1253
Behooren Vrouwen aan athletiek te doen ?
De voortzetting van onze „Revue'enquête
De meeningen van J. M. Hardeman, J. Blankers, J. W. Meijer, mej. Kea Bouman, J. v. d. Bergh, ir. A. Broese van Groenou, K. H. van Schagen, A. M. J. de Beus, dr. R. J. Th. Meurer. Louis Davids, Dick J. de Vries, P. W. Scharroo en N. M. J. Munzert over deze „question brülante".
ONZE ENQUÊTE
„Behooren vrouwen aan athletiek te dren?" was de vraag, die we hebben voorgelegd aan 'n aantal vooraanstaande figuren op athletiek- en ander sportgebied, teneinde bij deze nieuwe „Revue"-enquête de meeningen van voor- en tegenstanders aan elkaar te toetsen. In ons vorig nummer gaven we de opinies weer van H. A. Broos, G. A. Burger, mevr. Van Geuns-Weinberg, Erik Sóderbom, H, Vuyk, M. v. d. Berge, J. v. d. Putte, H. A. Meenim Terwogt, H. S. Boekman en J. H. Speenhof/, thans volgt 'n tweede serie antwoorden, terwijl we in ons nummer van de volgende week, tegelijk met de meeningen van E. H. Huizinga, W. A. Deenen, dr. E. van Minden, C. A. W. Hirschman, P. Kloppers e.a., 't standpunt van „de Revue der Sporten" uiteen zullen zetten.
* *
'n Enthousiast woord van den
K.N.A.U.-scriba J. M. Hardeman.
„In 't grootste belang der vrouw".
Het komt mij voor, dat, indien men een studie maakt van de athle-
tiekbeoef ening door de vrouw en daarbij dankbaar gebruik maakt van de jarenlange ondervinding, reeds in het buitenland hiermede opgedaan, men onverdeeld voorstander hiervan is.
Ik stel op den voorgrond dat meer nog dan bij de mannen een degelijke leiding hierbij onontbeerlijk is en geregelde medische controle (sportkeurings'bureaux) het geheel slechts ten goede komt.
Nu ik het voorrecht geniet om door het K.N.A.U. bestuur als leader van de damesploeg voor de Olympische Spelen te zijn aangewezen, heeft de praktijk mijn reeds door bestudeering en raadpleging van geschriften enz. op dit gebied gevestigde opinie, dat er geen enkel steekhoudend argument tegen deze beoefening is aan te voeren, niet aan het wankelen gebracht.
Wel moet het mij van het hart, dat in den loop der maanden herhaaldelijk gebleken is, dat de felste tegenstanders moesten worden gezocht onder hen die of in het geheel niet of in de oertijden deze beoefening van nabij hadden gadegeslagen.
Het besluit van het K.NA.TJ. bestuur tot steun en uitbreiding van de athletieknummers voor dames acht ik èn in 't grootste belang van de vrouw
èn in dat van de athletiek-propaganda hier te lande.
* *
J. Blankers, verspring- en hinkstapsprongcrack:
„Nog niet op peil".
Zoolang vrouwen nog niet het peil der prestaties bereikt hebben van de mannen, moeten ze buiten wedstrijdathletiek blijven.
* *
Hoe J. W. Meijer, secr. techn. comm. K.N.A.U. erover denkt.
, Nooit een serieus onderdeel in onze organisatie".
Athletiek voor dames heb ik nooit als een serieus onderdeel in onze organisatie kunnen beschouwen; de dikwijls onbeholpen manier van deelname aan onze wedstrijden heeft mij dezen indruk gegeven. Mocht ook al im de laatste paar jaren een ernstiger training en voorbereiding hierin verandering hebben gebracht, dan blijf ik nog persoonlijk athletiek voor dames ongeschikt achten en een onaesthetisch aanzien geven, waarbij komt, dat lichaamsbouw en constitutie andere eischen stellen, die in de praktijk van oefenen en wedstrijden belemmerend zullen moeten werken.
In dit verband acht ik het ook zoowel technisch als organisatorisch noodzakelijk, dat athletiek voor dames door een aparte organisatie behartigd wordt, omdat ik overtuigd ben, dat de uiteenloopende belangen en ook paedagogische gronden dit eischen.
Damesathletiek in het buitenland: 'n start van mlle Gagmaux (Frankrijk(.
• De Engelsche stijl is
• TOONAANGEVEND
• Wij vestigen er de aan-
• dacht op, dat uitsluitend J aan ons Instituut gediplom. J Engelsche Leeraressen
• van de „Higher Schools of
• Dancing" verbonden zijn.
• PRIVÉ-LESSEN
• DAGELIJKS
• HET DANS.INSTITUUT
PRINSENGRACHT 1O70. TEL.*i6700 AMSTERCXAM ROTTERDAM, VCtaTtndük»»! 130B