EEN BLIK OP HET LEVEN VAN „DE VLIET',
de Leidsche Vrouwelijke Studenten Ftoeivereeniging.
Weinig vermoedden de meisjes-studenten, die in begin April 1905 een rceiclubje oprichtten, hoe daaruit na 25 jaar een bloeiende Roeivereeniging zou gegroeid zijn.
Gedurende de eerste vijf jaar werden onderzoekingstochten ondernomen op alle bereikbare wateren in Rana en Nuphar, twee klinkende namen voor twee bescheiden pieremagochels. Toen besloten de dertig leden over te gaan tot aanschaffing van een heusche wherry, waarin de roeisport nu eerst recht beoefend zou kunnen worden. Vier jaren gingen voorbij, toen werd de burgerroeivereeniging „die Leijthe" opgericht en de meisjesstudenten sloten een overeenkomst, dat hun, nu „Vliet" gedoopte, roeiclub medegebruik van kleedk; mers zou krijgen en een plaatsje om de drie booten te bergen. Hoe groot deze gebeurtenis was, moge getoetst worden aan het feit dat het „bootenhuis" eerst bestaan had uit een vlonder, daarna een zweminrichting en tenslotte een drijvend arkje, Waar de meisjes heen moesten trekken met de roeibenoodigdheden onder den arm!
Niettemin heeft de club gedurende haar heele bestaan een halsstarrig vasthouden aan zelfstandigheid getoond. Nadat een vierriems-wherry was aangekocht, werden daarmee geregeld oefeningen gehouden op het Galgewater. Gedurende de eerste twee jaar van het nieuwe verblijf werden er blijkbaar zulke vorderingen gemaakt dat de aandacht van de studentenroeivereeniging Njord er onweerstaanbaar door Werd aangetrokken. Tot nu toe Was er eigenlijk nooit sprake geweest van eenigen omgang. Dit is niet zoo verwonderlijk, want men kan van den man op leeftijd „Njord", wiens borst met vele prijzen is getooid, niet vergen dat hij zich bekommert om een klein meisje, het jonge „Vlietje" dat nog maar wat aan het rondploeteren is! In 1916 echter kwam een aanbod van de L.S.R.V. Njord, dat een meisjes-vier zou kunnen beschikken over haar overnaadsche vier „de vijf Pijlen" gedurende traintijd en wedstrijden. Ook bood een der Njordleden, dhr. Doorenbosch, zich welwillend aan als coach van de ploeg.
Deze vier kwam uit op den Hollandiawedstrijd, doch behaalde geen prijs, al was er alle reden tot tevredenheid, aangezien de jury mededeelde dat een eventueele derde prijs ongetwijfeld aan „de Vliet" zou zijn toegekend — en er waren totaal 8 ploegen. Vermelding verdient nog dat het HollandiaBestuur voor de eerste maal in 1913 dames stijlroeiWedstrijden uitschreef; het afgeloopen roei-jaar heeft bewezen hoezeer deze Vereeniging steeds is blijven ijveren voor het dames-roeien en Dr. Fokker zal zich nog wel lastige gevallen herinneren, waarmee „de Vliet" bij hem aanklopte en nooit vergeefsch!
Tegelijk met het uitkomen van de eerste ploeg werd een nieuwe vlag ontworpen. Het oude motief, een rood veld met twee witte kronkelstrepen, het water voorstellend, bleeknietmeerinden smaak te vallen. Het roode veld bleef en inplaats van de witte palingen werd een witte V in ruit aangebracht. Een ondeugende toeschouwer veronderstelde eens dat die V zeker het symbool was van de „Varende Vrije Vrouwen!" Het roeicostuum bestond op den eersten wedstrijd uit witte blouse en roode rok, maar reeds het volgend jaar Werd dit laatste kleedingstuk vervangen door een soort „stride-shirt", oogenschijnlijk een rok, maar in werkelijkheid was ditmaal elk been afzonderlijk bekleed met een rokje! Elk jaar bracht nu een min of meer ingrijpende verandering in het tenue, een heele dissertatie ware te schrijven over de ontwikkeling van de da mes-roeikleeding.
—o—
In 1924 werd op „de Vliet" een afroeisysteem ingevoerd, nadat tijdens het novitiaat der V.V.S.L. alle novieten tweemaal waren afgeroeid ter kennismaking met de Roeisport. Sedert 1919 is de Vliet gevestigd aan den Maredijk, nadat het contract met „d<"e Leythe" beë;nd>'gd en niet verlengd was. Tien jaar later werd het tegenwoordige gebouw, een modern uitgerust vereenigings-centrum, in gebruik genomen, dat was verleden jaar. Gedurende vele jaren Was het gewoonte dat tijdens hel novitiaat het heele Njord-gebouW met gebruik van verschillende booten een middag afgestaan werd voor Vlietdemonstraties, welke dan gepaard gingen met het optreden der Novieten in de bekende groenen-bakken, dit als voorspel. Begin October vangt dan het geregelde afroeien aan der nieuwe leden. Dagelijks Wordt er een tiental onder handen genomen cm gedurende twintig minuten de beginselen van het scullen bijgebracht te worden. Na verloop van tijd wordt hun bekwaamheid ook met behulp van de „bak" aan een strenge beoordeeling onderworpen en als men het examen, dat e;n theoretisch en practisch deel omvat, met succes is gepasseerd, dan volgt oars-roeien en later sciffen.Er wordt den heelen winter door geroeid op „de Vliet", maar in Januari is er meestal eenige moed toe noodig om zich niet klappertandend te laten afschrikken door de Water. druppels, die men op de riemen ziet bevriezen! Overigens spreekt het vanzelf dat tijdens de Wintermaanden door de meeste Vliet-leden aan gymnastiek Wordt gedaan, want wie gewoon is geregeld te roeien en door veel slecht Weer daarin wordt belemmerd, voelt hieraan dringend behoefte.
Sedert „de Vliet" zich eenmaal in het glazen huis der publiciteit begeven had, nam zij geregeld deel aan wedstrijden, meestal met een viertje, maar ook
met double-scull, sciff en op de Nereus-wedstrijden in 1917 zelfs met een acht. Het aantal behaalde prijzen heeft evenwel nooit een bijzonderen omvang aangenomen, maar hier is een verklaring voor. De nadruk bij het roeien werd namelijk niet in de eerste plaats op het uiterlijk vertoon gelegd, „de Vliet" heeft nooit gedaan aan wat Dr. te Hennepe in zijn laatste jaarverslag stijl-drijven noemde, maar steeds getracht het roeien werkelijk sportief op te vatten. Hiertoe heeft ook wel bijgedragen het feit dat steeds Njordleden als coach optraden en hun stempel op den stijl drukten. Meermalen hebben de roode ploegen de jury tot wanhoop gebracht door zich met energie en snelheid aan hun spiedend oog te onttrekken ! Met zulke antecedenten is het ook te begrijpen dat race-roeien de Leidsche roeisters als ideaal vcor oogen zweefde. —o—
In 1929 kwam er een uitnoodiging uit Frankrijk om aan de wedstrijden aldaar deel te nemen. Een race-vier trainde geruimen tijd, maar aan den wedstrijd werd geen deel genomen wegens gerezen moeilijkheden met den Ned. Roeibond. Leek het aanvankelijk of er in deze richting van dit lichaam weinig medeWerking te wachten was, de tijd heeft het bewijs geleverd van 's Roeibond's vaderlijke houding! Voor het moeilijk vraagstuk werd in den afgelcopen zomer door Hollandia, in overleg met den Roeibond een oplossing gezocht, nadat een uitgebreide enquête de animo voor verandering van 't stijlroei-reglement ook van andere zijden had doen blijken.
Het resultaat van deze proefneming bleek geslaagd en den tegenstanders is gebleken dat deze actie niet tot excessen heeft geleid. Vroeger zuchtte „de Vliet": „Komen wij voor een jury, dan blijkt onze stijl veel mannelijker (ons inziens echter veel pittiger) dan die der andere meisjes-ploegen, en dit is het lastige van stijl-roeien: zooveel jury's, zooveel stijlen." Aan dit euvel wordt nu tegemoet gekemen, daar voor het a.s. seizoen na rijp beraad door de N.R.B. het proef-reglement is ontworpen, mede geb.-seerd op snelheid. Dat hier te lande geen race-roeien zonder meer door dames beoefend wordt, kan gewaardeerd worden. Dit bleek dezen zomer op de Roeiwedstrijden te Luik, waar de Holiandsche roeisters tegen buitenlandsche dames-raceploegen uitkwamen en het algemeen oordeel over den vorm der Holiandsche roeisters zeer gunstig was, al waren haar tegenstandsters dan ook sneller. Zij hadden zich aan de Hollandia-bepdingen gehouden voor haar eigen gevoel.
Met groote belangstelling zien de roeisters reeds uit naar den komenden zomer, benieuwd hoe het proefreglement in de praktijk zal blijken te werken.
P. C. FERMIN.