D.V.D., de club van Henk Wiering, als overwinnaar bij de door haar zelf uitgeschreven serie-ivedstrijden in September 1927. We geven hier de D.V.D.-ploeg, die toen achtereenvolgens K. V.D. met 3—O, Koog Zaandijk met 5—2 en D.T.V. m,et 3—1 klopte op het Parkschouwburgterrein.
Veel meer bestuurder van den A.K.B. dan vertegenwoordiger van hun club."
„Zoo'n vergadering van het algemeen bestuur ontneemt aan de jaarvergadering vrijwel al haar beteekenis," merkten we op.
„Inderdaad, de A.K.B. jaarvergadering, waarbij elke vereeniging vertegenwoordigd mag zijn door één stemgerechtigd afgevaardigde van de club en door één stemgerechtigd afgevaardigde voor elk elftal, waarmee de club uitkomt, kan 'n bijeenkomst van eenige honderden menschen zijn als ze geheel volledig is. Trouwens, 'n vereeniging, die met zes twaalftallen speelt en dus recht heeft op zeven stemmen, mag alleen haar volle stemmen-aantal uitbrengen, als alle zeven afgevaardigden aanwezig zijn; wie er niet is, mag niet door 'n ander laten stemmen. Onze jaarvergadering is 'n genoegelijke bijeenkomst ; alle zaken van belang zijn feitelijk al van te voren afgedaan in de vergadering van het algemeen bestuur. Als eenige belangrijke punt heeft men op de jaarvergadering eigenlijk alleen het uitbrengen van het jaarverslag, dat bij ons door voorzitter de Wilde zorgzaam wordt samengesteld, 'n traditie, die we niet graag zouden missen. Het voorlezen van dat jaarverslag door voorzitter de Wilde neemt ongeveer anderhalf uur in beslag; dan reikt de competitieleider de medailles uit aan de diverse kampioenstwaalftallen — ook 'n tijdroovend werkje, want er zijn er heel wat ! — penningmeester v. d. Vrande leest in twee minuten tijds zijn financiëel verslag voor, het bestuur en de kascommissie worden gekozen, de rondvraag levert niets op en dan is de jaarvergadering weer achter den rug. Dat deze bestuursvorm met 'n algemeen bestuur nut heeft, blijkt wel uit het feit, dat twee andere onderbonden ons daarin nagevolgd hebben!"
Bjj D.V.D. is altjjd iets te beleven.
D.V.D.'s bloeiperiode dateert uit de jaren 1912 tot 1917, dus vóór den tijd dat D.V.D's tegenwoordige praeses Wiering zich om korfbal bekommerde. De club, opgericht door leerlingen van.de vierde H.B.S. met driejarigen cursus als onderafdeeling van de gelijknamige gymnastiekclub, werd op 28 September 1907 opgericht. Het eerste bestuur, waarin Broere, Spronk en dr. Tiemeijer (thans alle drie eerelid) zich zeer verdienstelijk maakten, leidde de club door den Amst. School Korfbal Bond (de A.K.B. bestond nog niet) naar den N.K.B. In 1911 promoveerde D.V.D. bij keuze naar de eerste klasse, waarin ze in 1912—'13 kampioen werd (na drie wedstrijden door Leidsch Vitesse geslagen in de beslissing om het kampioenschap van Nederland) en in 1914—'15 (tegen Onder Ons en Haagsch Vitesse) kampioen van Nederland.
Nog sterker werd evenwel het twaalftal in 1915—'16, toen ongeslagen het kampioenschap van Nederland werd behaald na twee prachtige wedstrijden tegen Leische Vitesse (3—2 en 2—1). De onvermijdelijke reactie kwam, het spelpeil daalde, er kwam gebrek aan reserves en in 1922 volgde degradatie.
„Er is in onze vereeniging eigenlijk altijd iets te beleven geweest in de laatste jaren" vertelde Henk Wiering, „bijna geen jaar heb ik zonder promotie- of degradatiewedstrijden gekend. Toen we het verloren geraakte contact met de school weer hersteld hadden, kwam D.V.D. op 'n beteren voedingsbodem. In 1925 promotie naar de overgang, in 1927 promotie naar de eerste klasse, in 1929 degradatie naar de tweede klasse, in 1930 promotie naar de eerste klasse. TJ ziet, gebeurtenissen genoeg, wat me voor de levens¬
kracht van 'n vereeniging wel het beste lijkt. We hebben steeds moeten vechten! Dit seizoen hebben we afwisselend op de eerste en tweede plaats gestaan tot dusverre, maar we behooren heuseh niet bij de sterksten ; we eindigen volgens mij in de onderste helft van het ranglijstje."
Wat te doen tegen zwaar verdedigen!
De twaalftallen, die D.V.D. en Leidsch Vitesse tusschen 1912 en '17 bezaten, staan in de herinnering van de ouderen uit onze korfbalbeweging gegrift als ploegen, die het hoogste peil wisten te bereiken, dat onze korfbalhistorie kent. Ofschoon het uiterst lastig is om 'n vergelijking te maken tusschen bet spelpeil van thans en van tien of vijftien jaar geleden — de oude tijd komt er dan altijd het beste af omdat de minder mooie momenten spoediger vergeten worden dan de hoogtepunten, die in het geheugen blijven — zal toch wel niemand tegenspreken dat het spel, hetwelk thans in de eerste k'.asse te zien wordt gegeven, veel en veel minder is dan in die bloeiperiode. Het spel is van type veranderd, de verdedigers letten tegenwoordig meer op den man dan op den bal, er wordt te zwaar verdedigd en 'n tactische aanval krijgt vaak geen kans.
„Men houdt den gevaarlijken man in den aanval vast," aldus Henk Wiering, „en daarom moeten de aanvallers het probeeren met verre schoten, zooals Toele dat doet bij Swift. Hendriksen (van Olympia) is de uitzondering, die denregel bevestigt, maar ook weer speciaal op het Bussumsche veld, waar hij goed thuis is. Strenger optreden van den scheidsrechter tegen zwaar dekken helpt wel iets, maar niet genoeg, ook al omdat de strafworpen, die hij aan de aanvallers toekent als compensatie, tegenwoordig meerendeels gemist worden."
„Bij voorkeur op het Parkschouwburgterrein" merkten we op, terugdenkend aan het merkwaardige record van Zondag 14 December, toen er bij de drie eerste klasse-wedstrijden van dien dag op „de Park" in totaal zeven strafworpen naast de korf werden geschoten.
„Voor 'n deel komt doordat de verdedigers, die op drie pas af stands moeten blijven, maar zich tusschen den speler, die de strafworp neemt, en de korf mogen opstel'en, den schutter door omhoogspringen zenuwachtig maken," aldus Henk Wiering. „De afstand van vijf meter, die de strafworpnemer verwijderd is van de paal, is trouwens rijkelijk groot. Als men niet tot ingrijpende spelregelwijzigingen in het belang van ons korfbal wil overgaan, zal 'n scherpe interpretatie van hetgeen onder ongeoorloofd verdedigen verstaan wordt door de Technische Commissie nut kunnen stichten. Het is nu 'n struggle for life geworden, waarbij fel op den man verdedigd wordt en dat zal nog voortdurend erger worden. Onze sterkste ploeg van thans, Het Zuiden, ontwikkelt 'n spel dat op minder hoog peil dan de kampioenen uit vroeger jaren, maar door de groote clubeenheid, de schotvaardigheid en het uithoudingsvermogen — door indoortraining 's winters en athletiekoefening 's zomers opgevoerd — is de ploeg voor haar tegenpartijen van thans onoverwinnelijk, al is ze in het veld misschien niet zooveel sterker. De puike leiding, die Beverdam aan zijn club geeft, maakt haar tot 'n vooraanstaande vereeniging in onze korfbalwereld van thans, maar het spelpeil is ook van deze Ned. kampioensclub niet metr gelijk aan het peil, dat de sterkste clubs vroeger wisten te bereiken. Er zal iets op gevonden moeten worden om het zware dekken, dat de verdedigers thans overel toepassen, tegen te gaan, dat lijkt me 'n overwegend belang voor onze korfbalsport van thans."
M. J. ADRIANI ENGELS.
DANS-LES
v. HINTE
PROF. DE DANSE
Heiligeweg 26/28 - Tel. 31984 PRIVÉ-LESSEN