Hoe moeten overtreding bestraft worden?

Een eigenaardige &pelregelkwestie.

Verleden week heb ik te Amsterdam een voordracht gehouden voor scheidsrechters van den K.N.V.B. en den A.V.B. In het tweede gedeelte was er gelegenheid vragen te stellen, waarbij o.m. een vraag werd gedaan, die denzelfden dag door dhr. Hollander door de radio was besproken.

Het betrof hier het volgende geval. Een scheidsrechter moet om de een of andere reden het spel binnen het strafschopgebied hervatten door den bal te laten vallen.

Bij zoo'n „scheidsrechtersbal" is bepaald, dat geen speler, van welke partij ook, den bal mag spelen, vóórdat hij den grond heeft geraakt. Verder is nog bepaald, dat de bal eerst in spel is, als hij den grond heeft geraakt en dat overtreding van het bewuste artikel wordt gestraft met een vrijen schop.

Het eigenaardige van het geval is echter, dat men uit het spelreglement niet kan zien, wat voor soort vrije schop dit is. Het reglement geeft n.1. niet aan of daaruit al dan niet direct gedoelpunt mag worden. Vermoedelijk heeft men hier te doen met een slordigheid van de International Board, die destijds artikel 16 schrapte uit de opsomming van artikel 17 van vrije schoppen, waaruit niet direct gedoelpunt mag worden. Men mag echter wel aannemen, dat, indien de bal alleen gespeeld wordt, een vrije schop, waaruit niet direct gedoelpunt mag worden, gegeven zal moeten worden.

In het door dhr. Hollander bedoelde geval, sloeg een speler den bal met de hand weg, voordat deze den grond had geraakt. De vraag is nu: moet hier gegeven worden een gewone vrije schop, waaruit niet direct gedoelpunt mag worden, of een strafschop.

Wordt dit gedaan door den doelverdediger dan is dat eenvoudig als spelen van den bal te beschouwen en dan zal dus gegeven moeten worden een vrije schop, waaruit niet direct gedoelpunt mag worden. Gebeurt het echter door een der andere spelers, dan begaat deze daarbij tegelijkertijd twee overtredingen, die beide strafbaar zijn. Hij speelt den bal, wat in dit geval verboden was, en hij speelt bovendien den bal op een ongeoorloofde manier, n.1. met de hand.

Nu was het de meening van dhr. Hollander, dat men het spelen met de hand niet mocht straffen, daar dat een overtreding van artikel 9 was en dit

Te Hilversum

HET ADRES VOOR SPORTLUI

Hotel Café Restaurant

..4 instel Café",

ANNEX BAR Propr. COR BLOK

Leeuwenstraat 24 - Telefoon 2155

Ie KLAS ZAAK 3e KLAS PRIJZEN

artikel niet mocht worden toegepast, daar het spel nog niet was begonnen, immers de bal was nog niet in spel.

Dit kan evenwel onmogelijk in de bedoeling van het spelreglement zijn. Het spel is m.i. reeds begonnen, door het fluiten van den scheidsrechter. Indien een speler, vóórdat de bal den grond heeft aangeraakt, zijn tegenstander een schop geeft om hem daardoor het spelen van den bal te beletten, wordt deze overtreding in het spel begaan. Het een tegenstander afhouden om hem te beletten bij den bal te komen, is hier een deel van het spel, dat moet stellig bij den speeltijd gerekend worden.

Het bewuste artikel 16 is eigenlijk met zich zelf in tegenspraak. Immers het zegt, dat de bal eerst in spel is als de bal den grond heeft geraakt en tegelijkertijd lezen we, dat een vrije schop gegeven moet worden indien een speler den bal speelt, voordat die den grond geraakt heeft. Een van de twee dingen kan maar juist zijn en dan is de opvatting, dat het spel begint zoodra de scheidsrechter heeft gefloten, in het onderhavige geval wel het meest te verkiezen.

In elk geval zegt het reglement, dat hier een vrije schop gegeven moet worden; het bepaalt niet of daaruit direct gedoelpunt mag worden of niet. Derhalve is het niet verboden een vrijen schop te geven, waaruit direct gedoelpunt kan worden, eventueel een strafschop.

M.i. komt de zaak dus neer op de vraag, welke van de twee overtredingen gestraft moet worden, daar twee verschillende overtredingen tegelijkertijd zijn begaan. Een oplossing hiervan is in ons spelreglement niet te vinden, doch destijds heeft de International Board het antwoord gegeven. Reeds in 1929 heeft het Comité Consultatif van de F.I.F.A. in een dergelijk geval bepaald, dat een strafschop gegeven moet worden, dus de zwaarste straf. Het Comité publiceert meermalen uitleggingen van het spelreglement, die natuurlijk voor de tot de F.I.F.A. toegetreden landen geldig zijn. Waarom de K.N.V.B. deze uitleggingen niet publiceert en voor ons land van kracht verklaart, is mij niet duidelijk. De bewuste beslissing heeft gestaan in „World's Football", het officieel orgaan van de F.I.F.A. en wel in No. 5 van verleden jaar. Er stond toen bij, dat die beslissing genomen was in overleg met de meerderheid van de International Board en dat dit punt officieel nog gebracht zou worden op de agenda van dat lichaam voor de vergadering van 1930. Een officieel verslag van die vergadering heb ik toevallig niet gezien, doch waar de meerderheid er zich destijds reeds heeft vöörverklaard, zal ook de vol¬

tallige I.B. wel in dien geest hebben beslist.

In het onderhavige geval is de zaak niet van zoo heel veel belang, daar het slechts zelden in de practijk zal voorkomen. Dat ik hierover echter nog speciaal schrijf, doe ik, om er de aandacht op te vestigen, dat het in het algemeen de bedoeling van het spelreglement blijkt te zijn om, indien twee overtredingen tegelijkertijd worden begaan, de zwaarste te straffen.

Demonstreert een buitenspel staand speler b.v. zijn deelneming aan het spel door een tegenstander te schoppen, dan zal men hem niet voor buitenspel, doch voor dat schoppen moeten straffen. Zoo zijn er nog meer gevallen mogelijk.

—o—

Nadat ik het bovenstaande had geschreven, kreeg ik het verslag van de bijeenkomst te Amsterdam in de Sportkroniek onder de oogen. Hierbij maakt de redactie de opmerking, dat de uitlegging van de I.B. voor ons geen rechtsgeldigheid heeft omdat onze scheidsrechters alleen met de bepalingen van den K.N.V.B. te maken hebben. Die opmerking is eenigszins overbodig, daar iedereen wel zal begrijpen, dat de scheidsrechters geen bepaling kunnen toepassen, waarvan ze nooit hebben gehoord.

De zaak zit echter eenigszins anders. Het gaat hier om een punt, dat door geen enkele protestcommissie beslist kan worden. Men kan niet zeggen, dat een scheidsrechter, die in dit gevai een strafschop geeft, een onjuiste beslissing heeft genomen en evenmin kan men zeggen, dat het geven van een gewonen vrijen schop onjuist is, daar de vraag, welke overtreding betraft moet worden indien een speler twee overtredingen tegelijkertijd begaat, niet in het spelreglement is aangeroerd. Ik heb er dan ook alleen maar mijn verwondering over uitgesproken, dat de .desbetreffende commissie van den K.N.V.B. de bewuste uitlegging van de F.I.F.A. niet heeft gepubliceerd, daar thans niemand nog weet, waaraan hij zich moet houden. De opmerking van de Sportkroniek is vermoedelijk niet als een onvriendelijkheid tegenover mij bedoeld maar toch maakt het den indruk alsof men dankbaar is mij even op de vingers te kunnen tikken.

C. J. GROOTHOFF.

mm w UT«9 RIJWIELEN

— m K H ■ H worden bereden

9~ door John Schlebaum, M. v. d. Wulp, R. Brilman, G. Bakker, J. v. d. Heijden, S. Hocvens, 3. v. Hjjzelcndoorn, W. Ooms, H. v. Aiirich

Fabrikanten: GE BR. BUSTRAAN

le Booindwarsstraat 9 - - Amsterdam