<§öe>'7?v ine -clct^-yi/jortciis)

De Olympische wielerwedstrijden

Tot dusverre twee Olymp. kampioenschappen, twee tweede prijzen en één derde prijs voor Nederland. — Peeters (1920) en Willems (1924) deden onze vlag aan den middelsten mast hijschen. — Zou Mazairac „de eeuwige tweede" blijven? — Ons tandempaar B. Leene en Van Dijk maakt 'n goede kans.

In Antwerpen.

Het was in 1920, dat voor de eerste maal andere Hollandsche sportvertegenwoordigers dan onze voetballers Olympische successen wisten te behalen. Vier eerste plaatsen bezetten we bij dat wereldtournooi in Antwerpen: twee door de zeilers, één door de boogschutters en één door onzen wielrenner Maurice Peeters, die in acht dagen tijds wereldkampioen en Olympisch kampioen werd. De zege van Peeters „sprak" het meest tot het publiek, waarop zeilen en boogschieten weinig indruk maakte; wielrennen is 'n populaire sport en de Haagsche amateur Peeters is al heel populair. Daar ook Ikelaar 'n prijs behaalde — den tweeden naar recht en billijkheid, doch den derden volgens de jury, die zich helaas vergiste — zorgden de wielrenners voor 'n puike vertegenwoordiging van onze kleuren.

En in Parijs.

Ook vier jaar later, in Parijs, was wielrennen de sport, die ons het meeste succes bracht: Willems behaalde het Olympisch kampioenschap over de 50 K.M., Jaap Meyer werd achter de pseudo-amateur Michard tweede in den sprint en ons tandempaar Bosch van Drakestein—Peeters bezette de derde plaats in de tandemrace. Zeer bevredigde resultaten dus, trouwens de wielersport beleefde toen 'n periode van ongekenden bloei in ons land, helaas, geen blijvende bloei. Zoowel de strubbelingen in de wieierwereld als de dalende vorm van onze rennersi, van wie Moeskops over zijn toppunt heen was en Meyer en Willems van firstclass-amateurs veranderden in tweede klasse-profs, droegen daartoe bij ! 'n Typisch verschijnsel is ook wel, dat de voorverkoop van abonnementen voor de Olympische wielerwedstrijden hard tegenvalt, al moet men daarbij rekening houden met het feit, dat de wielersport zeer veel aanhangers vindt in de lagere kringen, die er niet licht toe overgaan om tien of twintig gulden uit te geven voor 'n abonnement. Door het houden van de Olymp. wielerwedstrijden op Zaterdagavond, Zondagavond en Maandagmiddag heeft men

anders nog zooveel mogelijk 'n ieder in de gelegenheid gesteld om deze wedstrijden te volgen.

En thans?

We kunnen niet verhelen, dat onze kansen op 'n prijs bij dit onderdeel van het Olympisch programma heel wat slechter staan dan in 1920 en 1924 en dat men er zelfs ernstig mee moet rekening houden, dat er aan

BARNES, een van het geduchte kwartet polsstokhoogspringers uit Yankeeland.

onze Olymp. eerelij st op wielergebied — twee eerste, twee tweede en één derde prijs — niets wordt toegevoegd, wanneer onverhoopt ons tandempaar (Holland's beste kans) zou falen.

De man, die in 1920 voor 'n Olympische eeretitel zorgde (Peeters), is nog steeds actief renner, doch te oud om nog van de partij te zijn. Willems en Meyer zijn beide profs geworden en jonge opvolgers missen we helaas. Mazairac is alleen overgebleven en Bosch van Drakestein, de taaie veteraan, die twintig jaar geleden, bij het Olympisch wielertournooi te Londen (1908) de finale bereikte en in 1924 met Peeters de derde plaats veroverde, is, bij gebrek aan jongeren, weer van de partij, al kan men van dezen thans veertigjarigen renner geen Olympisch kampioenschap verwachten.

1317

In de sprint zal Mazairac de Ned. kleuren verdedigen. De Berg-op-Zodmenaar is al jarenlang 'n puike renner, maar, evenals zijn provinciegenoot Jan Maas, faalt hij steeds op het beslissende moment. Een wereldkampioenschap heeft hij nooit kunnen bemachtigen, wel bracht hij het in 1925 tot de finale, maar toen verloor hij van zijn landgenoot Jaap Meyer. „Twan", zooals hij in de wielerwereld heet, is „de eeuwige tweede", dit jaar ook weer bij de Ned. kampioenschappen, waar Bosch van Drakestein hem in de finale klopte. Zooals de zaken thans staan is de Franschman Beaufrand hem te sterk; deze vertegenwoordiger van de Fransche republiek, is sterk favoriet voor den Olympischen titel. Ook Falck Hansen (Denemarken) telt geducht mee. Zou Mazairac „de eeuwige tweede" blijven?

Bosch van Drakestein kwam voor drie nummers in aanmerking en men heeft hem daarom voor den sprint geschrapt. Op de 1 K.M. tijdrace — een nummer, dat de plaats van de 50 K.M. heeft ingenomen — zal hij zich geducht weren. Ook maakt hij deel uit van den ploeg in de 4 K.M. teamrace, waarin Braspenninx en Maas met 'n nog nader aan te wijzen vierden man (Pijnenburg, v. d. Beyt of v. d. Horst) onze kleuren zullen verdedigen. Ook hier is Frankrijk favoriet.

Onze beste kans.

Onze beste kans ligt in de tandemrace, waar de jongste van het geslacht Leene met van Dijk een uitstekend tandem vormt, dat in staat is om zich bij de prijswinnaars te scharen.

Voor den wegwedstrijd daarentegen is er, ook al wordt er op Ned. grondgebied gereden, weinig succes te verwachten; we missen hier de routine van de buitenlandsche renners. Vooral België en Frankrijk brengen sterke amateurs op de been. Daar er „tegen het horloge" gereden wordt —■ de renners starten met twee minuten onderling verschil en kunnen dus geen wieltjerijden om het op 'n eindspurt te laten aankomen — is de strijd hier zeer zwaar. Het komt ons voor, dat van het Hollandsche zestal — vier mogen er starten, twee zijn er reserve — de Brabander Braspenninx de sterkste is. Kuys, Buys en Duyker worden vermoedelijk de drie andere deelnemers.

I. D. STRUYS X 20111

PRINSENGRACHT 837 Tel. 37906 - AMSTERDAM

Begrafenissen

Crematie

Transporten

—\ FABRIEK TOT VERNIEUWING VAN AUTOBANDEN iiiii»

Tel. 31924 =EE „ V U L C O M N I A " == Tel. 31924 Enorme besparing op Uwe bandenrekening - Een proef zal U overtuigen FABRIEK WORMERVEER - FILIAAL NASSAU KADE 354, AMSTERDAM