Op de jaarvergadering van het N.O.C. heeft de afgevaardigde van den Ned. Kracht Sport Bond, secretaris T. van Deutekom, verschillende belangrijke punten aangeroerd, o.a. het wederzijdsch overnemen van royementen door de bij de N.O.C. aangesloten sportbonden. Zooals we in ons vorig nummer reeds hadden aangekondigd, zullen we op eenige van deze vraagstukken uitvoerig terugkomen.

Zoo hebben we het oud-gemeenteraadslid van Arnhem — van Deutekom is geen raadslid meer, omdat hij sinds eenigen tijd gemeente-ambtenaar is en wel administrateur van de gem. comm. voor lich. opvoeding — gevraagd hoe lang deze kwestie van overneming der royementen al hangende was.

„Eenige jaren geleden", vertelde secr. van Deutekom, „is door de vergadering van het N.O.C. de wensch uitgesproken, dat de bonden een bepaling in hun reglementen zouden opnemen, waarmede het mogelijk zou zijn om geroyeerde personen uit andere bonden te weren. Aan dezen wensch hebben de Ned. Kracht Sport Bond en de Ned. Boksbond voldaan. Op die gronden was het mogelijk, dat destijds 'n oud-athletiekkampioen geen lid van den Boksbond kon worden, omdat hij geroyeerd was door de K.N.A.U. en ook wij hebben eenige minder gewenschte elementen uit onze organisatie weten te houden. Toen deed zich het geval voor, dat een aantal door ons geroyeerde personen een vereeniging oprichtte. Deze vereeniging werd tot de K.N.A.U. toegelaten, nam aan athletiekwedstrijden deel en organiseerde tegen z.g. wilde Duitsche vereenigingen worstelwedstrijden. Op een van deze wedstrijden gebeurde een ernstig ongeluk, voornamelijk veroorzaakt door ondeskundige leiding. Dank zij onzen invloed bij den Burgemeester hebben wij een worstelverbod weten te voorkomen."

„Hebt u daarop de aandacht van het toenmalige K.N.A.U.-bestuur gevestigd ?"

„Er is herhaaldelijk gecorrespondeerd met de K.N.A.U., maar het bestuur gaf geen gehoor aan ons verzoek om te voldoen aan den wensch van het N.O.C. om royementen over te nemen. Wij hebben toen de zaak ter sprake gebracht in de vergadering van het N.O.C. op 3 November 1928 en getracht een uitspraak te krijgen, dat de K.N.A.U. handelde in strijd met art. 3 der statuten van het N.O.C, waarin is • opgenomen: Elk afzonderlijk gebied, waarop het N.O.C zich beweegt, kan in het N.O.C slechts door één lid vertegenwoordigd worden."

„Was dat niet wat ver gezocht?"

„Ik stem toe, dat dit vér gezocht was, maar het gevolg van het een en ander was, dat de royementskwestie ter sprake kwam. Wel ontkende het bestuur van het N.O.C, dat in een van de vergaderingen een uitspraak, zooals ik zooeven heb genoemd, was gevallen, maar van verschillende zijde werd mij medewerking toegezegd, indien ons

bestuur met de bonden een afzonderlijke overeenkomst inzake het overnemen van royementen wilde aangaan. Op 3 December 1928 heeft ons bestuur aan alle bonden het verzoek gericht en toen werden allerlei bezwaren vernomen, terwijl enkele bonden niets van zich lieten hooren. Tenslotte is het bestuur erin geslaagd een overeenkomst te sluiten met den hockeybond, den korfbalbond, den boksbond, de K.N.A.U. en de Wielren Unie, maar met eiken bond van verschillenden inhoud."

„En de andere bonden ?"

„Uit de correspondentie met enkele bonden bleek, dat men wel een overeenkomst wilde, indien een uniforme regeling getroffen kon worden en

Beaufrand, de puike amateursprinter, zal tot de beroepssport overgaan. Achtereenvolgens veroverde hij het kampioenschap van Frankrijk, het Olympisch kampioenschap en het wereldkampioenschap, zoodat hij bij de amateurs wel heeft gehaald wat er te halen was.

uniformiteit werd gebracht in het begrip royement en de daaraan te verbinden straf. Dat dit laatste niet overbodig is, bleek eenigen tijd later. Wij hebben, zooals reeds opgemerkt, ook een overeenkomst met de Wielren Unie, maar het bestuur van deze organisatie neemt het standpunt in, dat geroyeerde personen wel geen lid kunnen worden, maar dat aan hen geen rijbewijs onthouden mag worden.

Een lid, bij ons geroyeerd, kan niet aan worstelwedstrijden deelnemen, ook geen lid Worden van de Wielren Unie, maar mag wel aan wielerwedstrijden deelnemen als hij maar zijn rijbewijs betaalt. Dit geldt ook voor de leden der aangesloten vereenigingen en 't heeft tot een discussie in de N.W.U.-kringen zelf geleid, waarbij de N.W.U.-voor-

zitter uiteenzette, dat het lidmaatschap 'n particuliere aangelegenheid is, maar dat in het belang der wielersport aan Wanbetalers niet belet mag worden om aan wedstrijden deel te nemen. Zoo is het dus mogelijk, dat een geroyeerd persoon, geen lid zijnde van een organisatie, als deelnemer naar de Olympische Spelen wordt afgevaardigd. Vér gezocht, maar niet onmogelijk!"

„Weet u daarvan nog meer voorbeelden?"

„Zeer zeker, neem me zelf eens. Ik ben lid van vier bonden en heb namens den N.K.S.B. zitting in het N.O.C, waarvan ik dus bestuurslid kan worden. Stel dat dit werkelijkheid werd. Word ik door den N.K.S.B. geroyeerd, dan houd ik op bestuurslid te zijn van het N.O.C, maar dan kan een van de andere bonden, waarvan ik lid ben, mij weer als zoodanig doen verkiezen. Een persoon, bij ons geroyeerd, voetbalt. Een wedstrijd, waarin hij uitkomt, werd geleid door een scheidsrechter, toevallig secretaris van de krachtsportver., die den voetballer had geroyeerd. De scheidsrechter maakt een aanmerking en de geroyeerde krachtsportbeoefenaar heeft toen verband gelegd tusschen zijn royement en het optreden van den scheidsrechter. En om nog eens 'n voorbeeld uit de practijk te nemen...."

„Wel?"

„Een vooraanstaand sportman in den Haag is door ons geroyeerd. Uit hoofde van andere functies komen enkele onzer menschen met hem op ander sportterrein in aanraking. Dit heeft reeds tot moeilijkheden aanleiding gegeven en de betrokken organisatie Zwijgt. In andere bonden komen soortgelijke en nog scherper tegenstellingen voor. Ik kan dan ook niet begrijpen, dat het bestuur van het N.O.C er niet aan wil. Elementen, die zich hebben misdragen, wanbetalers in het bijzonder, dienen uit ons midden te worden verwijderd. Vandaar cns voorstel."

„Hoeveel bonden zijn tot samenwerking bereid?"

,.Er zijn thans tien bonden, die samen willen werken, indien daartoe de mogelijkheid wordt geschapen. Een commissie bestaande uit een lid van den K.N.V.B., K.N.A.U. en mij, zal nu trachten een regeling te ontwerpen en ik heb volle vertrouwen dat de commissie zal slagen en dan zal spoedig de nuttige werking van de overeenkomst blijken en voor andere een aansporing zijn ook samenwerking te zoeken. Maar desondanks blijf ik er bij, dat het bestuur van het N.O.C leiding had moeten geven. Indien het bestuur zijn houding van bang zijn zich te „branden aan koud water" niet wijzigt, voorspel ik een groeiende onverschilligheid voor het werken van het N.O.C, dat m.i. zeer veel goeds tot stand kan brengen.

Engageert voor alle voorkomende feesten: 0

E> \ "PTOUQ(Humorist) JLJ/A. jïV x V./IJ/0 iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii

Noteer dit adres, het kan te pas komen!

3e Helmersstraat 19 AMSTERDAM TEL. 8339T