Nieuwe leider in

minimum imimiiii mmmmmiiimmi i.;iimmmmiiiiiimiiiiiiiniii ■ muil mniiniiiiiimiiiiiiiliiimiiiiii

den Néd» Biljart Bond

,,„,,! ulll U IIIIIMIIIIICIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIII 'IIUIIL ' " I ■' ■""""'""■MIM

.... doch niet Mastenbroek

Pijper onder donderend applaus tot lijdelijk_secretaris gekozen. Er komt een bezoldigd administrateur.

C.S*

De nieuwe situatie.

„Het geneesmiddel ligt voor de hand, n.1. decentralisatie van het bestuur en een bezoldigd administrateur; dan zullen dergelijke conflicten voor altijd tot het verleden behooren." Aldus schrijft de voorzitter van den N.B.B. in een artikel, dat wij te laat ontvingen voor het vorige nummer van de Revue der Sporten.

Voorzitter Sanders heeft zijn zin gekregen. De algemeene vergadering was het moede om maar steeds weer geschillen tusschen haar bestuursleden te moeten oplossen en maakte er kordaat een einde aan door voor de vijf afgetreden bestuursleden nieuwe te kiezen. Eén van hen werd met een zeer groote meerderheid gekozen in een functie, die hij jarenlang voor dezen Bond vervuld heeft. Dat was de oud-secretaris A. Pijper, thans secretari "^n de K.N.A.U.

In normale gevalk ou Pijper er niet aan gedacht hebbe.. om zijn oude functie in den Biljard Bond weer op te nemen. Thans echter, nu zijn oude bestuursmakker Sanders op zoo'n unfaire wijze, als had hij 'n volkomen ontoelaatbare daad begaan, door zijn medebestuurders weggejaagd Werd, verklaarde Pijper zich bereid om tot de eerstvolgende jaarvergadering in April zijn vroegeren Bond door de moeilijkheden heen te helpen. Dat de vergadering hem hiervoor dankbaar was, bewees het enthousiasme, waarmede zijn verkiezing ontvangen werd, ondanks de kinderachtige miskenning van een kleine minderheid, die het hem kwalijk nam, dat hij indertijd het eere-lidmaatschap geweigerd had. Waarvoor Pijper trouwens gegronde redenen had.

De andere nieuwe bestuursleden zijn menschen, die reeds bewezen hebben iets te presteeren en veel voor de biljart-sport over te hebben, namelijk D. A. de Foeljaeger uit Haarlem (als penningmeester in plaats van Smit), A. W. H. van Haaren, de voorzitter van H.E.T.E.IJ. en Peters uit Rotterdam, als candidaat van de geheele Maasstad. De vijfde candidatuur werd aangehouden, daar eerst uitgemaakt moet worden of de candidaat van den Noord-Ned. Biljart Bond verkiesbaar is.

Veel tijd voor niets.

Zooals echter bij iedere crisis in dezen, bond werden op de daarvoor bijeen geroepen alg. verg. vele uren ver¬

spild met heftige verwijten en onderling gekrakeel om plotseling, op voorstel van een lid met gezond verstand, in vijf minuten de heele zaak te regelen. Dankbaar grijpen dan de afgevaardigden de gelegenheid aan om een einde te maken aan de ellenlange discussiën, die hen heelemaal niet kunnen schelen. Telkens weer worden ze bijeen getrommeld om ruzies te beslechten in hun bestuur. Daar hebben zij geen zin in. Als er heeren zijn, die willen aftreden, dan moeten ze dat maar doen. En voor de rest heeft het bestuur er voor te zorgen, dat alles loopt. De afgevaardigden wenschen geen ruzies te beslechten.

De vergadering begon met een zeer langdurige uiteenzetting van de oorzaken en redenen van de ontslagaanvrage van de vijf ontevreden bestuursleden door het afgetreden bestuurslid Mastenbroek. Deze verklaarde, dat er met voorzitter Sanders niet te werken viel en wees op diens gebrek aan interesse. Men kent verder de geschiedenis wel. Voorzitter Sanders moest plotseling en dadelijk weg, of zij gingen weg. De voorzitter, die 12 jaar naar beste weten den bond gediend heeft, had geen zin zich op deze wijze te laten verwijderen (daar was zijn goede naam hem te lief voor!). Ondanks het feit, dat men hem een motief aan de hand deed.

Het bestuurslid Hamburger deed daarna onthullingen over de wijze waarop hij altijd tegengewerkt was en waarom hij zijn eerst gedane ontslagaanvrage toch weer ingetrokken had. Namelijk om het bondsschip niet in het riet te laten vastloopen. Hij toonde aan, dat hij het met de weggeloopen heeren eens was, doch dat niet alleen Sanders blaam trof, doch ook andere bestuursleden, o.a. secr. Wittebol. Op alle vergaderingen, als ze tenminste gehouden konden worden, was er ruzie en er kon niets gepresteerd worden. Maar men had toch best kunnen wachten tot de jaarvergadering, waarop voorzitter Sanders zelf zou aftreden. Dit was een beleediging.

Voorzitter Sanders herinnerde er voorts aan, dat hij anderhalf jaar geleden geprest werd in het bestuur te blijven door dezelfde heeren, die thans geen seconde langer met hem konden samenwerken. Het was een daad van geweld en onrecht om hem aldus tot aftreden a la minute te dwingen.

Vervolgens werd de kwestie er bij gehaald van de internationale vergadering te Hannover. We zullen er onze lezers niet over bezig houden. Te constateeren valt alleen, dat er fouten gemaakt zijn. Van vele zijden werd deze kwestie besproken. Zoo hield Pijper een vurige rede over de positie van Nederland ten opzichte van Duitschland, Frankrijk en België in de Internationale Unie, op welke verhouding wij in een volgend artikel hopen terug te komen.

Verschillende afgevaardigden voerden het woord zonder dat er lichtpunten kwamen. Het eene deel was voor Sanders c.s., een ander deel voor Mastenbroek en zijn „Protestanten". De kwestie van de plaats waar de kampioenschappen gehouden zouden worden werd er bij gehar ld om de fouten in het bestuursbeleid aan te toonen. Uren werden zoo versproken. Pijper maakte eenige verstandige opmerkingen over de vertegenwoordiging van den N.B.B. in het Ned. Olympisch Comité en hield een felle philippica tegen de behandeling van voorzitter Sanders.

De man, die het moe was.

Tenslotte kwam er verademing door het voorstel van den Hagenaar Kiek, die geen zin had langer last te hebben van „heibel" in het Bestuur. Men heeft het recht niet, volgens hem, om daarvoor de afgevaardigden bijeen te roepen. En men moest nu maar overgaan tot de verkiezing van de nieuwe leden, waarvoor men wèl gekomen was. De afgetreden heeren waren niet onmisbaar, ondanks hun erkende kwaliteiten. „Ik heb mijn grootmoeder óók verloren," luidde zijn motief, dat waard is een gevleugeld woord te worden. Pinto van K.R.A.S. viel hem bij in een vlotte speech. Als er ruzie was, moest men die maar onderung uitmaken, zeide deze.

De vergadering liet duidelijk merken, dat men het er mee eens was; de discussies werden dus gesloten, wat niet wegnam, dat ex-penningmeester Smit een heel, héél lang betoog hield, dat sympathiek, maar overbodig was. Er werden nog enkele malle opmerkingen gemaakt betreffende het amateurisme en de journalistiek, waar zelfs Tilden, de tennisser, bij te pas gebracht Werd.

Een gelukkige keus.

Tenslotte waren we aan de verkiezingen toe, waarbij geëischt werd, dat over den eenigen bestuurs-candidaat, Pijpers, gestemd werd. Dit plan ging door, tot groot genoegen van Pijper zelf, die ons mededeelde, dat hij nu kon zien hoe men tegenover hem stond. Het succes zal hem zelf nog meegevallen zijn. We wenschen hem geluk, doch bovenal feliciteeren wij den Biljart-Bond met den terugkeer van dezen beproefden kracht.

De andere drie candidaten werden bij acclamatie gekozen.

Tenslotte zette Hamburger uiteen, dat een bezoldigd administrateur van ± ƒ 700.— per jaar te bekostigen was, mits hier en daar wat bezuinigd wordt. Er zal een advertentie geplaatst worden.

En toen was de vrede weergekeerd. Zou het nu blijvend zijn? De voorteekenen lijken ons gunstig!

MAX IZAAKS.