Wat Ajax—Z.F.C. weer eens beeft laten zien.
Speel je eigen spel!
Het is jammer, dat men niet bij twee voetbalwedstrijden tegelijk kan zijn. Verleden week was ik te Almelo bij den wedstrijd Heracles—P.E.C. en achteraf gezien zou ik dien wedstrijd niet graag gemist hebben, daar er verschillende lessen uit te trekken waren, die dan ook reeds op de Amsterdamsche spelleiderscursus een onderwerp van bespreking hebben uitgemaakt.
Maar aan den anderen kant zou ik toch ook heel graag den wedstrijd van Ajax tegen Z.F.C. hebben gezien, daar ik meen, dat ook uit dezen wedstrijd belangwekkende conclusies getrokken kunnen worden.
In „Het Volk" schrijft Geudeker o.m. het volgende:
„Van Ajax kan slechts gezegd worden, dat zij dezen middag zichzelf niet was. Ajax probeerde Z.F.C. te zijn, hetgeen natuurlijk niet lukte, omdat de Amsterdammers hiervoor de kracht, geestdrift en aanleg missen. En waar zij geen gelegenheid kregen om in hun eigen spel te komen — waartoe ook, na de eerste mislukte pogingen, weinig moeite meer gedaan werd — mag deze wedstrijd veilig als een mislukking voor het Ajax-spel aangemerkt worden. Het grove spel, grover dan gebruikelijk is, dat de Zuidelijke arbiter Voltijn bovendien in dezen wedstrijd toeliet, speelde hierbij den Z.F.C.-ers in de kaart."
Inderdaad is Ajax, wat kort samenspel en behendigheid betreft, in ons land niet te slaan. Z.F.C. daarentegen is een ploeg van stevige en uiterst geestdriftige spelers, die een zeer snel open spel geven. De physieke kracht van de ploeg is zoo groot, dat, indien de Zaandammers al hun klachten inspannen, er misschien geen elftal in ons land is, dat op den duur daartegen bestand zal blijken te zijn. Daarom acht ik het van Ajax dwaas om Z.F.C. te gaan bestrijden of tenminste te trachten dit te doen met het spel, dat Z.F.C. zelf in de perfectie speelt.
Het lijkt me zeer begrijpelijk, dat Ajax in het eerste kwartier met koit samenspel en handigheid niet veel indruk op de Zaandammers zal hebben gemaakt. De gasten zullen ongetwijfeld getracht hebben dat samenspel onmogelijk te maken door onmiddellijk den speler, die den bal had, aan te vallen, ja, door den speler reeds aan te vallen op het moment, dat de bal naar hem toegespeeld werd. Doch het was dan m.i. voor Ajax de aangewezen weg geweest om zooveel mogelijk te trachten botsingen te ontwijken. Daardoor zou Z.F.C. wel sterk in den aanval gekomen zijn, doch door een doelmatige versterking van de achterhoede door het terugtrekken van de middellinie en desnoods af en toe ook van de beide binnenspelers in den aanval zou men wel in staat geweest zijn aan dien druk
weerstand te bieden. Daardoor zou tenslotte de aanval van Ajax wat meer ruimte gekregen hebben en niet steeds tegenover vijf verdedigers gestaan hebben. En als de voorhoede van Ajax in het verloop van den wedstrijd maar een paar maal alleen tegenover de twee achterspelers gestaan zou hebben, dan lijkt het me toch vrij zeker, dat daarvan doelpunten het gevolg geweest waren.
Ajax heeft zich echter niet willen laten overtroeven, „Als er stevig gespeeld moet worden, dan zullen we tenminste trachten onzen man te staan" heeft men waarschijnlijk gedacht en daarmede heeft Ajax vrijwillig afstand gedaan van de mooiste troeven, die het in handen had om het spel te winnen.
Het is niet de eerste maal, dat een elftal een wedstrijd verliest door zich te laten verleiden het spel van de tegenpartij te spelen!
„Uitwisseling" van scheidsrechters.
De opmerking over scheidsrechter Voltijn lijkt mij eveneens juist; in het Zuiden wordt nu eenmaal veel steviger gespeeld dan in het Westen ; de Zuidelijke scheidsrechters zijn derhalve aan steviger spel gewend, zoodat ze daar geen bezwaar tegen, hebben. Dit lijkt mij inderdaad voor Ajax ook weer een handicap geweest te zijn, daar elk Westelijk arbiter strenger zou zijn opgetreden.
Dit brengt mij er weer toe nogmaals er op te wijzen, dat 't wenschelijkisom, veel meer dan tot dusver gedaan wordt de scheidsrechters van de verschillende' distneten uit te wisselen, wat stellig in het belang van een goede rechtspraak zal zijn. De scheidsrechters zien daardoor ook een ander spel dan dat van hun district, waarvan het gevolg zal Zijn, dat er meer eenheid in de opvattingen zal komen. Dat scheidsrechter Voltijn Zondag te Amsterdam fungeerde, was toe te juichen — al zullen de Ajacieden het mogelijk daarmede niet eens zijn! — doch men had nog verder moeten gaan door scheidsrechter de Wolf niet naar Almelo, doch naar Rotterdam en scheidsrechter Mutters niet naar Rotterdam, doch naar Almelo te Zenden. Ik weet, dat de groote provinciale clubs dat heel graag zouden zien en dat van dien kant tegen de daardoor ontstane extra kosten geen bezwaar gemaakt zal worden.
Wat is nu eigenlijk het beste voetbal? Een andere vraag naar aanleiding van de wedstrijden van verleden week is deze: wat is nu eigenlijk het beste voetbal? Vrijwel algemeen vertelt men, dat Ajax en Feyenoord het beste voetbal speelden. Desondanks werd de Rotterdamsche club door de grootere geestdrift der stadgenooten geslagen, terwijl Ajax het tegen de snelheid en de kracht
van Z.F.C. moest afleggen, want dit gelijke spel kan men eigenlijk wel als een nederlaag voor het spel van Ajax beschouwen. De „betere spelers" hebben derhalve verloren. Toch heeft men in het elftal, dat de Zwaluwen naar Brussel zullen sturen, uitsluitend „betere" spelers opgenomen. Men heeft er de middenlinie van Feyenoord in gezet en in den aanval hoofdzakelijk spelers van Ajax opgenomen, aangevuld met een van Feyenoord en van der Heyden uit Wageningen, wiens club eveneens op dien gedenkwaardigen Zondag^ werd geslagen. Allemaal dus „betere" spelers, die van de z.g. minder goede spelers niet konden winnen.
Z.F.C.'ers in 'n proef-elftal
Ik geef gaarne toe, dat op den duur het betere spel het zal winnen, dat heeft de geschiedenis van het spel reeds voldoende aangetoond. Daar staat echter tegenover, dat, als het er op aan komt een enkelen, op zich zelf staanden wedstrijd te winnen, men meer kans heeft met een ploeg van het type van Z.F.C. Ik maakte dezelfde opmerking tegen den T.C.-voorzitter Hirschman, die meende, dat deze geestdriftige spelers slechts af en toe wel eens in staat Zijn iets geweldigs te presteeren. Zoo speelden de Z.F.C.'ers, volgens hem, tegen Ajax den wedstrijd van hun leven. Dat laatste is misschien wat overdreven, ik geloof dat Z.F.C. wel in staat zal zijn in den loop van het seizoen, wanneer het er op aankomt, nog meer van dergelijke wedstrijden te spelen. Hirschman was echter van meening, dat deze spelers in een wedstrijd, waarbij de belangen van de club niet op het spel stonden, zeker niet zoo geestdriftig zouden kunnen spelen. Hij wees daarbij op proeven, die met enkele spelers zijn genomen.
Het is best mogelijk, dat proeven met enkele geestdriftige spelers tusschen een aantal „betere" speleis, mislukt zijn, doch men heeft nog nooit een proef genomen met een elftal, dat uitsluitend uit stevige, geestdriftige spelers bestaat, een ploeg als b.v. die van Z.F.C.
Ik geloof werkelijk, dat het wel de moeite waard is dat alsnog te doen. Men heeft in de middellinie van Z.F.C. reeds een goeden kern. Ook de beide vleugelspelers van de Zaandamsche club zouden voor zoo'n proef-elftal in aanmerking komen. Terwille van de eenheid zou men er de binnenspelers uit den aanval ook kunnen opnemen. Van 't Kaar is voor dit spel als het ware geknipt en Admiraal van P.E.C. zou een waardig partner zijn.
Voelen de spelers voor zoo'n wedstrijd iets, dan kan het een belangrijke proef worden. In ieder geval zal de nieuwe keuze-commissie toch 'wel overtuigd zijn, dat ze tegen de robuste Duitschers de middellinie van Feyenoord niet in het veld zal kunnen zenden!
C. J. Groothoff.