestuurszetel liet aanmeten;

— de tallooze vergeefsche pogingen van eereleden, en andere onpartijdige figuren uit en buiten het K.N.G.V. om te trachten het mes te zetten in de rotte en nog altijd voortrottende zieke plekken van het eens zoo gezonde K.N.G.V.; etcetera, etcetera.

In elke, maar dan ook in elke andere bestaande of denkbare sportoeganisatie zou dit alles ten gevolge gehad hebben, dat een man als mr. Groenewegen ijlings gesommeerd was als bestuurslid te verdwijnen, met als eenig verzoek zich nooit, maar dan ook nooit meer terug te laten zien.

Niet alzoo in het „Koninklijk" Nederlandsch Gymnastiek Verbond. Daar is den leden niets te dol! Daar spot de toestand met elke beschrijving; daar laat men rustig rotten wat rot, *

Hoe komt dit allemaal, hebben

vele buitenstaanders zich in den loop der tijden afgevraagd.

Hoe komt het, dat in een sportbond een zoo botte en platte onverschilligheid bestaat ten opzichte van de meest elementaire beginselen van fatsoen, eerlijkheid en rechtvaardigheid?

Och, beste lezer, om een antwoord op deze vraag te verkrijgen, zou men de mentaliteit moeten kennen van de bondsvergadering in het K.N.G.V. — een verzameling menschen, waarvan het gros, meest plattelanders, alleen belang stelt in de vraag of de contributie niet met een kwartje verlaagd kan worden, een verzameling van

AXEL BERGQUIST,

de Zweedsche scheidsrechter, die vijf jaar geleden in het oude stadion den wedstrijd Nederland—Zwisterland leidde, zal op 26 April hij Nederland—Duitschland als arbiter fungeeren.

menschen, die men kan verdeelen in:

De onverschilligen, die alles, goed of kwaad, koud laat;

De medeplichtigen, die moedwillig goed praten wat nooit goed gepraat kan, wat nooit goed gepraat mag worden;

De zwakken, die wel inzien dat wat gebeurd is slecht is, maar den durf missen zich tegen de zalvende welsprekendheid der huidige leiding te verzetten;

De m o e-g estredenen, die wel hun stem hebben verheven, die wel critiek, felle critiek soms, hebben laten hooren, maar die thans berusten onder de zinspreuk „'t geeft toch niks".

Deze laatsten zijn nog in het Verbond gebleven, hoewel ze, in de oogenblikken dat zij eerlijk tegenover zich zelf staan, weerzin moeten voelen voor het „Koninklijk" lichaam, waarvan ze nog deel uit maken — inplaats van het

huidige Verbond te verlaten, zooals zeer vele anderen zich met afschuw hebben afgewend van het Verbond, waarvoor zij eens eerbied en bewondering gevoelden.

*

Onze lezers zullen begrijpen, dat het ons niet lust ons wekelijks met het K.N.G.V.-riool bezig te houden. Daarvoor zijn de geuren, die daar uit de donkerte opstijgen, te weerzinwekkend. En au fond heeft elke sportbond de leiders, die hij verdient, hoe blameerend dit dan ook moet zijn voor het K.N.G.V.

Maar een enkele maal moeten wij wel een deel van ons goede humeur offeren aan het Verbond, dat door de Goden met blindheid geslagen schijnt. Zoo noopt het laatste nummer van „Het Turnblad" ons daar ditmaal toe. Daarin wordt namelijk onder het hoofd „Ons Verbond en de Pers" de vanouds beproefde taktiek van den dief toegepast, die hard wegloopt onder het geroep van „Houdt den dief". In dat artikel wordt — mirabile dictu — aan onzen gymnastiekmedewerker, die als een kleine Z o 1 a het „J'accuse" heeft toegeroepen aan een hedendaagschen Esterhazy, verweten: „opzettelijk onjuiste en tendentieuze berichtgeving" (n.1. in het „Algemeen Handelsblad") en „en ongepaste campagne" en „lasterlijk geschrijf" (n.1. in „de Revue der Sporten").

Kijk, dit loopt nu toch alle spuigaten uit. Wij weten en begrijpen, dat het grootste deel der Nederlandsche pers, hoewel het nog steeds eens met den essentieelen inhoud van onze artikelen, geen plaats kan b 1 ij v e n inruimen aan al deze interne Verbondsherrie. Maar als dhr. Groenewegen daaruit distilleert, dat „in het algemeen de betrekkingen tusschen Verbond en Pers goed zijn" en hij daaruit blijkbaar de schaamtelooze vrijmoedigheid put om een orgaan als het „Handelsblad" (dat hem, a propos, niet eens verwaardigde te antwoorden!) de wet te willen voorschrijven — dan moet hem maar weer eens duidelijk gemaakt worden hoezeer deze geachte jurist zich opnieuw, als zoo vaak te voren, in de feiten vergist. Hij gedenke bijv. zijn smadelijk verloren proces tegen de Amsterdamsche groep van duizend! *

Van proces en van „lasterlijk geschrijf" gesproken — waarom provoceert mr. Groenewegen, wien deze materie toch allerminst vreemd is, eigenlijk niet eens een proces, waarbij onze gymnastiekbedewerker publiekelijk van „lasterlijk geschrijf" beschuldigd kan worden, desgewenscht met naast zich op de bank der beklaagden den hoofdredacteur van „De Revue der Sporten"? Wij zullen er heusch niet boos om zijn: Wij staan namelijk zoo prettig sterk in onze schoenen! En om het den geachten K.N.G.V.voorzitter gemakkelijk te maken, zij hier dus nadrukkelijk gestipuleerd, dat voor deze regelen verantwoordelijk is, naast onzen gymnastiek-medewerker, dhr. Staal,

de Hoofdredacteur van „De Revue": A. J. G. STRENGHOLT.

"w»w Sigarenmagazijn „SELkCTA" ™LT

C. J. I*. v. SCMAIK - HfiUfifflSTBlMfi

BINNENWEG 97 — TELEFOON 28545

PROBEERT MIJN SPECIALE SELECTA SERIE IN PRIJZEN VAN 6-60 ct.