Dr. Max Tetzner (in het midden) bij de Ned. schaatskampioenschappen-1929, waarbij v.d. Scheer (rechts), na feilen strijd met Heiden (links) den nationalen kampioenstitel overnam van Tetzner, die dezen sinds 1919 gedragen had.

spelers 'n 1921 den estafetteloop HarenGroningen, waaraan Rapiditas toen buiten mededinging meedeed, gewonnen."

De toer naar Zweden.

Het seizoen 1919—'20 is wel het gloriejaar van Be Quick geweest; de successen van de withemden brachten het heele Noorden in vervoering, waarbij de Groninger pers — Haccou, v.d. Meulen, Strengholt en ondergeteekende waren in het toenmalige „Noordelijk Sportblad" daaraan niet geheel onschuldig! — zich liet verleiden tot 'n ongeveer even groote persoonsverheerlijking der Be Quick-spelers als de Amsterdamsche pers enkele jaren daarvoor ten aanzien van de Ajaxspelers ten toon had gespreid. Uit dien tijd dateert het geestige teekeningetje in dat reeds lang ter ziele zijnde Noordelijk Sportblad, waarop men twee straatjongens in bewondering ziet staan naar twee met koffers gewapende heeren. „Wat zijn dat voor menschen 1" vraagt de een; „dat zijn geen menschen, dat zijn Be Quickers" antwoordt nummer twee.

Die „supérmenschen" van Be Quick dan ondernamen in 1920, na het behalen van hun Ned. kampioenschap, de zoo succesvolle toer naar Zweden, waar ze het beste voetbal van hun leven speelden.

1 „Aan die toer naar Zweden in 1920 bewaar ik nog 'n aardige herinnering" vervolgde Max Tetzner, „ik kreeg in Gothenberg 'n bronzen standbeeldje, zooals dat elk jaar daar wordt uitgereikt aan den besten amateur-voetballer, die er in dat seizoen gespeeld heeft. Het ging tusschen van Linge en mij; na herstemming werd ik uitverkoren. Ofschoon we na 1920 nog verschillende malen Noordelijk kampioen werden, hebben we het nooit meer tot 'n kampioenschap van Nederland kunnen brengen, al geloof ik wel dat we daar in '21 en '22 met 'n beetje meer energie wel toe in staat waren geweest. Maar hoe gaat het: we hadden eenmaal het hoogste bereikt, de animo werd minder, we speelden niet meer met dezelfde geestdrift als toen tegen V.O.C. Als binnenspeler had ik toen vaakRodermond naast me, dat was mijn prettigste tijd, want niet alleen dat Ro met Jaap Bulder en van Linge de beste speler van onze ploeg was, maar ook door zijn goed begrijpen van het spel kon ik uitstekend met hem opschieten. In het Ned. elftal had ik hem gelukkig ook als

binnenspeler; vooral in Parijs, waar we met 5—o van de Franschen wonnen, ging het vlot in onze voorhoede."

Skiloopen de sport.

„Tot hoelang ben je geregeld blijven spelen?"

„In 1924 werd ik door ziekte gedwongen om alle sport eraan te geven. In '23 heb ik nog de toer naar Weenen en Zagreb kunnen meemaken, waar ons versterkte Be Quick plotseling weer 'n vlaag van het oude, bijna vergeten, goede spel terugkreeg: we klopten het toen bijna ongenaakbare First Vienna in Weenen met 4—1 en in Zagreb brachten we het tot één overwinning en één gelijk spel."

„Zit je nu nog in een of andere K.N.V.B.-commissie ?"

„Nu niet meer, al üta ik nog midden in de voetbalwereld. Wel ben ik, toen ik na mijn voetbaltijd weer in Groningen woonde, lid geweest van de Noordelijke Elftal Commissie, 'n baantje, waarvoor ik veel ambitie heb gehad. Ik heb me toen uitgesloofd met 'n Zwaluwenactie en 'n leiderscursus, die natuurlijk geen direct resultaat opleverde, maar toch wel nuttig werk gedaan heeft, al beweerden honderden buitenstaanders natuurlijk, dat ze 't zelf beter wisten dan de commissie. Met mijn vertrek naar Amsterdam is daar 'n einde aan gekomen. De eenige sport, die ik nu nog actief beoefen, is skiloopen; dat is de mooiste sport, die ik ken en ik ben er dit jaar in Engelberg enthousiast voor geworden."

De Haas zat op de tribune.... Eenige jaren geleden is er, zooals de lezer zich wellicht herinneren zal, 'n splitsing in Be Quick ontstaan: van de oude garde verlieten de beide Tetzners, de Haas en van Linge de club, waarvoor ze zooveel jaren gestieden hadden en doordat kort daarna het veertigjarig bestaan van de club .herdacht moest worden, viel het ontbreken van deze vier bij het jubileum des te meer op. Dat was in 1927, nu zijn de gemoederen weer wat bedaard en wij voor ons gelooven dat er, wanneer er nu weer een of ander feest zou zijn, de spelers van de vroegere kampioensploeg weer gaarne allemaal tezamen zouden zijn, want tenslotte kan niemand ontkennen dat de afgescheidenen, die later lid werden van H.B.S., H.F.C. of Forward, tusschen 1914 en 1926 niet genoeg voor den roem van hun club hebben gedaan. Tallooze herinneringen

verbinden deze oude Be Quick-garde aan hun clubkleuren. Daar is bijvoorbeeld het verhaal van den geschaakten voorhóedespeler Rieks de Haas, dat best uit 'n Engelsche voetbalroman gestolen had kunnen zijn.. Alleen het happy end ontbreekt....

„De kwestie was dat de Haas-in Warffum op de H.B.S. ging" vertelde Max Tetzner, „en onder geen beding mocht voetballen in de weken voor zijn eindexamen. De directeur had hem verteld dat hij, wanneer hij Zondagsmiddags 'n voetbalwedstrijd speelde in plaats van te studeeren, zonder pardon van school gejaagd zou worden. We moesten in Deventer spelen tegen Gö Ahead, we konden Rieks onmogelijk missen, maar zelf durfde hij het niet aan. Tenslotte hebben we 'n paar spelers op Zaterdagavond met 'n auto naar Warffum gestuurd, ze sjouwden alle café's in die plaats af, vonden Rieks er aan het biljarten en toen hebben ze hem doodgewoon ontvoerd. Of hij wou of niet, het deed er niet toe, ze sleurden hem in de auto en ze schaakten hem. Langs allerlei omwegen werd Rieks via Groningen naar Deventer getransporteerd, maar de H.B.S.-directeur, die ook niet mis was, reisde met den eersten trein Zondag naar Deventer om te zien of de Haas inderdaad zou meespelen. Meer durfden we niet riskeeren, het had Rieks zijn eindexamen kunnen kosten: we speelden zonder hem tegen Go Ahead en we verloren. Op de tribune zat de directeur en op de tribune zat ook Rieks de Haas, dien we zoo broodnoodig hadden in het veld.."

Waarom geen hoofdklasse ?

Max Tetzner, die tegenwoordig de voetbalwedstrijden volgt op de tribune, is geen bewonderaar van ons huidig competitiestelsel. „Zoolang we er 50 éérste klassers op nahouden, blijft ons spelpeil beneden internationaal peil; 't is alles verwaterd. Waarom durft men geen hoofdklasse aan? Als dat in grootere landen om ons heen mogelijk is, moet het in ons kleine

i andje, waar de treinreizen niet zoo lang duren, toch ook döor te voeren zijn. Nu zijn de goede voetballers overal verdeeld en niets helpt zoo goed om het spelpeil op te voeren als het uitkomen tusschen en tegen goede spelers. Dat hebben we o.a. kunnen merken in het Noordelijk elftal, dat gemiddeld zeven of acht Be Quickers telde en door de uitblinkers uit de Noordelijke eerste klasse werd aangevuld. Die drie of vier niet-Be Quickers waren menschen, die in hun club verreweg de besten waren, maar ze konden de eerste keer toch nog niet ten volle meekomen.

Na 'n paar wedstrijden in het Noordelijk elftal echter waren Dalhuizen, Witlox, Kaufman e.a. volkomen ebenbürtig aan de anderen; ze hadden zich weten aan te passen en door het betere voetbal om hen heen wisten ze hun eigen spel ook op te voeren. Op diezelfde manier kunnen ook deze sterkste vereenigingen hun spelpeil opvoeren

. door uitsluitend tegen sterke tegenstanders uit te komen en niet meer tegen allerlei zwakke clubs."

M. J. ADRIANI ENGELS.

Hotel-Café-Restaurant

„TERMINUS"

AMSTERDAM Warmoesstraat lil - Tcleüoou 41836

LUNCH - DINER ZALEN voor PARTIJEN en VERGADERINGEN Restaurant a la Carte den geheelen dag Restaurateur: L. t. KLESSEB