loopen zoowel in vrijheid als gebondenheid. Wat het vrije individu in de maatschappij aan den eenen kant voelt als dwang, d.w:z. dat zijn gedragingen ten opzichte zijner omgeving beperkt worden door de wet, heeft bij aan dei. anderen kant te begrijpen als juist de groote, reguleert nde macht, die zijn individueele levensuitingen mogelijk maakt. Als zoodanig hebben wij de Wet te respecteeren en als zoodanig hebben wij in ons kleine wereldje de Reglementen op te vatten.

Ik moet hier dit begrip duidelijk op den voorgrond stellen, dat Bestuur en Reglementen samengaan, want anders zullen velen uit persoonlijke uitingen mijnerzijds de gedachte hebben kunnen krijgen, dat ik een zekere minachting van de regelmenten heb. Welnu, laat mij dan dus hier verklaren, dat ik het nut der reglementen uitstekend inzie, dat ik er mij aan weet te onderwerpen, al voel ik er ook niet het minste voor. Besturen is voor mij een zedelijk werk en ik geef toe, dat dit een reglement veronderstelt, maar persoonlijke liefde tot reglementenkennis ontbreekt mij absoluut. Als zooverre als het waar zou zijn, dat men een vak uit vrije keuze kiest, kan ik gerust zeggen, dat de aanleg, welke iemand het vak van jurist doet kiezen, mij absoluut ontbreekt. Het prettigste voel ik mij als bestuurslid, wanneer ik na grondige besprekingen met mijne medebestuurderen besluiten kan nemen zonder aan het reglement te denken.

De bestuursfunctie is een moeilijke en verantwoordelijke taak, maar zoodra er, zooals in ons Bestuur, een bijzonder vriendschappelijke stemming en een redelijke geest heerschen, dan wordt dit samenwerken een aangename taak. Ieder bestuurslid op zichzelf heeft ten bate van het geheel vaak allerlei persoonlijke gevoelens op zij te zetten en al naar mate dat dit gelukt, zal het Bestuur succes van zijn werken hebben en dé Vereeniging de vruchten plukken.

Als mensch kan men niet anders dan onvolmaakt werk leveren en al het gestelde laat zich omkeeren, maar als een aantal deskundige mannen van goeden wil, bezield met het ernstige voornemen het beste te leveren wat zij kunnen, op grond van ernstig nadenken en onderling nauwkeurig overwegen tot handelingen komt, dan kan mijns inziens de vereeniging gerust zijn. Aan haar echter de moeilijke taak deze mannen te kiezen!

Niets beschouw ik als zoo nuttig als conclusies gegrond op onderling overleg, niets beschouw ik als zoo ongelukkig als conclusies gegrond op de macht van het redelooze getal, gegrond op stemmingen door meer- en minderheden. Uit de veelheid moet door overleg een Éénheid ontstaan, dus uit een schijnbare eenheid baseerend op onderdrukking van een minderheid. Het nadeel van uitspraken op Z.g. relletjes-vergaderingen, waar een opposante kliek in overmaat opkomt, kan voor de toekomst der club groot zijn.

Aldus wordt de Bestuursfunctie een aangename functie en komt zij te staan in het algemeene teeken, dat ik boven alle sport stel, n.1.: Geen ergernis! Sportbeoefening noch bestuurderswerkzaamheid mag ergernis opwekken; het moet medewerken tot veraangenaming van ons leven, dat in zijn dagelijksche beslommeringen al moeilijk genoeg is. Vandaar dat ik een diepe beteekenis hecht aan de woorden van oud-Minister Kan, die zijn boekje over sport betitelt met de woorden: „Geniet het Leven".

Bemoeienissen met het roeien in welken vorm ook mogen geen ergernis opleveren; zij moeten een verheugenis blijven, die steun geeft in het maatschappelijk leven. Bestuursbesluiten moeten zijn redelijke besluiten, waarin dus niet alleen het „ik","maar ook het „andere" tot zijn recht komt.

Verleden jaar heb ik mijn gedachten over Lichaamsoefening, Sport en Spel laten gaan en tot nu toe heb ik zooveel mogelijk vermeden het woord Roei-sport te gebruiken, omdat ik het woord „sport" als zeer onvolledig beschouw in verband met ons onderwerp. Voor de groote meerderheid en inzonderheid de buitenwereld moge „roeien" zich als „sport" voordoen, wij voor ons moeten begrijpen, dat in het roeien evenzeer de lichamelijke ontwikkeling en het spel mede doen. Spel, lichaamsoefening, sport, ze zijn ongescheiden onderscheiden en al staan het spel der kinderen en de ernstige wedstrijd van afgetrainde athleten ver van elkaar, bij nader inzien zijn ze toch beiden min of meer met elkaar verwant en zijn scherpe grenzen, evenmin als elders in de levende natuur, ook hier aan te geven (Wordt vervolgd).

Het elftal der oud-internationaals, dat op Nieuwjaarsdag den traditioneelen strijd tegen H.F.C. speelde en met 3—2 geslagen werd. Staande v.l.n.r. mr. Wekker, Houtkooper, Bulder, dr. Thomee en mr, Sigmond, middelste rij Krom. Leem, en ir. Bosschart. onderste rij de Bruijn, de Boer en dr Tetmer. Foto V.F.B.

Het volgende is niet bedoeld als een oude jaarsoverpeinzing, lezers, en toch is het oogenblik zoo bij uitstek geschikt voor het houden van eene korte beschouwing dat ik mij moeilijk kan onttrekken aan de sfeer die de wisseling der jaren met zich

Ook ten aanzien van ons officieel orgaan geldt dat.

Eenerzijds betreuren wij het verdwijnen van het blad, dat sinds 1917 onze spreéktribune is geweest en dat — laten we het maar gerust zeggen — lang niet altijd die waardeering heeft gevonden waarop het aanspraak mocht maken; anderzijds verheugen we ons er in dat een frisch blad als De Revue bereid is gevonden om zijn kolommen voor ons open te stellen.

Le roi est mort, vive le roi! , „T , -

Zonder aan de verdiensten van de Ned. Sport en van ziine leiders ook maar iets te kort te doen geloof ik te mogen zeegen dat het niet volledig aan onze behoeften voldeed. De moderne tijd eischt meer en andere dingen dan de N.S. kon geven Aan goeden wil heeft het nimmer ontbroken, daarover kan ik zeer zeker oordeelen en ik ben dan ook dankbaar voor hetgeen men ondanks moeilijke omstandigheden steeds heeft weten te bieden.

En wat zal De Revue nu brengen ? Volledige vol-

^Ikben optimist genoeg om daarop te vertrouwen. De tijd zal 't leeren. In ieder geval wordt de zaak energiek aangepakt en als alles nu niet van één kant behoeft te komen, m.a.w. indien ook de roeiliefhebbers daadwerkelijk gaan toonen dat zij een goed, modern orgaan wenschen en op prijs weten te stellen, dan zullen de mooie voornemens voor verwezenlijking vatbaar blijken. Dan zal uit de gedwongen verandering van lijfblad veel goeds géboren kunnen worden voor onze mooie sport.

Het oude is heengegaan; het nieuwe is gekomen. Bereiden wij het een gulle ontvangst, treden wij het met vertrouwen tegemoet. En moge zich eene enkele keer eens iets voordoen dat wij anders zouden wenschen, bedenken wij dan vooral dat de beste stuurlieden steeds aan den wal plegen te staan. Mopperen is geen middel ter verbetering! Laten wij in alles ridderlijk voor onze meening uitkomen, zooals dat in roeiaangelegenheden gebruikelijk is. En oefenen wij critiek uit, laat die dan steeds opbouwend zijn! De Sport, de Bond, het Orgaan, wij zelf zullen er wel bij varen. H. SCHUiin.

Secr. penn. Ned. Roei Bond.

N.V. AANN.- & HANDEL MIJ. v.h. Fa. GEBRS. DE GROOT

SIWIDSSLOP 42-53 TELEFOON 51231 SCHEVEIMINGEN AANLEG VAN SPORTTERREINEN, DRAINEERINGEN, WATERVOORZIENINGEN, LEVERING VAN SINTELS, PUIN VOOR TENNISBANEN, ENZ. ENZ.