DE HENLEY WEEK: hoe Collett (op den voorgrond) won van Hewens.

Bij onze leermeesters in het roeien

(door onzen roei-medewerker) ■ ■ ■ ■ ■ 11 ■ ■ ■ ■ i ■ ■ ii 11 11 ii 1111 ■ i ■ 111 ■■ ■ i ■ i ■ ■ i

HENLEY, 8 Juli. Sport neemt wel een zeer groote plaats in in het leven der Angelsaksen; het is een van de dingen die hen na aan het hart liggen en ze hebben er dan ook veel voor over. Telkens weer worden de uitgebreide middelen gefourneerd, waardoor 't mogelijk is dat Australiërs overkomen om zich te meten met hun broeders in Old England; of het zijn Amerikanen, die zooals hier te Henley verschenen met hun Boston-acht voor den Grand Challenge Cup, of daar zijn ook Canadeezen, zooals de twee clubgenooten Guest en Wright van de Argonaut Club, die een mutsje kwamen gooien naar de Diamond Sculls. De kosten voor dergelijke expedities zijn enorm, maar ze worden gevonden. Het sportpeil is dan ook hoog in Engeland en wat de roeisport betreft zeer hoog en bereikt hiervoor clan ook een graad, die ik haast wetenschappelijk zou willen noemen.

Wanneer men langs den kant het oefenen der ploegen gadeslaat, dan ziet men, dat niet alleen jongeren er deel aan nemen, maar ook ouderen. En deze ouderen zijn het, hoe paradoxaal het mag lijken, die de sport eigenlijk schragen, hetzij door hun belangstelling, daadwerkelijke of financieele, hetzij als oefenmeesters en coaches. Deze coaches zijn door hun langjarige ervaring en voortdurend contact met de roeisport ware experts en merkwaardig zijn de resultaten, die zij weten te bereiken. Zoo was een van de verrassingen dit jaar te Henley, dat de begeerde Ladie's Plate gewonnen werd door Jesus College, Cambridge, een ploeg die een week voor den wedstrijd algemeen kansloos

?oos30-60Jube 80ct.PijApoth.en Drogist**

geacht werd. Maar de laatste dagen werd zij gecoacht door den ook bij ons welbekenden Fairbairn en de kamprechter Drinkwater schrijft daarover: „De verandering, die de ploeg onderging in deze paar dagen, was weinig minder clan wonderbaarlijk."

Zie, dat is het werk van den coach, van een aantal mannen op een houtje een geheel te maken, een levend, lenig ding, kortom een ploeg.

Het oefenen der Engelsche ploegen is in den volstrekten zin des woord i oefenen, er wordt gestudeerd in de boot en alle onderdeden van het vak krijgen de volle aandacht; wat men in Holland zoo vaak ziet is een aantal roeiers dat een boot voortmoddert, wringt, rukt en in 't zweet des aanschijns voortzwoegt, en thuiskomt zonder een finishing touch erbij geleerd te hebben; zulk oefenen mist vrijwel elke waarde.

De ploegen der College's en scholen hebben het voordeel gewoonlijk 2 maal per dag uit te kunnen gaan, de tallooze ploegen uit zakenmenschen gerecruteerd gaan uit den aard slechts 's avonds oefenen. De duur en zwaarte der oefening is geheel als bij ons; gaat de ploeg 's ochtends en 's avonds uit dan wordt niet verder dan ongev. 2.5 K.M. geroeid en daarna weer terug. Voor overwerken wordt zorgvuldig opgepast, want niets is zoo moeilijk als een overtrainde ploeg weer in conditie te krijgen.

Ook het menschenmateriaal is in Engeland niet beter dan bij ons, ik zou zelfs zeggen, dat wij zwaardere ploegen zouden kunnen recruteeren.

Maar wat wij missen, dat is de stage, de subtiele, de geconcentreerde aandacht voor de finesses van 't vak.

Er bestaat tusschen de diverse Engelsche coaches weinig verschil van meening omtrent de wijze waarop de onderdeelen van het roeien uitgevoerd moeten worden. Het doel waarnaar gestreefd wordt immers is samen te vatten in een enkele stelling: zoo groot mogelijke snelheid voor de boot. En om dat over de gansche baan te kunnen volhouden, moet zoo zuinig mo gelijk met de beschikbare kracht van de roeiers omgesprongen worden. De haal van de riem door het water moet

1259

dus zoo lang en zoo sterk mogelijk zijn, en dat ten koste van zoo weinig tegenstrijdigheid en komt dus neer tegenestrijdigheid en komt dus neer op een compromis van de geit en de kool te sparen, zooveel mogelijk te krijgen voor zoo weinig mogelijk uitgaaf. Zoodat, als er al over de onderdeelen der roeibeweging weinig meeningsverschil is, dit wel degelijk bestaat over de wijze van combinatie dier onderdeelen, zoodat verschillende coaches een andere „timing" van been-, rug- en armwerk aanbevelen als de meest effectieve voor de snelheid der boot en de minst vermoeiende voor den roeier.

Op het zuiver maken van het roeiwerk wordt zwaar gestudeerd, dagelijks, en niet alleen door jonge ploe gen. We zagen 2e klasse achten oefenen met 14 a 15 slagen per minuut, we zagen een Grand-acht als een verlangzaamde film bezig te studeeren met 8% a 9 slagen per" minuut; en als een uurwerk. Wat dat beteekent aan zelfbeheersching individueel, en balanceervermogen als ploeg is wellicht alleen voor insiders naar waarde te apprecieeren.

—□—

Het waterwerk der Henley-ploegen is dan ook buitengewoon zuiver, de haal zeer ondiep en zeer snel en hard. We zagen een acht met tegenwind constant een baantempo volhouden dat niet onder de 40 kwam.

De ploegen bleven tot het laatst een geheel en in vorm, en wat men bij ons zoo vaak ziet: dat de stijl verdwijnt naarmate de vermoeidheid toeneemt, kwam daar niet voor: een bewijs dat de ploegen beter opgevoed waren, en het werk er rotsvast inzat. Dergelijke ploegen te krijgen is zeer moeilijk en vereischt naast het werk van den coach in de eerste plaats groote ambitie van de roeiers en daarenboven een sterk saamhoorigheidsgevoel. Want een aantal individueel goede roeiers maakt nog geen ploeg, zooals blijkt uit de Lennderacht die te weinig in combinatie geoefend had en dan ook in de voorwedstrijd er al uit geroeid werd, door tegenstanders welke individueel minder doch als ploeg beter waren.

Door saamhoorigheidsgevoel, aanpassing, loyaliteit, enthousiasme en wilskracht krijgt men ploegen die, zooals de vier van de Thames R.C., na 2000 M. lang achter gelegen te hebben, het weet klaar te spelen haar laatste krachten uit te persen in een wanhopigen spurt op de laatste 100 yards en in die luttele seconden een achterstand van % lengte om te zetten in een voorsprong, zij het ook minimaal, en daardoor den beker te winnen.

Zie, daar bereikt de sport het peil, waar zij boven zichzelf uitgaat, en grootsch wordt. H.

Heerenkleeding koopen,

is iets waar vele Heeren mee inloopen,

want in het dragen

wil menig kleedingstuk niet behagen,

maar dat is zeker en gewis

LO N DON HO USE het beste is.

Speciaal huis op het gebied van uitsluitend Ie klas Engelsche gemaakte Heerenkleeding

Laan van Meerdervoori hoek v. Diemenstraat - Den Haag

Telefoon 30812 Geen filialen