mm
mm/m
Wanneer is 'n athleet geen amateur meer?
De kwestie-Ladoumègue — Hoe men in Engeland de grens tusschen amateurisme en
beroepssport trekt —■
De „kwestie-Ladoumègue" heeft in de internationale sportpers in de laatste weken heel wat stof doen opwaaien. Uit de dagbladen zal men wel gehoord hebben, waarom het hier gaat. Ladoumègue, de Fransche wereldrecordhouder, werd uitgenoodigd deel te nemen aan indoor-wedstrijden te Frankfort. Toen de Franschman deze uitnoodiging kreeg, zat hij aan het ziekbed — dat kort daarna een sterfbed werd — van een door hem hoog geschat familielid. Hij stuurde daarom de uitnoodiging, na ze met een half oog gelezen te hebben, naar zijn vereeniging of liever naar den trainer Vitau, die dergelijke aangelegenheden gewoonlijk behandelde.
Deze Vitau was, zooals thans is gebleken, heelemaal niet de rechte man op de rechte plaats. Integèndeel, het staat vrijwel vast, dat hij naar alle kanten de amateursbepalingen overtrd. Het is dan ook begrijpelijk, dat zijn vereeniging hem thans heeft ontslagen en dat hij door den Fransehen Athletiek Bond is geschorst. Vitau dan schreef aan Frankfort, dat Ladoumègue zou komen indien men eersteklas reiskosten — slaapwagen, enz. —■ betaalde. Bovendien verblijfkosten en frs. 100 per dag voor andere onkosten. Tenslotte zou men boven dat alles nog 600 gulden moeten betalen!
Die 600 gulden deden voor de Duitschers de deur dicht. Ze vonden dat voor een amateur begrijpelijkerwijs wel wat kras. De pers kreeg er iets van te hooren en het gevolg was, dat men minder vriendelijke woorden schreef over het amateurisme van Ladoumègue, die Frankrijk op de komende Olympische Spelen zou gaan vertegenwoordigen.
Het ging hier om de reputatie van het Fransche amateurisme, zoodat het begrijpelijk was, dat de Fransche Athletiek Bond onmiddellijk een onderzoek ging instellen. Dat onderzoek is nog niet geëindigd, daar Vitau nog met een brief is komen aandragen, die zijn schuld wat zouden kunnen verminderen, indien tenminste die brief echt is. Aan dat laatste twijfelen we wel een beetje. De bewuste brief zou geschreven zijn begin December 1930, doch men krijgt den indruk, dat hij eerst nadat de zaak aan het rollen gebracht is, derhalve in Februari, geschreven werd. De datum is n.1. December 1931. Het komt wel eens voor, dat men in Januari zich verschrijft en uit kracht der gewoonte nog het vorige jaar daarachter vermeldt doch dat men begin December zich verschrijft door het volgende jaar als jaartal te vermelden, zal toch wel tot de groote uitzonderingen behooren. In elk geval staat echter vast, dat Vitau geheel op eigen verantwoording heeft gehandeld. Het is dan ook best mogelijk, dat hij voornemens was een gedeelte van die ƒ 600 in eigen zak te doen verdwijnen.
Dat zoo iemand uit de sportwereld verdwijnt, is slechts toe te juichen.
Prof voor 30 cent!
De Franschen zijn er overigens wel mee ingenomen, dat Ladoumègue naar alle waarschijnlijkheid geheel vrij uit gaat, al zal ver vermoedelijk het amateurisme van den Franschen kampioen niet zoo smetteloos wit zijn als men dat wel zou wenschen. Ten slotte zal echter de club van Ladoumègue, de C.A.S.G., ook nog wel een veer moeten laten, daar het toch onverantwoordelijk is om dergelijke punten, geheel buiten het bestuur om, door een trainer te laten behandelen.
—9—
Intusschen is er ook door den Engelschen Amateur Athletiek Bond een schorsing uitgesproken. Drie welbekende athleten, die Engeland herhaaldelijk in internationale wedstrijden hebben vertegenwoordigd, zijn voor onbepaalden tijd geschorst wegens overtreding van de amateursbepalingen. De Fransche pers, blijkbaar niet op de hoogte van deze bepalingen, grijpt deze schorsing aan om te vertellen, dat het amateurisme in Engeland toch ook niet van alle smetten vrij is. Ook de Duitsche pers maakt in verband met die schorsing enkele minder vriendelijke opmerkingen. En toch heeft men hier te doen met een geval, dat in vrijwel alle andere landen heel gewoon zou zijn en dat in bijna geen enkele tak van sport als een overtreding der amateursbepalingen zal worden beschouwd.
In Engeland heeft men nog steeds amateursbepalingen, die voor de tegenwoordige toestanden eigenlijk onhoudbaar zijn. Zoo mogen athleten, die aan personeele wedstrijden deelnemen, geen cent vergoeding voor reis- of verblijfkosten ontvangen. Een dergelijke bepaling is een beletsel, dat de athletiek door de groote massa wordt beoefend en mogelijk is dat ook speciaal de bedoeling van de bepaling.
In Engeland is het amateurisme meer een standenkwestie.
Een Engelsche amateur is een mijnheer. Op het programma krijgt hij het predicaat Mr. voor zijn naam en zijn voorletters worden genoemd. Is hij beroepsspeler, dan heet hij Black of White, zonder meer. De amateur-athleet moet al zijn onkosten voor het deelnemen aan een wedstrijd zelf betalen, men dient dus niet onbemiddeld te zijn. Amateurs mogen alleen vergoeding van onkosten krijgen, indien ze in een specialen ploegenwedstrijd voor hun club uitkomen. In zoo'n geval mag de club, waarvoor hij uitkomt, de onkosten betalen.
Tal van athleten moeten zich derhalve beperken tot het deelnemen aan plaatselijke wedstrijden. Nu had de club, waarvan de thans geschorste athleten lid waren, er het volgende op bedacht om het mogelijk te maken, dat haar leden ook aan wedstrijden buiten hun woonplaats zouden kunnen deelnemen. De athleten hadden n.1. onderling een fonds gevormd, waarin alleen leden van de vereeniging bijdragen konden storten. Dat fonds stond feitelijk geheel buiten de vereeniging.
Uit dat fonds, waarin dus de athleten zelf regelmatig bijdroegen, werd af en tot een gedeelte van de kosten betaald.
Men ziet, dat het met de letter van de bepalingen in strijd is, doch aan den anderen kant is het amateurisme van deze athleten, die onderling hun reiskosten betaalden, nog veel beter dan
BAT AVI A'S KORFBALKAMPIOENEN.
De korfbal-afdeeling :>an B.V.C. heeft ongeslagen het kampioenschap van Batavia behaald door van de tien wedstrijden er negen te winnen en een gelijk te spelen (goalgemiddelde 39-8). We geven hier de korfbalkampioenen in de Tropen, met achter diverse namen de vermelding van de Ned. clubs, waarvoor ze vroeger uitkwamen. V. I. n. r. staande : A. Skinner, Mevr. Bleichrodt (Chr. K.B.). Mevr. van Koesveld (Scaldis), J. de Soete, D. Croqué, Mevr. Bos (Chr. K.B.). Geknield: de Loos (Vitesse L.). Massier (Rapid, l Wageningen), van Koesveld (D. T. V., Scaldis), Bleichrodt (Chr. K.B.), Bos (Chr. K.B.), de Meijier (H.B.S.). Foto L. Unger.