Dr. R.J. Th. Meurer aan het woord
Roeisport in de wintermaanden.
Midden Januari.... 'n kille wind blaast ons de sneeuwvlokken in het gezicht alswe deveilige beschutting van 'n Amsterdamsche tramwagen verlaten om ons naar het huis van dr. Meurer in de Museumwijk te begeven. Het is niet de blanke sneeuw, die men op afbeeldingen van wintersport gespreid ziet als 'n witte mantel over de aarde, maar 'n kleffe regensneeuw, die het verblijf in de openlucht allesbehalve tot 'n genoegen maakt. We zijn op weg voor 'n roei-interview, dat klinkt voor 'n buitenstaander mogelijk wat vreemd, want velen kennen het roeien alleen maar als 'n fleurige zomersport, waarbij de zon 'n bijna onontbeerlijke factor is.
Roeien in de wintermaanden, bij 'n temperatuur even boven het vriespunt
met kille natte sneeuw op hoofden en lichamen van de roeiers in hun gieken
het is lang niet altijd 'n genoegen
voor de tweetjes en voor de vieren, die we in deze Januarimaand geregeld op den Amstel zien trekken, maar het is onontbeerlijk voor 'n roeier, die in vorm wil zijn tegen den tijd dat het
1 ,,'n Roeicoach moet zorgen over- I | training met alle gevaren van licha- | 1 melijke achteruitgang en van nog fu- | 1 nester geestelijke oververzadigdheid | I te vermijden; als hij die weet te ont- | 1 gaan, acht ik als medicus geen enkele \ | nadeelige kant verhonden aan het deel- | | nemen aan roeiwedstrijden door krach- ï I tige, van te voren nauwkeurig medisch § 1 onderzochte, jonge menschen" aldus | I dr. Meurer.
Garages „Van Vueren"
AMSTERDAM
Amstelveenscheweg 280—302 Telefoon 27595 en 27795
Cornelis Krusemanstraat 56—62 Telefoon 22835 en 22733
Stalling voor 300wagens
De internationale technici beschouwen deze inrichtingen als
de best geoutilleerde van EUROPA!
Agent der
Chrysler Automobielen R A L 60 Stand 60 R.A.I.
wedstrijdseizoen begint. Wie iets bereiken wil in de roeisport, moet beslist den heelen winter door trainen, dag in, dag uit, om zijn slag te perfectionneeren, om zijn uithoudingsvermogen te vergrooten, om het verband in zijn ploeg te doen toenemen. De velen, die zomers de ranke gieken onder 'n verkwikkend zonneschijntje over het water zien schieten, bedenken niet hoeveel energie er van de roeiers geëischt is om het tot 'n zekere hoogte in hun sport te brengen.
Studenten en burgers. In vroeger jaren was de roeitraining
niet zoo intensief als tegenwoordig, nu de schuitenhuizen alleen dicht gaan als het water bevroren is. Maar hoe vaak, of liever hoe weinig komt het voor dat er ijs ligt ? Toen de eene roeivereeniging ermee begon haar toekomstige raceroeiers den heelen winter door te laten oefenen, moest de andere wel volgen ter wille van de .,concurrentie" in het wedstrijdseizoen.
Sneeuw of geen sneeuw, wie weet of niet op hetzelfde oogenblik, dat we in de warme spreekkamer van dr. Meurer binnenstappen, 'n vier of acht, met dikke truien zooveel mogelijk beschut tegen de weersomstandigheden, op het Amstelwater consciëntieus in training is ? 'n Studenten-vier of -acht dan natuurlijk, want de „burgers" — onze roeiwereld is netjes gesplitst in studentenclubs en niet-studentenclubs, die onder den verzamelnaam „burgers" doorgaan — hebben overdag hun maatschappelijke werkzaamheden, waar ze minder gemakkelijk uit kunnen breken. Die moeten 's morgens om 'n uur of acht trainen voor kantoortijd zoolang er nog geen daglicht genoeg is om hen in staat te stellen tegen den avond in de boot te stappen.
De studenten hebben dus in dat opzicht 'n voordeel boven de nietstudenten, maar daartegenover staat dat in de vacanties de meeste studenten elders vertoeven, zoodat er dan van gezamenlijke training niet veel komt. Dat is het juist bij roeitrainen: 'n vier of 'n acht moet samen trainen, bij 'n voetbalelftal kan desnoods de een 's middags en de ander 's avonds 'n uurtje bij den trainer komen, doch als in 'n acht door de een of andere oorzaak telkens met remplacanten geoefend moet worden, gaat veel van het nut der training verloren. Men moet één geheel vormen in ploegverband, geleid door 'n bekwamen coach.
Waarom roeien de oud-studenten niet meer?
Dr. Meurer is al jarenlang de leider van Amsterdam's studentenroeivereeniging Nereus; naast zijn drukke medische practijk vindt hij nog tijd om eiken dag naar den Amstel te gaan en daar de Nereusroeiers te coachen. Ofschoon