VJTESSE—Z.A.C, 2—o. Dommering en de uitgeloopen Z.A.C.keeper Waayer maken het elkaar leven lastig, terwijl Oostingh op s de doellijn heeft postgevat met den Vitessemidvoor Tiedtke in duidelijke
buiténspelpositie voor zich. Foto- V.F.B. §
Vitesse maakt twee go ah
En de rest van den tijd blijft het 3—O
Z.A.C. weer op de onderste plaats
Vitesse—Z.A.C. 2-0.
Wie nog eens 'n wedstrijd tusschen twee clubs van „de oude garde" in het Oosten wil bijwonen, moet niet verwachten, dat hij bij kampioenscandidaten te land komt, want om het kampioenschap strijden in afdeeling III alleen de jonge clubs, meerendeels representanten van het volksvoetbal. De oude vereenigingen, die 'n jaar of tien, twintig geleden deel uitmaakten van de Oostelijke eerste klasse, zijn meerendeels naar lagere regionen afgezakt (Quick, U.D., G.V.C., P.W. enz.) en voor zoover ze nog in de eerste klasse spelen, voeren ze elk seizoen 'n heftigen strijd om niet te degradeeren.
Vier „oudjes" zijn er nog over in de eerste klasse van afd. III: Tubantia, Robur, Z.A.C, en Vitesse; ze nemen in die volgorde de vier onderste plaatsen van het ranglijstje in en één van hen zal aangewezen moeten worden om in de degradatiewedstrijden uit te komen.
Vitesse en Z.A.C, die elkaar gisteren te Arnhem bekampten, staan er wel het beroerdste voor; de Arnhemmers hadden hun eersten wedstrijd — in Zwolle tegen Z.A.C. — gewonnen om daarna acht keer achtereen te verliezen; Z.A.C. had nog geen enkelen keer gewonnen, maar tenminste drie gelijke spelen geboekt. De strijd tusschen deze twee zou voorloopig de beslissing moeten brengen voor de al dan niet tijdelijke bezetting der laatste plaats en in verband met het groote belang van dezen strijd verschenen de ploegen op haar sterkst.
'n Merkwaardig verschijnsel was er in die beide opstellingen: Z.A.C, dat nog, op Bakhuys na, de beschikking had over alle spelers van het kampioenselftal van drie seizoenen geleden, probeerde het bij gebrek aan bruikbare reserves — ook Z.A.C. II stond onderaan — met de oude beproefde krachten en verving zelfs den eenigen minderjarige uit de ploeg (Elemans) door 'n veteraan als ten Doesschate, die vijftien jaar geleden 'n gevaarlijk voorhoede¬
speler geweest was.... Vitesse daarentegen, dat ook jarenlang haar reservemateriaal verwaarloosd had, stelde vier spelers op uit de junioresploeg, die anderhalf jaar geleden tot tweemaal toe het Ned. kampioenschap der Corinthian-juniorestournooien had behaald; de „joggies" moesten nu de geroutineerde eerste elftallers als Horsten, Tap, Hendriks e.a. helpen het eerste klasseschap te verdedigen. Oud Z.A.C. tegen jong Vitesse....
De jeugd zegevierde en zeer zeker 1 verdiend, waardoor Vitesse de laatste plaats voorloopig aan Z.A.C. overdeed. Veel te lang heeft Z.A.C. gedreven op haar oude krachten en.... op Bakhuys, wiens meespelen de aanvalskracht minstens verdubbelde, maar daardoor 'n bedriegelijken schijn van kracht over het heele elftal wierp. Vóór Bakhuys' komst was Z.A.C. degradatie-candidaat, tijdens zijn meespelen werd de overigens onveranderde ploeg kampioen van het Oosten, na zijn vertrek staat Z.A.C. weer onderaan en werkelijk, als de blauwwitten niet beter kunnen spelen dan ze gisteren deden, vreezen we het ergste voor hen, want hun voorhoede, met negen goals in negen wedstrijden, is de zwakste, die we dit seizoen in actie zagen, nog zwakker zelfs dan die van H.F.C. en dat wil wat zeggen!
Vitesse begon in dezen wedstrijd om twee uur te voetballen; Z.A.C. begon pas drie minuten later, toen het al 2-0 stond, 'n gevolg van de overrompelingstactiek, die de geelzwarten toegepast hadden. Vitesse immers, opgezweept door vermanende woorden en met gekalmeerde zenuwen vanwege de Adalin — 'n soort kruising van aspirine, aniline en ovomaltine, waarvan elke speler één tabletje gebruikt had als 'n onschadelijke „doping" — begon in 'n geweldig tempo en voor Waayer goed en wel wist wat er gebeurde, had Rieken 'n voorzet van Gresnich listig doorgekopt naar den handigen linksbuiten Meeuwsen en het was 1-0 na
anderhalve minuut. Onmiddellijk erna daalde er weer 'n voorzet van Gresnich voor het doel, waar Dommering gereed stond om den bal keihard langs Waayer te jagen: 2-0 in 2 min. 40 sec, 'n moreele voorsprong van beteekenis.
Bij die twee goals binnen de drie minuten bleef het, al kwamen er van beide kanten nog verschillende goede kansen. Vitesse zag o.a. 'n doelpunt van Dommering wegens offside geannuleerd, en Z.A.C. bracht het tot 'n schot van Hollander tegen de bovenlat buiten bereik van Spanjaard. Maar overigens was de Zwolsche voorhoede zoo onsamenhangend en schotloos, dat ze niet meer waard was dan de nul, die ze kreeg. We kunnen het denkbeeld van Z.A.C.'s elftalcommissie om den puiken spil Derboven sr. midvoor te zetten, niet bewonderen, want daar richtte hij niets uit, terwijl zijn jongere broer op de spilplaats nauwelijks voldoende was. Van Bon en Wouters zijn, sinds ze Bakhuys missen en zelf het initiatief tot doelpunten moeten nemen, 'n paar klassen minder dan vroeger, waardoor de Vitesse-verdediging, die tot dusverre 37 keer gepasseerd was (het meest van alle eerste Wassers uit ons land) zich vrij gemakkelijk kon staande houden.
De voorhoede van Vitesse was wel geen openbaring, maar daar werd tenminste gecombineerd en geschoten, waardoor Waayer 'n vrij drukke eerste helft kreeg, in tegenstelling met Spanjaard, die net zoo goed thuis had kunnen blijven. Vitesse's zwakste punt was op de midvoorplaats, waar Tiedtke als stootblok fungeerde en alle duwen en trappen, waaraan zijn buurlui ontsnapten, in ontvangst nam; de vleugels combineerden vrij aardig. In de middellinies was bij Vitesse de spilplaats door Hendriks wel 'n klasse beter dan door Derboven jr bij Z.A.C. en in de achterhoede bleek Vaags jr. de beste der vier backs. Zoowel Horsten aan den eenen kant als ir. Oostingh aan den anderen kant waren niet meer dan middelmatig. Waayer mag dan wel niet meer zoo onpasseerbaar zijn als vroeger, hij hield er niettemin diverse lastige ballen uit en daardoor was hij de beste in het teleurstellende geheel van op hun retour zijnde Z.A.C.'ers, waarvan Hollander en Bakker nog het meest hun ouden vorm benaderden.
Het Arnhemsche publiek, dat in het jaar 1930 geen overwinning van Vitesse in 'n thuiswedstrijd voor de competitie gezien had (de laatste thuisoverwinning was tegen P.E.C. op 29 Dec. 1929!) heeft zich den laatsten tijd 'n slechten naam verworven door te veel verlangen naar medezeggingschap in de scheidsrechterlijke leiding. Groote borden vestigden er thans de aandacht op, dat de scheidsrechter alleen baas was en dat het publiek buiten de grenzen van het speelveld moest blijven, maar meer nog dan die papieren droeg de rustige en vrijwel feillooze leiding van den H.V.V. 'er van Moorsel — sinds 1 Januari Almelo'er geworden — er toe bij om den wedstrijd kalm te doen verloopen De toeschouwers zullen overigens meer genoten hebben van Vitesse's overwinning op Z.A.C. — de tweede pas in de twaalf wedstrijden tusschen deze twee clubs te Arnhem sinds Z.A.C.'s promotie in 1918! — dan van werkelijk goed voetbal, want het was duidelijk te merken, dat hier twee der allerzwaksten tegenover elkaar stonden. Tubantia 10 2 4 4 27-32 8 Robur et Vel. 10 3 1 6 24-33 7 Vitesse 10 2 o 8 16-37 4
Z.A.C. 9036 9-26 3
M. j. Adriani Engels.